Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
[verweerder sub 4],
[verweerder sub 6] ,
7 [belanghebbende sub 7] ,
1.De procedure
(de handelskamer van) de rechtbank Midden-Nederland.
2.De feiten
Head Creative of Films.
CFO) een aantal gesprekken gevoerd over het vertrek van [verzoeker] bij [verweerder sub 1] . Vanwege het vertrek van [verzoeker] eind 2017 zijn de Certificaten van [verzoeker] overgedragen aan [bedrijf 1] voor een koopsom van € 17.200. Dit is vastgelegd in de “Sale and Transfer Deed” (hierna: SaTD) op 10 november 2017 overeengekomen tussen [verzoeker] , [bedrijf 1] en Stichting [stichting] . Verder is in de SaTD onder meer het volgende opgenomen:
Whereas:(…)
(…)
kantonrechter: deCertificaten] were deemed offered for sale in accordance with article 5B of the Trust Conditions to [bedrijf 1] by [verzoeker] against the price as determined in accordance with article 5B paragraph 8 of the Trust Conditions, which shall be set at, as agreed with [verzoeker] , EUR 17,200.
7.General provisions
ontbinden) or annul (
vernietiging) this Deed, whether in whole or in part, including such rights under section 6:265 DCC.
WHEREAS:
CEOvan [verweerder sub 5] . In april 2018 is [belanghebbende sub 7] vertrokken bij [verweerder sub 5] . [belanghebbende sub 7] is opgevolgd door
(onder andere) [verweerder sub 6] . [belanghebbende sub 7] heeft na zijn vertrek zijn eigen investeringsmaatschappij opgericht genaamd [verweerder sub 2] .
3.Het verzoek en het verweer
(zowel primair als subsidiair) [verzoeker] te veroordelen in de kosten van het geding.
4.De beoordeling
fishing expeditionis dan ook geen sprake. Een voorlopig getuigenverhoor dient ertoe degene die daarom verzoekt, in staat te stellen te beoordelen of het zinvol is een voorgenomen vordering in te stellen. In deze procedure ligt de toewijsbaarheid van die vordering dan ook niet ter toetsing voor. Dat de vordering op grond van dwaling volgens verweerders evident kansloos is omdat de vernietiging niet kan worden gegrond op een dwaling die enkel toekomstige omstandigheden betreft, kan hen niet baten. Voorshands kan niet worden aangenomen dat de vernietiging is gegrond op een dwaling die een uitsluitend toekomstige omstandigheid betreft of die in verband met de aard van de overeenkomst, de in het verkeer geldende opvattingen of de omstandigheden van het geval voor rekening van de dwalende behoort te blijven (art. 6:228 lid 2 BW). Op voorhand staat dan ook niet vast dat een nog in te stellen vordering volkomen kansloos is. Daar komt bij dat het voorlopig getuigenverhoor ook tot doel hoeft om verdere concretisering van de vordering mogelijk te maken.
23 april 2019 meegedeeld dat hij heeft moeten concluderen dat [verweerder sub 6] geen bijdrage kan leveren aan de door [verzoeker] beoogde waarheidsvinding. Indien het verzoek wordt toegewezen, zal [verzoeker] [verweerder sub 6] noch andere bestuurders van [verweerder sub 5] oproepen als getuigen.
[verweerders sub 5 en 6 c.s.] , die worden begroot op € 240,00 (1 punt salaris gemachtigde).
5.De beslissing
Almereaan de Diagonaal 37 op een nader door de rechter-commissaris te bepalen datum en tijdstip;
binnen veertien dagenna heden schriftelijk aan de kantonrechter – ter attentie van de rekestenadministratie – een opgave doen van hun verhinderdata over de periode van de komende zes maanden;
binnen één weekna de datum van deze beschikking een afschrift van het verzoekschrift en van deze beschikking bij aangetekende brief of bij exploot aan [belanghebbende sub 7] moet doen toekomen;
[verweerders sub 5 en 6 c.s.] begroot op € 240,00 aan salaris gemachtigde;