ECLI:NL:RBMNE:2019:3517
Rechtbank Midden-Nederland
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Besluit tot verlaging van bijstand op grond van de Participatiewet vanwege kostendelende medebewoners
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 26 juli 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stichtse Vecht. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de verlaging van haar bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet (Pw) vanwege drie kostendelende medebewoners. Het college had bijstand toegekend naar de norm voor een alleenstaande, maar deze verlaagd vanwege de aanwezigheid van de medebewoners. Eiseres was het niet eens met deze verlaging en had bezwaar gemaakt, dat door het college ongegrond was verklaard.
Tijdens de zitting op 26 juli 2019 heeft eiseres zich afgemeld, terwijl de gemachtigde van het college wel aanwezig was. De rechtbank heeft na de zitting direct uitspraak gedaan en het beroep van eiseres ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelde dat eiseres niet had aangetoond dat er sprake was van een commerciële huurrelatie met een van de medebewoners, wat een uitzondering op de kostendelersnorm zou kunnen rechtvaardigen. De rechtbank concludeerde dat de voorwaarden voor een uitzonderingssituatie niet waren voldaan, en dat de beroepsgrond van eiseres niet slaagde.
De rechtbank heeft verder opgemerkt dat eiseres in beroep niet voldoende had onderbouwd waarom zij het niet eens was met de eerdere beslissing van het college. De uitspraak benadrukt het belang van bewijsvoering in zaken die betrekking hebben op de kostendelersnorm en de voorwaarden waaronder bijstandsverlening kan worden verlaagd. De beslissing is openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.