ECLI:NL:RBMNE:2019:3558
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep wegens gebrek aan bevoegdheid gemachtigde
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 30 juli 2019 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). Eiseres, een B.V., had beroep ingesteld tegen de vastgestelde waarden van drie onroerende zaken voor het belastingjaar 2018, vastgesteld door de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht. De rechtbank heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat niet aangetoond was dat de gemachtigde van eiseres bevoegd was om namens haar beroep in te stellen.
De rechtbank heeft in haar overwegingen uiteengezet dat de gemachtigde, [B], niet tijdig de gevraagde stukken heeft overgelegd, waaronder een uittreksel uit het handelsregister en een kopie van de statuten. Ondanks dat [B] een ondertekende volmacht had overgelegd, ontbraken de noodzakelijke documenten om de bevoegdheid van de gemachtigde te bevestigen. De rechtbank heeft [B] voldoende gelegenheid gegeven om het verzuim te herstellen, maar heeft besloten geen nieuwe kans te bieden, gezien het ontbreken van de vereiste documenten.
De uitspraak benadrukt het belang van de juiste procesvoering en de noodzaak voor gemachtigden om de vereiste bevoegdheid aan te tonen. De rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling uitgesproken, en partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.