Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 9 augustus 2019 in de zaak tussen
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
J.A.M. Thomassen, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
9 augustus 2019.
Rechtbank Midden-Nederland
Op 9 augustus 2019 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer UTR 18/4250. Eiser(es) heeft beroep ingesteld tegen een onbekend besluit van de Belastingdienst/Toeslagen, maar heeft het griffierecht niet op tijd betaald. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser(es) geen geldige reden heeft gegeven voor het niet betalen van het griffierecht, dat € 46,- bedraagt. Eiser(es) heeft ook geen beroepsgronden ingediend en geen kopie van het besluit overgelegd.
De rechtbank heeft eiser(es) op 22 december 2018 en 21 november 2018 aangetekende brieven gestuurd met verzoeken om het griffierecht te betalen en om de beroepsgronden in te dienen. Aangezien eiser(es) geen bijzondere omstandigheden heeft genoemd die het niet tijdig betalen van het griffierecht of het niet indienen van de beroepsgronden zouden rechtvaardigen, heeft de rechtbank besloten om het beroep niet inhoudelijk te behandelen.
De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiser(es) krijgt geen gelijk en er wordt geen vergoeding van proceskosten toegekend. De uitspraak is gedaan door mr. V.E. van der Does, rechter, in aanwezigheid van J.A.M. Thomassen, griffier, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.