Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
[tussenkomende partij 4] B.V.,
1.De procedure
- de dagvaarding van 5 februari 2019 met producties (20),
- de incidentele conclusie houdende een verzoek tot tussenkomst (subsidiair voeging),
- de akte overlegging producties (4) van Gemeente Utrecht,
- de mondelinge behandeling op 26 maart 2019,
- de pleitnota van Ballast,
- de pleitnota van Gemeente Utrecht,
- de pleitnota van [tussenkomende partij 1] .
2.De feiten
1.7 Overige informatie
Beeld, architectuur en stedenbouw (maximaal 20 punten)
70 puntenworden behaald.
3.De vorderingen
- Gemeente Utrecht te gebieden uitsluitend de aanbieding van Ballast opnieuw te (doen) beoordelen op de criteria A en B, althans A en/of B,
- Gemeente Utrecht te verbieden overige aanbiedingen opnieuw te beoordelen,
- Gemeente Utrecht te gebieden de subscores op de criteria A en B, althans A en/of B, deugdelijk te motiveren, hetgeen ten minste inhoudt dat de subscore op de criteria A en B, althans A en/of B, die zijn behaald door de hoogst scorende (winnende) aanbieder worden meegedeeld aan de andere aanbieders,
- Gemeente Utrecht te gebieden om een opschortende termijn van 20 kalenderdagen in acht te nemen tussen het moment van bekendmaking van de verbeterde motivering en het moment van het sluiten van een overeenkomst met de hoogst scorende (winnende) aanbieding ter zake van de Ontwikkeling,
- Gemeente Utrecht te gebieden het vonnis in kort geding af te wachten als binnen voornoemde termijn van 20 kalenderdagen een kort geding aahangig wordt gemaakt,
- Gemeente Utrecht te gebieden alle aanbiedingen opnieuw te (doen) beoordelen op de criteria A en B, althans A en/of B,
- Gemeente Utrecht te gebieden de subscores op de criteria A en B, althans A en/of B, deugdelijk te motiveren, hetgeen ten minste inhoudt dat de subscores op de criteria A en B, althans A en/of B, die zijn behaald door de hoogst scorende (winnende) aanbieder worden medegedeeld aan de andere aanbieders,
- Gemeente Utrecht te gebieden om een opschortende termijn van 20 kalenderdagen in acht te nemen tussen het moment van bekendmaking van de verbeterde motivering en het moment van het sluiten van een overeenkomst met de hoogst scorende (winnende) aanbieder ter zake van de ontwikkeling,
- Gemeente Utrecht te gebieden het vonnis in kort geding af te wachten als binnen voornoemde termijn van 20 kalenderdagen een kort geding aanhangig wordt gemaakt,
- Gemeente Utrecht te gebieden de huidige Selectiebeslissing beter te motiveren, met dien verstande dat in ieder geval óók de subscores die zijn behaald door de hoogst scorende (winnende) aanbieder bekend moeten worden gemaakt,
- Gemeente Utrecht te gebieden om een opschortende termijn van 20 kalenderdagen in acht te nemen tussen het moment van bekendmaking van de verbeterde motivering en het moment van het sluiten van een overeenkomst met de hoogst scorende (winnende) aanbieder ter zake van de Ontwikkeling,
- Gemeente Utrecht te gebieden om een opschortende termijn van 20 kalenderdagen in acht te nemen tussen het moment van bekendmaking van de verbeterde motivering en het moment van het sluiten van een overeenkomst met de hoogst scorende (winnende) aanbieder ter zake van de Ontwikkeling,
- Gemeente Utrecht te gebieden het vonnis in kort geding af te wachten als binnen voornoemde termijn van 20 kalenderdagen een kort geding aanhangig wordt gemaakt,
- uitsluitend indien geoordeeld wordt dat een herbeoordeling van de aanbieding van Ballast aan de orde zou zijn, Gemeente Utrecht te gebieden om ook de aanbieding van [tussenkomende partij 1] opnieuw te beoordelen, op dezelfde onderdelen en met toepassing van dezelfde criteria/beoordelingsmaatstaf,
- Gemeente Utrecht te gebieden om een opschortende termijn van 20 dagen in acht te nemen tussen het moment van bekendmaking van de uitslag van de herbeoordeling/nieuwe selectiebeslissing en het moment van het sluiten van een overeenkomst met de hoogst scorende (winnende) aanbieder ter zake van de Ontwikkeling,
- Gemeente Utrecht te gebieden om, indien binnen de 20 dagen termijn een kort geding aanhangig wordt gemaakt, het vonnis in dit kort geding af te wachten.
4.De beoordeling
In het incident
Vraag 50
ECLI:EU:C:2010:168). De voorzieningenrechter oordeelt dat hij in het kader van dit kort geding (en dus voorshands oordelend) onvoldoende aanknopingspunten heeft voor een beoordeling van de vorderingen in het licht van het Europees aanbestedingsrecht.
- i) bij de selectieleidraad zodanige criteria moet hebben geformuleerd dat het voor inschrijvers volstrekt duidelijk is aan welke eisen zij moeten voldoen,
- ii) de inschrijving met een zo objectief systeem als mogelijk beoordeelt,
- iii) haar uiteindelijke keus zodanig motiveert dat het daarmee voor de inschrijvers mogelijk is gemaakt om (a) de wijze waarop de beoordeling heeft plaatsgevonden te toetsen en (b) te controleren of de beoordeling de (voorlopige) selectiebeslissing rechtvaardigt.
Wat zijn de afzetmogelijkheden van het beoogde programma, en ligt hier een marktrapportage aan ten grondslag?’Volgens Ballast is bij de beoordeling niet de juiste maatstaf gehanteerd.
816,00