ECLI:NL:RBMNE:2019:3403
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen rechter G.J. van Binsbergen ongegrond verklaard
Op 23 juli 2019 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Midden-Nederland een beslissing genomen op het wrakingsverzoek van verzoeker tegen mr. G.J. van Binsbergen. Dit verzoek was ingediend op 11 juli 2019, nadat eerder een wrakingsverzoek tegen dezelfde rechter op 28 juni 2019 ongegrond was verklaard. De wrakingskamer heeft besloten om geen mondelinge behandeling te houden en heeft het verzoek tot wraking ongegrond verklaard. De wrakingskamer oordeelde dat de door verzoeker aangevoerde gronden niet voldoende waren om te concluderen dat er sprake was van vooringenomenheid of een objectief gerechtvaardigd vermoeden daarvan. Verzoeker had onder andere aangevoerd dat de rechter had besloten dat een usb-stick niet bekeken hoefde te worden en dat er een schijn van partijdigheid zou zijn ontstaan door de acceptatie van een epistel door de vorige wrakingskamer. De wrakingskamer concludeerde echter dat deze feiten niet relevant waren voor de beoordeling van de onpartijdigheid van de gewraakte rechter. Bovendien werd opgemerkt dat verzoeker geen nieuwe feiten had aangedragen die na het eerdere verzoek aan hem bekend waren geworden. De wrakingskamer heeft ook bepaald dat een volgend wrakingsverzoek van verzoeker in dezelfde procedure niet in behandeling zal worden genomen, om misbruik van het wrakingsmiddel te voorkomen. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.