Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres [adres] , [woonplaats] .
Rechtbank Midden-Nederland
Op 2 augustus 2019 heeft de Rechtbank Midden-Nederland zeven jongeren veroordeeld voor hun betrokkenheid bij een serie woninginbraken in de omgeving van Baarn. De hoofdverdachten, twee 18-jarige jongens, kregen jeugddetentie opgelegd van respectievelijk 20 en 16 maanden. De groep had zich maandenlang schuldig gemaakt aan verschillende inbraken waarbij geld, telefoons, camera's en sieraden werden gestolen. De rechtbank oordeelde dat de hoofdverdachten een leidende rol hadden binnen de groep en anderen aanstuurden om op verkenning te gaan. De werkwijze was vaak hetzelfde, waarbij tandenstokers of takjes in deur- of raamkozijnen werden geplaatst om te controleren of bewoners thuis waren.
De rechtbank benadrukte de impact van woninginbraken op de slachtoffers, die niet alleen materiële schade ondervonden, maar ook in hun gevoel van veiligheid werden aangetast. De verdachten werden zwaar aangesproken op hun daden, waarbij de rechtbank rekening hield met het georganiseerde karakter van de inbraken en het criminele samenwerkingsverband. Van de zeven verdachten waren er vier minderjarig. Eén van hen werd veroordeeld voor heling en kreeg een gevangenisstraf van 4 maanden, waarvan 2 voorwaardelijk. De overige drie minderjarigen kregen gevangenisstraffen van 12, 10 en 6 maanden, met voorwaardelijke delen.
Een achtste verdachte, die alleen werd verdacht van deelname aan het criminele samenwerkingsverband, werd vrijgesproken. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de tenlastelegging, omdat er onvoldoende bewijs was dat hij had deelgenomen aan het criminele samenwerkingsverband. De rechtbank concludeerde dat de contacten van de verdachte met anderen niet voldoende bewijs opleverden voor zijn betrokkenheid bij de inbraken.