ECLI:NL:RBMNE:2019:4121

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
4 september 2019
Publicatiedatum
5 september 2019
Zaaknummer
C/16/479290 / HA RK 19-122
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gezamenlijk verzoek tot benoeming van deskundigen op grond van artikel 2:343c BW

Op 4 september 2019 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een beschikking gegeven in een civiele zaak waarin verzoekers gezamenlijk een verzoek hebben ingediend tot benoeming van drie onafhankelijke deskundigen op basis van artikel 2:343c van het Burgerlijk Wetboek. De verzoekers, bestaande uit vijf natuurlijke personen en een besloten vennootschap, zijn aandeelhouders in een holdingmaatschappij die op haar beurt aandelen houdt in andere vennootschappen die actief zijn in de groothandel van voedingsmiddelen. Het verzoek is ingediend omdat verzoeker sub 5 zijn aandelen in de vennootschap heeft aangeboden aan de andere verzoekers, en zij hebben afgesproken dat de koopprijs van deze aandelen door deskundigen zal worden vastgesteld.

De rechtbank heeft het verzoek toegewezen en benoemt de heren Alco van de Bree, Jan Pieter van Ree en Marc Broekema als deskundigen, allen geregistreerd valuators verbonden aan het Nederlands Instituut voor Register Valuators. De deskundigen zijn belast met het bindend vaststellen van de koopprijs van de aandelen van verzoeker sub 5 per 24 augustus 2018. De rechtbank heeft ook bepaald dat de kosten van de benoeming van de deskundigen voor rekening van de vennootschap komen en dat verzoekers de deskundigen van alle benodigde processtukken dienen te voorzien. De deskundigen moeten binnen drie weken na de beschikking een begroting van hun kosten indienen, en verzoekers hebben de mogelijkheid om hiertegen bezwaar te maken. De rechtbank heeft verder aangegeven dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundigen, en dat bij niet-naleving hierop gevolgen kunnen volgen.

De beschikking is openbaar uitgesproken en bevat gedetailleerde instructies voor zowel de deskundigen als de verzoekers met betrekking tot het onderzoek en de rapportage.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
handelskamer
locatie Utrecht
zaaknummer / rekestnummer: C/16/479290 / HA RK 19-122
Beschikking van 4 september 2019
in de zaak van

1.[verzoeker sub 1] ,

wonende te [woonplaats 1] ,
2.
[verzoeker sub 2],
wonende te [woonplaats 2] ,
3.
[verzoekster sub 3],
wonende te [woonplaats 3] ,
4.
[verzoekster sub 4],
wonende te [woonplaats 4] ,
5.
[verzoeker sub 5],
wonende te [woonplaats 3] ,
6. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[verzoekster sub 6] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats 1] ,
verzoekers,
advocaat mr. J.Th.M. Diks te Eindhoven.

