ECLI:NL:RBMNE:2019:3825

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
14 augustus 2019
Publicatiedatum
15 augustus 2019
Zaaknummer
7398451
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding koopovereenkomst auto en schadevergoeding na gebreken

In deze zaak heeft eiser, een consument, een vordering ingesteld tegen gedaagde, een autohandelaar, wegens gebreken aan een tweedehands auto die hij had gekocht. De auto, een Renault Scenic uit 2005, werd aangeboden met de mededeling dat deze APK-gekeurd was en in nieuwstaat verkeerde. Eiser had de auto aangeschaft voor € 3.500,-, maar na levering op 7 april 2018 vertoonde de auto direct storingen, waaronder defecte remblokken en een niet-functionerende airconditioning. Eiser heeft de overeenkomst ontbonden en vordert terugbetaling van de aankoopsom, schadevergoeding en proceskosten.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat de auto niet voldeed aan de overeenkomst, omdat de gebreken niet aan eiser bekend konden zijn bij de aankoop. De rechter heeft artikel 7:17 en 7:18 van het Burgerlijk Wetboek toegepast, waaruit volgt dat een afgeleverde zaak aan de overeenkomst moet beantwoorden. Aangezien de gebreken binnen zes maanden na aflevering zijn ontdekt, is de ontbinding van de koopovereenkomst gerechtvaardigd. Gedaagde is veroordeeld tot terugbetaling van de aankoopsom en aanvullende schadevergoeding, evenals de proceskosten van eiser. De wettelijke rente is toegewezen vanaf de dagvaarding, omdat eiser onvoldoende heeft aangetoond wanneer gedaagde in verzuim was. Het vonnis is uitgesproken door kantonrechter mr. P. Dondorp op 14 augustus 2019.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Amersfoort
zaaknummer: 7398451 AC EXPL 18-4117 JD/40888
Vonnis van 14 augustus 2019
in de zaak van
[eiser],
wonend in [woonplaats] ,
verder ook te noemen [eiser] ,
eisende partij,
gemachtigde: H.J. de Boer ( [.] )
tegen:
[gedaagde] ,
handelend onder de naam ‘ [handelsnaam] ’,
gevestigd in [vestigingsplaats] ,
verder ook te noemen [gedaagde] ,
gedaagde partij,
procederend in persoon.

1.De procedure

[eiser] heeft een dagvaarding ingediend en daarmee een vordering ingesteld tegen [gedaagde] . [gedaagde] heeft schriftelijk verweer gevoerd. Vervolgens hebben partijen nog schriftelijk op elkaar gereageerd. Daarna volgt dit vonnis.

