Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
om alle voorzorgsmaatregelen te nemen die volgens goed zeemanschap of door de omstandigheden waarin het door hem bestuurde schip zich bevindt zijn geboden teneinde te voorkomen het leven van personen in gevaar wordt gebracht en/of schade wordt veroorzaakt aan andere schepen en/of de veiligheid of het vlotte verloop van de scheepvaart in gevaar wordt gebracht.
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
Ik stond op 24 september 2018 aan het roer van het containerschip de [containerschip] . Ik voer op het moment van de aanvaring met de stuurhut naar beneden omdat ik enkele minuten verwijderd was van een brug bij Breukelen. Ik heb daarom drie camera’s, de radar en het navigatiesysteem in de gaten gehouden. In de bocht bij Breukelen moest ik uitwijken voor een tegenligger die richting Amsterdam voer. Ik heb het motorjacht nooit gezien. Mogelijk is dit te wijten aan zonlicht dat de camera’s heeft verblind”
Indien de [containerschip] geladen is met containers, zal de schipper het stuurhuis laten zakken tot net onder het niveau van de bovenste rij containers bij passage van bruggen. Het ‘zicht’ op het vaarwater en de overige scheepvaart wordt dan verkregen middels een kleuren video camera op het voorschip en een camera aan beide zijden van het stuurhuis. [9] (…) Het schip is voorzien van een radarsysteem, met een radarscanner op het voorschip en een radarscanner op het achterschip. Tijdens dit onderzoek voer een klein snel motorschip de Prinses Beatrixhaven in. Dit was goed waar te nemen op het radarscherm van de voorste radarscanner. [10] (…) De werking van voortstuwing en stuursysteem van beide schepen vertoonden geen gebreken. Op de [containerschip] werd gevaren met de stuurhut naar beneden en met behulp van radar, elektronisch kaartsysteem en camera's. De werking van deze systemen vertoonden geen gebreken. [11] (…) Van de gevaren route op 24 september 2018 van het schip de [containerschip] zijn enkele schermafdrukken gemaakt. Te zien is dat de track van de [containerschip] enkele malen dicht langs de linker (westelijke) oever loopt. [12] (…) Iets na de bocht bij Breukelen, juist voorbij de meerplaats, loopt de track van de [containerschip] iets over de oever van het Amsterdam-Rijnkanaal. Hier zal het schip zeer dicht langs de oever hebben gevaren. [13] De [containerschip] ontmoet nabij Breukelen tegenvaart. Het kanaal is daar ongeveer 100 meter breed. Voor de [containerschip] blijft er voldoende ruimte over om veilig de tegenvaart te ontmoeten. (…) Het is een bekend fenomeen, dat als schepen te dicht onder de oever varen, oeverzuiging optreden kan. Hierdoor trekt eerst het achterschip naar de oever. De vlaggen in de voormast van de [containerschip] waaien naar bakboord, dus zal de wind van stuurboord ingekomen zijn. Het schip kan dus niet onder invloed van de wind richting deze oever gewaaid zijn. Verblinding van zonlicht zal waarschijnlijk geen rol hebben gespeeld, gezien de richting waarin de schaduwen van de bomen langs het kanaal lopen op het video filmpje. [14] Foto 5. Beeldscherm bakboord(linker) videocamera, gericht naar voorschip. Vaste opstelling. In- en uitzoombaar. Foto 6. Beeldscherm videocamera in voormast. Draaibaar en in- en uitzoombaar. [15] ”
5.BEWEZENVERKLARING
- onvoldoende uitkijk te houden en onvoldoende visueel vast te stellen of veilige vaart mogelijk was en
- te dicht bij de oever te varen en
- onvoldoende de koers van die ‘ [containerschip] ’ aan te passen teneinde een motorjacht, genaamd ‘ [motorjacht] ’, met gepaste afstand te kunnen oplopen/voorbijlopen/naast die ‘ [motorjacht] ’ te kunnen varen, zodat geen gevaar voor aanvaring zou zijn ontstaan en
- zich onvoldoende ervan te vergewissen dat het uitwijken voor tegenvaart zonder gevaar kon geschieden,
ten gevolge van welke handelingen levensgevaar voor anderen, te weten [getuige 1] en
6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
9.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
10.BESLISSING
een geldboete ter hoogte van 750 euro(zegge: zevenhonderdvijftig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door vijftien dagen hechtenis.
- niet, althans onvoldoende, uitkijk te houden en/of niet, in elk geval onvoldoende visueel, vast te stellen of veilige vaart mogelijk was en/of
- te dicht bij de oever te varen en/of
- niet, in elk geval onvoldoende, de koers en/of de snelheid van die ‘ [containerschip] ’ aan te passen teneinde een motorjacht, genaamd ‘ [motorjacht] ’, met gepaste afstand en/of snelheid te kunnen oplopen/voorbijlopen/naast die ‘ [motorjacht] ’ te kunnen varen, zodat geen gevaar voor aanvaring zou zijn ontstaan en/of
- zich niet dan wel onvoldoende ervan te vergewissen dat het uitwijken voor tegenvaart zonder gevaar kon geschieden;
Ten gevolge van welke handelingen levensgevaar voor anderen, te weten [getuige 1] en/of [A] en/of [getuige 2] , is ontstaan;
( art 169 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
om, ook bij het ontbreken van uitdrukkelijke voorschriften als bedoeld in het Binnenvaartpolitiereglement, alle voorzorgsmaatregelen te nemen die volgens goed zeemanschap of door de omstandigheden waarin het door hem bestuurde schip zich bevindt zijn geboden teneinde (met name) te voorkomen het leven van personen in gevaar wordt gebracht
en/of schade wordt veroorzaakt aan (onder meer) andere schepen en/of de veiligheid of het vlotte verloop van de scheepvaart in gevaar wordt gebracht, immers heeft/is hij, verdachte, (toen en aldaar)
- geen, in elk geval onvoldoende, uitkijk gehouden en/of niet, in elk geval onvoldoende visueel, vastgesteld of veilige vaart mogelijk was, en/of
- niet, in elk geval onvoldoende, de koers en/of de snelheid van die ‘ [containerschip] ’ aangepast teneinde een motorjacht, genaamd ‘ [motorjacht] ’, met gepaste afstand en/of snelheid te kunnen oplopen/voorbijlopen/naast die ‘ [motorjacht] ’ te kunnen varen, zodat geen gevaar voor aanvaring zou zijn ontstaan, en/of
- zich niet dan wel onvoldoende ervan vergewist dat het uitwijken voor tegenvaart zonder gevaar kon geschieden, en/of
- zich niet, in elk geval, onvoldoende ervan heeft vergewist dat het varen naast die ' [motorjacht] ’/oplopen/voorbijlopen van die ‘ [motorjacht] ’ veilig kon geschieden, en/of waardoor hij, verdachte, met het door hem bestuurde schip ‘ [containerschip] ’ tegen die ‘ [motorjacht] ’ is gebotst/aangevaren en (vervolgens)
- het leven van [getuige 1] en/of [getuige 2] en/of [A] in gevaar is gebracht, en/of
- schade is toegebracht aan die ‘ [motorjacht] ’;
( art 1.04 ahf/ond a Binnenvaartpolitiereglement, art 1.04 ahf/ond b Binnenvaartpolitiereglement, art 1.04 ahf/ond c Binnenvaartpolitiereglement )