ECLI:NL:RBMNE:2019:3500
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Tijdige indiening van bezwaar tegen beëindiging ZW-uitkering
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 26 juli 2019 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de beëindiging van een Ziektewetuitkering (ZW-uitkering) van eiser. Eiser had bezwaar gemaakt tegen het besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) dat hem weer geschikt achtte voor zijn eigen werk. Het primaire besluit I, dat op 29 oktober 2018 werd genomen, stelde dat eiser vanaf 26 juni 2018 weer in staat was om te werken. Eiser had echter zijn bezwaar tegen dit besluit niet tijdig ingediend, aangezien de termijn hiervoor twee weken was en hij dit bezwaar pas na deze termijn indiende. De rechtbank oordeelde dat het bezwaar van eiser niet-ontvankelijk was, omdat hij geen geldige reden had gegeven voor de termijnoverschrijding. Eiser was niet verschenen op de zitting en had ook geen schriftelijke toelichting gegeven op zijn verlate bezwaar. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van een verschoonbare termijnoverschrijding en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak is gedaan in het openbaar en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.