1.Het verzoek en de beoordeling daarvan

1.1.
Het gezamenlijk verzoek van verzoekers strekt tot benoeming van drietal onafhankelijke deskundigen op grond van artikel 2:343c van het Burgerlijk Wetboek (BW).
1.2.
Aan het verzoek is het volgende ten grondslag gelegd.
1.3.
Verzoekers sub 1 tot en met 5 houden gezamenlijk alle aandelen in het geplaatste kapitaal van verzoeker sub 6 (hierna: de Vennootschap). De Vennootschap is een holdingmaatschappij en houdt alle aandelen in [bedrijfsnaam 1] B.V. [bedrijfsnaam 1] B.V. is eveneens een holdingmaatschappij en houdt alle aandelen in [bedrijfsnaam 2] B.V. [bedrijfsnaam 2] B.V. exploiteert een groothandel in zuilvelproducten, spijsoliën en vetten en een kaashandel.
1.4.
[verzoeker sub 5] houdt:
  • 2028 aandelen A in het geplaatste kapitaal van de Vennootschap, genummerd [.] - [.] ;
  • een onverdeeld aandeel ter grootte van 1/5e van 25.255 aandelen A in het geplaatste kapitaal van de Vennootschap met de nummers [.] - [.] ;
  • 1900 aandelen B in het geplaatste kapitaal van de Vennootschap, genummerd [.] - [.] .
1.5.
[verzoeker sub 5] heeft op 24 augustus 2018 alle door hem gehouden aandelen in de Vennootschap aangeboden aan verzoekers sub 1 tot en met 4, die op de voet van het bepaalde in artikel 11 lid 4 van de statuten van de Vennootschap, hebben aangegeven dat in een voorkomend geval tevens de Vennootschap als gegadigde voor de aangeboden aandelen beschouwd moet worden, waarmee [verzoeker sub 5] akkoord is gegaan.
1.6.
Verzoekers sub 1 tot en met 5 hebben nadien afgesproken dat de koopprijs van alle door [verzoeker sub 5] aangeboden aandelen, mede op de voet van het bepaalde in artikel 11 lid 6 van de statuten van de Vennootschap, gezamenlijk (bij meerderheid van stemmen) en zonder rekening te houden met het minderheidsbelang dat [verzoeker sub 5] houdt bindend zal worden vastgesteld door een drietal (van verzoekers, de Vennootschap, [bedrijfsnaam 1] B.V. en [bedrijfsnaam 2] B.V.) onafhankelijke deskundigen, te benoemen door de rechtbank.
1.7.
Het verzoek is op de wet gegrond en zal worden toegewezen. Nu verzoekers in het verzoekschrift hebben verklaard dat het deskundigenbericht tussen hen bindend zal zijn, zijn de bepalingen betreffende het voorlopig deskundigenbericht, voor zover nodig, op grond van artikel 2:343c lid 4 BW van overeenkomstig van toepassing.
1.8.
Verzoekers hebben de rechtbank verzocht om deskundigen te benoemen die elk de hoedanigheid hebben van Register Valuator, verbonden aan het Nederlands Instituut voor register valuators (hierna: het NiRV), en die kennis omtrent en ervaring hebben met de voedingsmiddelen branche (en voor zover voorhanden op het gebied van een groothandel in kaas).
1.9.
De griffier heeft de heren Alco van de Bree, Jan Pieter van Ree en Marc Broekema, allen Register Valuator en verbonden aan het NiRV, verzocht als deskundigen op te treden. Zij hebben zich bereid verklaard om hun benoeming te aanvaarden, zodat de rechtbank zal overgaan tot benoeming van hen als deskundigen.
1.10.
De opdracht aan de deskundigen strekt tot het gezamenlijk (bij meerderheid van stemmen) en zonder rekening te houden met het minderheidsbelang dat van [verzoeker sub 5] houdt, bindend vaststellen van de koopprijs van alle aandelen die [verzoeker sub 5] houdt in de Vennootschap, zulks per 24 augustus 2018.
1.11.
In afwijking van het bepaalde in artikel 11 lid 10 van de statuten van de Vennootschap hebben verzoekers afgesproken dat de kosten van de benoeming van de deskundigen alsmede het honorarium van de te benoemen deskundige (in alle gevallen (zoals genoemd in artikel 11 lid 10 van de statuten van de Vennootschap)) voor rekening van de Vennootschap zijn. Gelet hierop zal de rechtbank bepalen dat het voorschot op de kosten van de deskundige door de Vennootschap betaald moeten worden.
1.12.
Verzoekers dienen de deskundigen te voorzien van de processtukken. De rechtbank gaat er van uit dat verzoekers de deskundigen inzage zullen geven in alle bescheiden die zij voor de uitvoering van hun opdracht van belang achten. Indien een partij desgevraagd of op eigen initiatief schriftelijke opmerkingen en verzoeken aan de deskundigen doet toekomen, dient zij daarvan terstond afschrift aan de wederpartij te verstrekken.
1.13.
De rechtbank wijst erop dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundigen. De rechtbank zal deze verplichting uitwerken zoals nader onder de beslissing omschreven. Wordt aan een van deze verplichtingen niet voldaan, dan kan de rechtbank daaruit de gevolgtrekking maken die zij geraden acht, ook in het nadeel van de desbetreffende partij.

