Op 1 augustus 2019 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland een mondelinge uitspraak gedaan over de bouw van zes mestsilo’s in het dorp Bant, gemeente Noordoostpolder. De voorzieningenrechter heeft besloten dat de bouw van de silo’s voorlopig niet hoeft te worden stopgezet, ondanks bezwaren van omwonenden. Deze omwonenden vrezen voor stank- en geuroverlast en overlast van vrachtverkeer, aangezien het mestverwerkingsbedrijf een vergunning heeft gekregen van de gemeente om de silo’s en een weegbrug te bouwen. De gemeente heeft gebruik gemaakt van een flitsvergunning, waardoor de vergunning snel is verleend.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat het aan de gemeente is om de bezwaren van de omwonenden te beoordelen in de bezwaarprocedure. Hij wil niet op de stoel van het gemeentebestuur zitten en oordeelt dat het belang van de vergunninghouder in dit geval zwaarder weegt dan dat van de omwonenden. De voorzieningenrechter benadrukt dat de bouw van de silo’s geen onomkeerbare gevolgen heeft, aangezien de silo’s in de toekomst weer afgebroken kunnen worden als blijkt dat de vergunning niet voldoet aan de wet- en regelgeving. De uitspraak houdt in dat de bouw van de mestsilo’s kan doorgaan terwijl de bezwaarprocedure loopt, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. K. de Meulder, in aanwezigheid van griffier mr. M. Knoop, en is openbaar uitgesproken op dezelfde dag.