ECLI:NL:RBMNE:2019:4227

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
11 september 2019
Publicatiedatum
11 september 2019
Zaaknummer
7713174 UA EXPL 19-656
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering zorgverzekering wegens gebrek aan zorgvuldig onderzoek naar relevante feiten en omstandigheden

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 21 augustus 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. en een gedaagde die in het verleden een zorgverzekering bij Agis Zorgverzekeringen N.V. had afgesloten. De gedaagde, die in financiële problemen verkeert, werd door Zilveren Kruis aangesproken voor een achterstand in de betalingen van haar zorgpremies en zorgkosten. Zilveren Kruis vorderde een bedrag van € 582,83, bestaande uit hoofdsom, wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten.

De gedaagde voerde als verweer aan dat zij een bijstandsuitkering ontvangt en dat zij de betalingsregeling van € 60 per maand niet altijd heeft kunnen nakomen. De kantonrechter oordeelde dat Zilveren Kruis niet voldoende had aangetoond dat de gedaagde in gebreke was gebleven met de betalingen, en dat er onvoldoende zorgvuldig onderzoek was gedaan naar de relevante feiten en omstandigheden voordat de vordering werd ingesteld. De kantonrechter wees de vordering af en veroordeelde Zilveren Kruis in de proceskosten, die aan de kant van de gedaagde op nihil werden begroot.

De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldig onderzoek door zorgverzekeraars voordat zij juridische stappen ondernemen tegen verzekerden, vooral in situaties waarin de verzekerde in financiële problemen verkeert. De kantonrechter concludeerde dat Zilveren Kruis niet had aangetoond dat de gevorderde bedragen terecht waren en dat de vordering daarom niet kon worden toegewezen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 7713174 UA EXPL 19-656 SHD/1023
Vonnis van 21 augustus 2019
inzake
de naamloze vennootschap
Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V.,
gevestigd te Utrecht,
verder ook te noemen Zilveren Kruis,
eisende partij,
gemachtigde: GGN Gerechtsdeurwaarders Utrecht,
tegen:
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] , gemeente Utrechtse Heuvelrug,
verder ook te noemen [gedaagde] ,
gedaagde partij,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 15 mei 2019, waarmee een zitting is bepaald;
  • de schriftelijke reactie van Zilveren Kruis op het verweer;
  • de zitting van 7 augustus 2019, waarvan de griffier aantekening heeft gehouden en waar alleen de heer J.A. Westdijk, GGN Gerechtsdeurwaarders, namens Zilveren Kruis aanwezig was.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil

2.1.
[gedaagde] , geboren op [geboortedatum] 1960, heeft in het verleden een zorgverzekering bij Agis Zorgverzekeringen N.V. gesloten. Sinds 2015 is die verzekering voortgezet door Zilveren Kruis. Volgens Zilveren Kruis heeft [gedaagde] al vanaf oktober 2008 voortdurend een achterstand in de betalingen. [gedaagde] is met ingang van 1 januari 2011 aangemeld bij het CAK.
2.2.
Met de dagvaarding heeft Zilveren Kruis betaling door [gedaagde] gevorderd van € 582,83 met rente en kosten. Dit bedrag bestaat uit € 953,45 aan hoofdsom, € 12,56 aan wettelijke rente berekend tot 8 april 2019 en € 96,82 aan buitengerechtelijke incassokosten, verminderd met betalingen van in totaal € 480,00. De hoofdsom heeft betrekking op:
  • vijf maandpremies voor de zorgverzekering (november 2016, juli 2018, september 2018, november 2018 en december 2018)
  • vier zorgkostennota’s (gedateerd 13 juli 2013, 23 juli 2015, 8 maart 2017 en 18 juli 2018).
2.3.
[gedaagde] heeft als verweer gevoerd dat zij een bijstandsuitkering heeft, dat zij van
€ 60 in de week moet leven, dat zij de betalingsregeling van € 60 in de maand één keer niet is nagekomen en dat zij door deze procedure verder in de problemen komt.
2.4.
Hierna heeft de kantonrechter van Zilveren Kruis onder meer een reactie op het verweer en een actuele specificatie van de vordering gevraagd. Zilveren Kruis heeft opgegeven dat [gedaagde] drie keer, namelijk in december 2018, in maart 2019 en in april 2019 het overeengekomen bedrag van € 60 niet heeft betaald. Zilveren Kruis heeft ook een brief aan [gedaagde] van 15 februari 2017 in het geding gebracht. Met die brief is [gedaagde] door GGN aangeschreven om te voldoen aan een “titel” voor een bedrag van in hoofdsom
€ 1.295,41 en de kosten van de executie (onder meer de kosten van derdenbeslag). Tijdens de zitting van 7 augustus 2019 is namens Zilveren Kruis toegelicht dat de titel een veroordelend vonnis is.

