Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 juli 2019 in de zaak tussen
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 25 juli 2019.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 25 juli 2019, gaat het om een geschil tussen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. De zaak betreft de toekenning van een uitkering op grond van de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (Wet WIA) aan een ex-werkneemster van verzoeker. Verweerder had in een eerder besluit het bezwaar van verzoeker ongegrond verklaard, maar heeft dit besluit later gewijzigd en de kosten van verzoeker in bezwaar vergoed. Verzoeker heeft vervolgens beroep ingesteld en verzocht om vergoeding van proceskosten, waaronder kosten voor ingeschakelde deskundigen.
De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank oordeelt dat verweerder volledig tegemoet is gekomen aan de bezwaren van verzoeker en wijst het verzoek om vergoeding van de kosten voor de werkzaamheden van de bedrijfsarts en medisch adviseur af, omdat deze niet voldoen aan de criteria voor vergoeding. De rechtbank concludeert dat de kosten voor de medisch adviseur, die wel als deskundige kan worden aangemerkt, voor vergoeding in aanmerking komen. Uiteindelijk wordt verweerder veroordeeld tot betaling van € 3.125,60 aan verzoeker voor gemaakte proceskosten, inclusief griffierecht van € 338,--.