Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
kantonrechter
wonende te [woonplaats] ,
eiser in conventie,
verweerder in reconventie, hierna ook te noemen: [eiser] ,
gemachtigde mr. I.J. de Laat,
[gedaagde] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie, hierna ook te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde mr. H.I. van den Heuvel-Boonstra.
1.De procedure
- de dagvaarding van 11 juli 2019 met producties 1 tot en met 8
- de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie met producties 1 tot en met 15
- de nadere producties 9 tot en met 13 van [eiser]
- de nadere producties 16 tot en met 21 van [gedaagde]
- de mondelinge behandeling
- de pleitaantekeningen van [eiser]
- de aanvullende pleitaantekeningen van [eiser]
- de pleitaantekeningen van [gedaagde] .
2.De feiten
Concurrentiebeding
Relatiebeding
De werknemer erkent dat hem door de werkgever geheimhouding is opgelegd van alle bijzonderheden met betrekking tot het bedrijf van de werkgever of van aan de werkgever gelieerde vennootschappen als ook met betrekking tot de opdrachtgevers of relaties van de werkgever of daarmee verband houdende.
Onverminderd het voorgaande is het de werknemer niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de werkgever informatie(dragers) betrekking hebbende op de werkgever of op aan de werkgever gelieerde vennootschappen dan wel op klanten en/of relaties van de werkgever, aan derden te verstrekken of buiten het bedrijf van werkgever te (doen) brengen.
Bij overtreding van het gestelde in de artikelen 7, 8 en 9 verbeurt de werknemer jegens de werkgever een onmiddellijk opeisbare boete ten bedrage van respectievelijk € 5.000,00 per overtreding van artikel 7 en 8 alsmede een boete van € 1.000,00 per dag dat de overtreding voortduurt, en € 2.500,-- per overtreding van artikel 9, dit onverminderd het recht van de werkgever om in plaats van boete volledige schadevergoeding te vorderen.
Het bepaalde in lid 1 laat onverminderd het recht van de werkgever om in plaats van boete volledige schadevergoeding te vorderen.”
3.Het geschil in conventie
- [gedaagde] te veroordelen in de kosten van deze procedure, zulks met bepaling dat daarover de wettelijke rente verschuldigd zal zijn met ingang van de vijftiende dag na de datum van het in onderhavige kort geding procedure te wijzen vonnis;
- [gedaagde] te veroordelen in de nakosten conform het liquidatietarief begroot op € 131,00, dan wel, in geval van betekening, € 199,00.