In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 30 januari 2019 uitspraak gedaan in een deelgeschilprocedure tussen verzoeker, een man die als gevolg van een bedrijfsongeval ernstig letsel heeft opgelopen, en ASR Schadeverzekering N.V., de aansprakelijkheidsverzekeraar van zijn werkgever. Verzoeker heeft in het verleden al een deelgeschil aanhangig gemaakt, waarin de rechtbank eerder heeft geoordeeld over het verlies aan verdienvermogen. In deze procedure verzoekt verzoeker om een hogere schadevergoeding voor verlies aan verdienvermogen, smartengeld en schade aan zijn gebit en kaak. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eerdere beslissing over het verlies aan verdienvermogen onaantastbaar is, omdat verzoeker geen hoger beroep heeft ingesteld. De rechtbank heeft het verzoek om een hoger bedrag aan smartengeld te bepalen afgewezen en het door ASR geboden bedrag van € 25.000,-- als voldoende geacht. Daarnaast heeft de rechtbank de schade aan het gebit vastgesteld op € 15.970,28, en de kosten van de procedure begroot op € 3.993,--, die ASR aan verzoeker moet betalen. De overige verzoeken van verzoeker zijn afgewezen.