Uitspraak
(de primaire besluiten) aan eiser toegezonden.
18 juli 2011 (ECLI:NL:CRVB:2011:BR0267).
Verzoek om schadevergoeding
Uitbetalen en terugvorderen diensttijdgratificatie
€ 4.031,94, (netto) vermeerderd met wettelijke rente. Volgens eiser heeft verweerder ten onrechte de proportionele diensttijdgratificatie bruto teruggevorderd. Eiser wijst ook op de uitspraak van de CRvB van 26 april 1990 (ECLI:NL:CRVB:1990:ZB3988). Uit deze uitspraak volgt volgens eiser dat een afweging plaats had moeten vinden tussen enerzijds het beginsel van rechtszekerheid en anderzijds het beginsel dat hetgeen onverschuldigd is betaald kan worden teruggevorderd.
Uitbetalen verlofuren en arbeidsduurverkorting en terugvorderen verlofuren
Inhouden van de premies IP/NP/OP/VUT/FPU en IPBW hoog
De wettelijke verhoging wegens vertraging van de salarisbetalingen
Vergoeding wettelijke rente over de nabetaling van het salaris
€ 16.341,51 niet in de berekening betrokken en de rente berekend met ingang van 1 mei 2007. Eiser zou dan nog recht hebben op een bedrag van € 4.830,28 aan wettelijke rente
(€ 10.436,66 - € 5.606,38).
1 september 2008 geen rente ontvangen. Ten overvloede merkt de rechtbank op dat niet is gebleken dat verweerder eiser ter zake de vordering van € 16.341,51 in gebreke heeft gesteld dan wel dat eiser anderszins terzake de betaling van dit bedrag aan verweerder in verzuim is zodat verweerder geen aanspraak heeft op wettelijke rente. De stelling van verweerder ter zitting dat de grondslag voor het vorderen van wettelijke rente over voornoemd bedrag is gelegen in een onrechtmatige daad omdat sprake is van onrechtmatig verkregen gelden kan de rechtbank dan ook niet volgen.
Proceskosten en griffierecht
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit voor zover dit ziet op de vergoeding van de wettelijke rente over de nabetaling van het salaris in de periode van 1 april 2007 tot 28 september 2011;
mr. M. van Ettikhoven, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
6 september 2019.