3.De beoordeling

de betalingsregeling
3.1.
Tussen partijen is niet in geschil dat [gedaagde] een achterstand had bij Zilveren Kruis. Het staat ook vast dat zij die achterstand moest inlopen door € 60 per maand af te betalen. Het geschil gaat in de eerste plaats over de vraag hoe vaak [gedaagde] het overeengekomen bedrag van € 60 niet heeft betaald. De kantonrechter geeft [gedaagde] gelijk. Zij heeft alleen in april 2019 geen € 60 betaald. Zilveren Kruis heeft als productie 1 namelijk een financieel overzicht overgelegd dat loopt van oktober 2008 tot en met juni 2019. In dat overzicht staat dat [gedaagde] ook in de maanden december 2018, alsmede januari tot en met maart 2019 steeds betalingen heeft gedaan van (minimaal) € 60 aan Zilveren Kruis voor de aflossing van schulden. Als productie 3 heeft Zilveren Kruis een financieel overzicht overgelegd van haar deurwaarder GGN. Op dat overzicht staan alleen de betalingen die [gedaagde] op een bankrekening van GGN heeft gedaan. In december 2018, alsmede februari tot en met april 2019 heeft zij geen betaling van € 60 op een rekening van GGN gedaan.
3.2.
Juist van een zorgverzekeraar mag worden verwacht dat zij zorgvuldig onderzoek doet naar de relevante feiten en omstandigheden alvorens zij opdracht geeft om een verzekerde te dagvaarden. Het is immers een feit van algemene bekendheid dat met een procedure hoge kosten zijn gemoeid en verzekerden vaak wel willen, maar niet kunnen betalen. Dat onderzoek heeft niet plaatsgevonden. Anders zou Zilveren Kruis hebben gezien dat [gedaagde] wel betalingen had gedaan op een bankrekening van Zilveren Kruis zelf.
de inhoudelijke beoordeling van de vordering
3.3.
Zilveren Kruis heeft niet voldoende toegelicht en aannemelijk gemaakt dat de gevorderde premie en zorgkosten kunnen worden toegewezen. Daarvoor zijn verschillende redenen.
3.4.
Tussen partijen is eerder een vonnis gewezen. Zilveren Kruis heeft dat vonnis niet overgelegd. Dat had zij wel moeten doen. In deze procedure vordert zij onder meer posten uit 2013, 2015 en 2016. [gedaagde] is in februari 2017 aangeschreven om te voldoen aan het vonnis. Gelet op die datum ligt het voor de hand dat posten uit 2013, 2015 en 2016 al zijn toegewezen in het vonnis dat eerder tussen partijen is gewezen. De kantonrechter kan die posten daarom niet opnieuw toewijzen.
3.5.
Zilveren Kruis heeft in deze procedure bovendien onvoldoende onderbouwd dat [gedaagde] in november 2016, alsmede in de tweede helft van 2018 was afgemeld bij het CAK en daarom de maandpremie aan Zilveren Kruis moest betalen. Dat blijkt niet uit het financiële overzicht en is ook op de zitting verder niet toegelicht. In het overzicht staat op 13 november 2016 een premiecorrectie vermeld van
-/- € 109,45. Als toelichting is vermeld:
CAK, aan/afmelding premiecorrectie. Dit is zonder nadere toelichting, die ontbreekt, niet duidelijk. Ook op 21 augustus 2018 en 23 november 2018 heeft Zilveren Kruis onder vermelding
CAK, premiecorrectie verrekend met oude postbedragen afgeboekt, te weten twee keer een bedrag van € 96,95. Ook dit is niet duidelijk. De kantonrechter kan dan ook niet vaststellen dat [gedaagde] één maand in 2016 en zes maanden in 2018 afgemeld is geweest bij het CAK. De gevorderde bedragen voor premie kunnen dus niet worden toegewezen.
3.6.
Ook de gevorderde bedragen voor zorgkosten kunnen niet worden toegewezen. Mogelijk zijn deze meegenomen in het oude vonnis. Mogelijk zijn deze al betaald. Uit het financiële overzicht van Zilveren Kruis blijkt dat zij op 21 juni 2018 en 18 juli 2018 betalingen heeft ontvangen die op de zorgkostennota van 13 juli 2013 zijn afgeboekt. Daarmee staat die nota niet meer open in haar administratie. Voor de zorgkostennota van 23 juli 2015 heeft Zilveren Kruis op 18 juli 2018 een betaling ontvangen. Ook deze nota staat niet meer open in haar administratie. Op de nota van 8 maart 2017 staat in de boeken van Zilveren Kruis nog een bedrag van € 72,38 open, op de nota van 18 juli 2018 nog een bedrag van € 13,27.
3.7.
Toch is dit onvoldoende om [gedaagde] tot betaling te veroordelen. Uit het financiële overzicht blijkt namelijk ook dat Zilveren Kruis betalingen die [gedaagde] in 2018 en 2019 heeft gedaan, heeft toegerekend aan premies en zorgkostennota’s uit 2008 en 2010. Zilveren Kruis heeft die toerekening niet toegelicht. Namens haar is tijdens de zitting wel verklaard dat betalingen zonder specifiek kenmerk altijd op de oudste posten worden afgeboekt. Maar dat is voor de kantonrechter niet voldoende. Het ligt namelijk niet voor de hand dat [gedaagde] hele oude posten heeft willen betalen. Een zorgvuldig handelend verzekeraar dient rekening te houden met het feit dat vorderingsrechten verjaren. Daarom moet zij een verzekerde waarschuwen als zij betalingen zonder kenmerk op posten van bijna tien jaar geleden wil afboeken. Dat geldt zeker als in de tussentijd een procedure is gevoerd.
3.8.
Uit het voorgaande volgt dat de vordering zal worden afgewezen. Zilveren Kruis zal worden veroordeeld in de kosten van de procedure. Die worden aan de kant van [gedaagde] begroot op nihil. [gedaagde] is bij haar verweer geholpen door [A] te Arnhem. Zij heeft echter niet gesteld dat dit een professionele gemachtigde is. Dat is ook niet gebleken.

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
wijst de vordering af;
4.2.
veroordeelt Zilveren Kruis in de proceskosten en begroot deze kosten aan de kant van [gedaagde] op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A.M. Pinckaers, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 21 augustus 2019.