Uitspraak
kantoorhoudend te Heerlen,
eiser, hierna te noemen: de curator,
advocaat mr. E.Ph. Roelofs,
wonend te [woonplaats] ,
verweerder, hierna te noemen: [verweerder] ,
advocaat mr. M.C. Krau.
1.De procedure
- de procesinleiding
- het verweerschrift
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling op 9 juli 2018
- de spreekaantekeningen van de curator
- de akte tevens houdende wijziging van eis van de curator
- de antwoordakte van [verweerder] .
2.Enkele feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Het toetsingskader voor de vorderingen van de curator op grond van artikel 2:248 BW
ook voor het overigeonbehoorlijk heeft vervuld (Hoge Raad 20 mei 1988, NJ 1989, 676). In dat geval wordt ook, wel weerlegbaar, vermoed dat onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak is van het faillissement. Het bestuur van de failliete vennootschap kan in de eerste plaats onder aansprakelijkheid op grond van artikel 2:248 lid 2 BW uitkomen door aannemelijk te maken dat sprake is van een onbelangrijk verzuim bij schending van de administratie- of publicatieplicht. Als geen sprake is van een onbelangrijk verzuim kan de bestuurder het vermoeden dat onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak is van het faillissement, ontzenuwen door aannemelijk te maken dat andere feiten of omstandigheden dan zijn onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak zijn van het faillissement. Stelt de bestuurder een van buiten komende oorzaak én verwijt de curator aan de bestuurder dat hij heeft nagelaten het intreden van die oorzaak te voorkomen, dan zal de bestuurder ook feiten en omstandigheden moeten stellen en zo nodig aannemelijk maken waaruit blijkt dat dit nalaten geen onbehoorlijke taakvervulling oplevert. Slaagt de bestuurder daarin niet, dan moet worden aangenomen dat zijn onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak is van het faillissement, en is hij aansprakelijk op grond van het tweede lid van artikel 2:248 BW.
- Het bedrijfspand is op de markt aangeboden via een lokale makelaar op diverse lokale en landelijke internetplatforms
- [verweerder] heeft namens [bedrijfsnaam 1] een stuk grond verkocht aan een derde maar door tegenwerking van de voorganger van de curator en ABN Amro heeft de levering een aanzienlijke vertraging opgelopen en is deze uiteindelijk niet doorgegaan.
- [verweerder] heeft het bedrijfspand ver onder de marktprijs te koop aangeboden.
- [verweerder] heeft het bedrijfspand te koop aangeboden aan [bedrijfsnaam 5] / [taxatie- en adviesbureau] , aan [bedrijfsnaam 6] B.V., aan [bedrijfsnaam 7] B.V., aan [A] en aan [B] .
- [verweerder] heeft achtereenvolgens [bedrijfsnaam 8] B.V., [bedrijfsnaam 9] B.V. en [bedrijfsnaam 10] B.V. ingeschakeld om te bemiddelen in de verhuur van het bedrijfspand.
8.027,50(2,5 punten × tarief € 3.211,00)