ECLI:NL:RBMNE:2019:4110

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
4 september 2019
Publicatiedatum
4 september 2019
Zaaknummer
7325100 UA EXPL 18-883
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van zorgpremies en zorgkostennota's met proceskostenveroordeling

In deze zaak heeft Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die in persoon procedeerde, voor een bedrag van € 623,90. Dit bedrag is ontstaan uit een betalingsachterstand voor zorgpremies en zorgkostennota's over de periode van 8 mei tot en met 6 februari 2019. De vordering is verminderd na een tussenvonnis, waarin Zilveren Kruis erkende dat er een vergissing was gemaakt bij het opstellen van de dagvaarding, omdat er al een vaststellingsovereenkomst was gesloten voor een eerdere periode. De gedaagde heeft erkend dat hij een betalingsachterstand heeft en wenst een regeling te treffen, maar maakt bezwaar tegen extra kosten.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedaagde geen verweer heeft gevoerd tegen het gevorderde bedrag na vermindering van eis, waardoor de vordering werd toegewezen. Tevens is vastgesteld dat Zilveren Kruis de dagvaarding niet zorgvuldig heeft opgesteld, aangezien zij al een executoriale titel had voor de openstaande bedragen tot en met 7 mei 2018. Hierdoor kon Zilveren Kruis de proceskosten niet verhalen op de gedaagde, en is besloten dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.

De beslissing van de kantonrechter houdt in dat de gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, de proceskosten worden gecompenseerd, en het vonnis uitvoerbaar bij voorraad wordt verklaard. Het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken op 20 februari 2019 door kantonrechter mr. H.A.M. Pinckaers in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 7325100 UA EXPL 18-883 SHD/1023
Vonnis van 20 februari 2019
inzake
de naamloze vennootschap
Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V.,
gevestigd te Utrecht,
verder ook te noemen Zilveren Kruis,
eisende partij,
gemachtigde: Syncasso Gerechtsdeurwaarders B.V.,
tegen:
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
verder ook te noemen [gedaagde] ,
gedaagde partij,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 19 december 2018, waarmee nadere inlichtingen zijn gevraagd en een zitting is bepaald;
  • de brief van de gemachtigde van van Zilveren Kruis van 8 januari 2019 met onder meer een specificatie van de vordering,
  • de zitting van 6 februari 2019, waarvan de griffier aantekening heeft gehouden en waar aanwezig waren:
- de heer [gedaagde] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil

2.1.
Zilveren Kruis heeft bij dagvaarding betaling gevorderd van € 2.173,26 (bestaande uit € 2.103,26 aan hoofdsom, € 31,33 aan wettelijke rente berekend tot 26 oktober 2018, € 329,04 aan buitengerechtelijke incassokosten, verminderd met € 290,37) met verdere rente en kosten. De hoofdsom heeft betrekking op premies voor de zorgverzekering en zorgkostennota’s over de periode van 1 juni 2017 tot en met 18 augustus 2018.
2.2.
Na tussenvonnis heeft Zilveren Kruis haar vordering verminderd. Zij heeft aangevoerd dat zij bij het opstellen van de dagvaarding een vergissing heeft gemaakt en niet heeft gezien dat zij met [gedaagde] een vaststellingsovereenkomst heeft gesloten voor de premie en zorgkostennota’s tot en met 7 mei 2018. Die vaststellingsovereenkomst is vastgelegd in een proces-verbaal van de kantonrechter van deze rechtbank in de zaak met nummer 66692496 UC EXPL 18-2191. Zilveren kruis vordert in deze procedure daarom alleen de achterstand die is ontstaan in de periode van 8 mei tot en met 6 februari 2019. Dat is een bedrag van € 623,90 (de premie voor de maanden juni en juli 2018, alsmede de zorgkostennota’s van 13 juni 2018 en 18 augustus 2018. Zij heeft tevens vermeld dat [gedaagde] met ingang van oktober 2018 is aangemeld bij het CAK. Omdat in de aanmaning van 25 september 2018 een te hoog bedrag is opgenomen, maakt Zilveren Kruis geen aanspraak meer op buitengerechtelijke incassokosten. Uit coulance maakt zij eveneens geen aanspraak op rente.
2.3.
[gedaagde] heeft erkend dat hij een betalingsachterstand heeft bij Zilveren Kruis. Hij heeft zijn financiële situatie toegelicht. [gedaagde] wenst een regeling te treffen met Zilveren Kruis. Hij maakt bezwaar tegen de extra kosten.

3.De beoordeling

3.1.
Omdat [gedaagde] geen verweer voert tegen het bedrag dat na vermindering van eis wordt gevorderd zal dit worden toegewezen.
3.2.
Ter zitting is besproken dat [gedaagde] voor het treffen van een betalingsregeling contact kan opnemen met de gemachtigde van Zilveren Kruis, mevrouw M. Mulder van Syncasso. De kantonrechter kan hierover geen beslissing nemen.
3.3.
Zilveren Kruis heeft de dagvaarding niet zorgvuldig opgesteld. Zij had moeten zien dat zij al een executoriale titel had voor de openstaande bedragen tot en met 7 mei 2018. Op grond van artikel 21 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering had zij de kantonrechter daarover al bij dagvaarding moeten informeren. Gelukkig is deze fout tijdens de procedure hersteld. De gang van zaken is wel zo onzorgvuldig dat Zilveren Kruis de kosten van deze procedure niet kan verhalen op [gedaagde] . Ieder partij dient de eigen kosten te dragen.

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Zilveren Kruis tegen bewijs van kwijting te betalen € 623,90;
4.2.
compenseert de proceskosten, in die zin dat iedere partij de eigen proceskosten draagt;
4.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
4.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A.M. Pinckaers, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 20 februari 2019.