ECLI:NL:RBMNE:2019:4080
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verlaging van AOW-pensioen naar gehuwdennorm na samenwonen
In deze zaak hebben eisers, een echtpaar dat sinds 2002 niet meer samenwoont, beroep ingesteld tegen de verlaging van hun AOW-pensioen naar de gehuwdennorm door de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Eisers zijn op 1961 gehuwd en ontvangen sinds respectievelijk 1996 en 1999 AOW. De SVB heeft hen per 1 augustus 2018 als gehuwden aangemerkt, omdat eiseres per 1 juli 2018 weer bij eiser is ingetrokken. De SVB heeft in twee besluiten van 10 december 2018 de pensioenen van eisers verlaagd naar de gehuwdennorm, wat door eisers werd betwist. De rechtbank heeft de beroepen van eisers op 23 augustus 2019 ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelde dat de SVB terecht de gehuwdennorm heeft toegepast, aangezien eisers wettelijk gehuwd zijn en sinds 1 juli 2018 samen op hetzelfde adres wonen. De rechtbank benadrukte dat de echtscheiding van eisers pas is voltooid wanneer deze is ingeschreven, en dat de SVB geen ruimte heeft om een uitzondering te maken voor hun situatie. De rechtbank verwierp ook het argument van eisers dat de SVB hen onvoldoende had geïnformeerd over de gevolgen van hun samenwonen. De rechtbank concludeerde dat de SVB de pensioenen van eisers terecht heeft verlaagd en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.