2.Het geschil en de beoordeling daarvan

2.1.
[gedaagde] heeft in maart 2018 op de website van zijn autobedrijf [handelsnaam] een tweedehands personenauto aangeboden. Het was een Renault Scenic met het bouwjaar 2005 en een vraagprijs van € 3.945,-. In de advertentie stond onder meer genoemd dat de auto APK-gekeurd is, zeer mooi en technisch goed onderhouden is en in nieuwstaat verkeert.
2.2.
Toen [eiser] interesse toonde in de auto heeft hij meteen tegen [gedaagde] gezegd dat hij een goede en betrouwbare auto nodig had voor zijn vakantie naar Frankrijk met zijn gezin met zes kinderen. [gedaagde] verzekerde hem dat de auto betrouwbaar was. Op 31 maart 2018 heeft [eiser] de auto gekocht voor € 3.500,-. In de schriftelijke koopovereenkomst staat onder meer dat de auto APK gekeurd is.
2.3.
Op 7 april 2018 is de auto geleverd. Op diezelfde dag vertoonde de auto storingen en bleek de airconditioning niet te werken. [gedaagde] heeft geprobeerd de problemen te verhelpen, maar dit mocht niet baten. Dit was voor [eiser] een reden om in juli 2018 bij een Renaultgarage een zomercheck te laten uitvoeren voor hij met zijn gezin op vakantie zou gaan. Bij deze check werden verschillende gebreken geconstateerd, waaronder defecte remblokken en -schijven (voor én achter).
2.4.
[eiser] heeft daarna per aangetekende brief en met een brief van zijn gemachtigde de overeenkomst ontbonden omdat de auto niet aan de overeenkomst beantwoordt. [gedaagde] heeft hierop niet gereageerd. [eiser] vordert daarom in deze procedure:
  • primair een verklaring voor recht dat de koopovereenkomst is ontbonden, subsidiair ontbinding van de koopovereenkomst;
  • een vrijwaringsbewijs wanneer de auto door [gedaagde] in ontvangst is genomen;
  • de terugbetaling van de aankoopsom van de auto, de aanvullende schadevergoeding, de wettelijke rente tot de dagvaarding en de buitengerechtelijke incassokosten;
  • de wettelijke rente over € 4.645,63 vanaf de dag van dagvaarding tot de betaling;
  • de proceskosten.
2.5.
[eiser] heeft als consument een overeenkomst gesloten met autohandelaar [gedaagde] . Daarom is bij de beantwoording van de vraag of de auto aan de overeenkomst beantwoordt artikel 7:17 lid 1 en lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) van toepassing. Hieruit volgt dat een afgeleverde zaak – in dit geval de auto – aan de overeenkomst moet beantwoorden. Een zaak beantwoordt niet aan de overeenkomst als het niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. De koper mag verwachten dat de zaak de eigenschappen bezit die nodig zijn voor een normaal gebruik en waarbij je niet hoeft te twijfelen of deze eigenschappen aanwezig zijn. Artikel 7:18 lid 2 BW bepaalt dat bij een consumentenkoop wordt vermoed dat de zaak bij aflevering niet aan de overeenkomst heeft beantwoord als de afwijking zich binnen zes maanden na aflevering openbaart.
2.6.
Bij de mededelingen dat de auto APK-gekeurd was, technisch goed onderhouden was en in nieuwstaat verkeerde hoefde [eiser] niet te verwachten dat met name de remblokken (voor én achter) defect waren. Voor een goed en veilig gebruik van een auto zijn de remmen essentieel. Deze gebreken waren niet bekend en konden ook niet bekend zijn bij [eiser] toen de koopovereenkomst werd gesloten. Vanwege deze gebreken heeft de auto niet de eigenschappen die [eiser] op grond van de overeenkomst bij normaal gebruik mocht verwachten. Bovendien zijn deze gebreken binnen zes maanden na aflevering ontdekt. [gedaagde] heeft onvoldoende concreet gesteld dat het vermoeden dat de auto bij aflevering niet aan de overeenkomst beantwoordde niet klopte. Hoewel de auto niet nogmaals APK gekeurd is, is er geen reden om te twijfelen aan de bevindingen van de Renaultgarage bij de zomercheck.
2.7.
De auto voldeed dus niet aan de overeenkomst en daarom mocht [eiser] de overeenkomst ontbinden. De vordering tot verklaring voor recht dat de overeenkomst is ontbonden zal daarom worden toegewezen. Door de ontbinding zal [gedaagde] het aankoopbedrag van € 3.500,- moeten terugbetalen aan [eiser] . Ook moet [gedaagde] bij ontvangst van de auto zorgen dat [eiser] een vrijwaringsbewijs krijgt.
2.8.
[eiser] vordert ook vergoeding van de bijkomende schade. Dit zijn de kosten die hij heeft moeten maken vanwege de gebreken aan de auto. [gedaagde] heeft deze schadeposten niet betwist en verder komt de vordering de kantonrechter gegrond voor. [gedaagde] zal de aanvullende schade van € 1.145,63 aan [eiser] moeten betalen.
2.9.
[eiser] heeft meermalen een aanmaning verstuurd met het verzoek aan [gedaagde] om te betalen. Dit heeft niet tot betaling of een andere reactie geleid. [eiser] heeft daarom op grond van de wet ook recht op buitengerechtelijke incassokosten. Het bedrag van € 713,37 (inclusief btw) komt overeen met de geldende regelgeving.
2.10.
[eiser] vraagt de wettelijke rente vanaf de dag van levering omdat volgens hem [gedaagde] sindsdien in verzuim is. Dit klopt niet. Voor verzuim is een ingebrekestelling nodig. [eiser] heeft onvoldoende duidelijk gemaakt vanaf wanneer [gedaagde] precies in verzuim is. De wettelijke rente zal daarom worden toegewezen vanaf de dagvaarding.
2.11.
[gedaagde] heeft bij zijn laatste reactie in deze procedure gevraagd om [eiser] te veroordelen tot het verwijderen van twee slechte referenties op internet. De kantonrechter geeft hier in deze procedure geen oordeel over. Zo’n tegenverzoek kan worden ingesteld bij de eerste reactie op de dagvaarding; in een latere reactie kan dat niet meer. Dit is bepaald in artikel 137 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
2.12.
Omdat [gedaagde] ongelijk krijgt wordt hij veroordeeld tot betaling van de proceskosten. De kosten van [eiser] worden begroot op:
- dagvaarding € 101,03
- griffierecht € 226,00
- salaris gemachtigde €
600,00(2 punten x tarief € 300,00)
Totaal € 927,03

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
verklaart voor recht dat de koopovereenkomst tussen partijen is ontbonden;
3.2.
veroordeelt [gedaagde] om een vrijwaringsbewijs te leveren aan [eiser] zodra hij de auto in ontvangst heeft genomen;
3.3.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser] te betalen € 5359,00 met de wettelijke rente over € 4645,63 vanaf 28 november 2018 tot de betaling;
3.4.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten van [eiser] , tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 927,03 waarin begrepen € 600,00 aan salaris gemachtigde;
3.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. Dondorp, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 14 augustus 2019.