2.De beslissing

De rechtbank
2.1.
beveelt een onderzoek door drie deskundigen ter uitvoering van de opdracht zoals verwoord onder 1.10;
2.2.
benoemt tot deskundigen :
1)
Alco van de Bree,
verbonden aan [bedrijfsnaam 3] B.V.
adres: [adres 1] , [postcode 1] [vestigingsplaats 2] ,
telefoon: [telefoonnummer 1] ,
email: [e-mailadres 1] ,
2)
Jan Pieter van Ree,
verbonden aan [bedrijfsnaam 4] B.V.
adres: [adres 2] , [postcode 2] [vestigingsplaats 3] ,
telefoon: [telefoonnummer 2] / [telefoonnummer 3] ,
email: [e-mailadres 2] ,
3)
Marc Broekema,
verbonden aan [bedrijfsnaam 5] B.V.
adres: [adres 3] , [postcode 3] [vestigingsplaats 4] ,
telefoon: [telefoonnummer 4] / [telefoonnummer 5] ,
email: [e-mailadres 3] ,
het voorschot
2.3.
bepaalt met het oog op de vaststelling van het voorschot terzake van de kosten van de deskundigen het volgende:
- de deskundigen dienen binnen drie weken na de datum van deze beschikking een begroting van hun kosten op te geven aan de civiele griffie, gespecificeerd naar het aantal uren, het uurtarief en de overige kosten;
- de civiele griffie zal bedoelde opgave toezenden aan verzoekers;
- verzoekers kunnen binnen twee weken daarna bij mr. L.M.G. de Weerd schriftelijk bezwaar maken tegen de begroting;
- indien niet tijdig bezwaar wordt gemaakt wordt het voorschot terzake van de kosten van de deskundigen reeds nu voor alsdan vastgesteld op het door de deskundigen te begroten bedrag;
- indien wel tijdig bezwaar wordt gemaakt zal de begroting worden vastgesteld bij afzonderlijke beslissing;
2.4.
bepaalt dat [verzoekster sub 6] B.V. het bedrag van het voorschot ter griffie moet deponeren binnen twee weken nadat zij een daartoe strekkend betalingsverzoek van de civiele griffie heeft ontvangen;
2.5.
draagt de griffier op om de deskundigen onmiddellijk in kennis te stellen van de betaling van het voorschot;
2.6.
verklaart de beslissing over het voorschot uitvoerbaar bij voorraad;
2.7.
wijst de deskundigen erop dat zij het onderzoek onmiddellijk dienen te staken en contact dienen op te nemen met de griffie, indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn;
het onderzoek
2.8.
bepaalt dat verzoekers hun procesdossier in afschrift aan de deskundigen dienen te doen toekomen;
2.9.
bepaalt dat de deskundigen het onderzoek zelfstandig zullen instellen op de door de deskundigen in overleg met verzoekers te bepalen tijd en plaats;
2.10.
wijst de deskundigen er op dat:
  • de deskundigen voor aanvang van het onderzoek dienen kennis te nemen van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (te raadplegen op
  • de deskundigen het onderzoek pas na het bericht van de griffier omtrent betaling van het voorschot dienen aan te vangen,
  • de deskundigen het onderzoek onmiddellijk dienen te staken en contact dienen op te nemen met de griffier, indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn;
2.11.
bepaalt dat verzoekers nadere inlichtingen en gegevens aan de deskundigen dienen te verstrekken indien dezen daarom verzoeken, de deskundigen toegang dienen te verschaffen tot voor het onderzoek noodzakelijke plaatsen, en de deskundigen ook voor het overige gelegenheid dienen te geven tot het verrichten van het onderzoek;
het schriftelijk rapport
2.12.
draagt de deskundigen op om uiterlijk drie maanden na het schriftelijk bericht van de griffier omtrent de betaling van het voorschot een schriftelijk en ondertekend bericht in drievoud ter griffie van de rechtbank in te leveren, onder bijvoeging van een gespecificeerde declaratie;
2.13.
wijst de deskundigen er op dat:
  • uit het schriftelijk bericht moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundigen is gebaseerd,
  • de deskundigen een concept van het rapport aan verzoekers moeten toezenden, opdat verzoekers de gelegenheid krijgen binnen vier weken daarover bij de deskundigen opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundigen in het definitieve rapport de door verzoekers gemaakte opmerkingen en verzoeken en de reactie van de deskundigen daarop moeten vermelden;
2.14.
bepaalt dat verzoekers binnen vier weken dienen te reageren op het concept-rapport van de deskundigen nadat dit aan verzoekers is toegezonden en dat verzoekers bij de deskundigen geen gelegenheid hebben op elkaars opmerkingen en verzoeken naar aanleiding van het concept-rapport te reageren;
2.15.
draagt de griffier op een afschrift van deze beschikking toe te zenden aan de deskundige en bepaalt dat de overige processtukken door verzoekers binnen één week na de datum van deze beschikking zelf aan de deskundige worden toegezonden.
Deze beschikking is gegeven door mr. L.M.G. de Weerd en in het openbaar uitgesproken op 4 september 2019. [1]

Voetnoten

1.type: AS/4879