Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Gemeente Bunnik,
1.Het verloop van de procedure
- de dagvaarding van 3 augustus 2018
- de conclusie van antwoord van 10 oktober 2018
- het tussenvonnis van 21 november 2018 waarbij een comparitie van partijen is gelast
- het faxbericht van 2 januari 2019 van de gemachtigde van [eiseres]
- de comparitie na antwoord van 10 januari 2019, waarvan de griffier aantekening heeft gehouden
- het faxbericht van de gemachtigde van [eiseres] van 30 januari 2019 met daarbij een productie
- de antwoordakte alsmede akte houdende overlegging producties van de gemeente van 13 maart 2019
- de akte uitlatingen producties van [eiseres] van 1 mei 2019.
- [eiseres]
- mevrouw [A] , bewoonster van nummer [nummer] (buurtgenoot van [eiseres] )
- mr.Hoofs, voornoemd
- de heer [B] , strategisch adviseur van de gemeente
- mr. Knook voornoemd.
2.Het geschil
"Groen". Op 9 juli 2013 heeft de gemeenteraad van de gemeente Bunnik (hierna: de raad) besloten om de verkoop door de gemeente van zogenaamd snippergroen te laten onderzoeken. Bij besluit van 31 oktober 2013 heeft de raad het Plan van aanpak bezuinigingen 2015 2017 Bunnikse Kwaliteit vastgesteld. Bij besluit van 15 juli 2014 heeft het college van B&W van de gemeente Bunnik (hierna: het college) de Beleidsregels vastgesteld. Op een bij de Beleidsregels behorende kaart zijn gronden, gelegen in het plantsoen, aangeduid als
"snipper/gazon/hagen". Tot die gronden behoorden percelen die grenzen aan de achterzijde van de tuin van [eiseres] en aan die van een aantal naast haar woning gelegen woningen. Een op initiatief van het college samengestelde expertgroep, bestaande uit inwoners van de gemeente, heeft ter uitvoering van het Plan van aanpak de notitie
"Oplossingsfase fysiek domein, Bunnikse kwaliteit"uitgebracht. In deze notitie wordt onder meer als bezuinigingsvoorstel gedaan om openbaar groen dat grenst aan gronden die eigendom zijn van particulieren, te verkopen. De raad heeft bij besluit van 6 november 2014 visies en ideeën van onder meer deze expertgroep bekrachtigd en het college opgedragen daaraan uitvoering te geven. Op 31 december 2014 is namens de gemeente aan belangstellenden een e-mail gestuurd waarin staat dat het project verkoop snippergroen start vanaf 5 januari 2015. Daarvan is tevens kennisgeving gedaan in een gemeentelijk blad. In die e-mail en kennisgeving wordt verwezen naar een pagina op de gemeentelijke website over het project verkoop snippergroen. Op die webpagina is onder meer vermeld dat het project een kans biedt om de tuin te vergroten. Bij besluit van 3 februari 2015 heeft het college de Beleidsregels opnieuw en gewijzigd vastgesteld. Daarbij is als uitgangspunt vermeld dat, indien een perceel wordt verkocht, de bestemming bij een integrale herziening van het bestemmingsplan wordt gewijzigd in de bestemming
"Tuin onbebouwd".
"Groen"rust, en dat de percelen op grond daarvan niet gebruikt kunnen worden als (privé)tuin.
"wonen"toegekend, die voorzag in gebruik als tuin. Verscheidene omwonenden hebben een zienswijze ingediend tegen het ontwerpplan, voor zover dat de gronden langs het [pad] betrof. In de vergadering van 23 juni 2016 heeft de raad deze zienswijzen gegrond verklaard en het ontwerpplan gewijzigd vastgesteld. Daarbij is het door [eiseres] en anderen gewenste gebruik als tuin uitgesloten. Bij uitspraak van 1 november 2017 heeft de Raad van State het beroep van onder anderen [eiseres] tegen het besluit van de raad ongegrond verklaard.
3.De beoordeling
"Groen"had of de bestemming
"Wonen", maar of het gebruik als tuin toegestaan was onder de bestemming
"Groen". De gemeente, die toch als meer ter zake kundige partij moet worden aangemerkt, verkeerde aanvankelijk zelf in de veronderstelling dat de bestemming
"Groen"het gebruik als tuin toestond en kwam er eerst na het inwinnen van extern deskundig advies achter dat die veronderstelling onjuist was. Onder deze omstandigheden kan toch moeilijk worden volgehouden dat [eiseres] deze twijfel had moeten onderkennen en dat het op háár weg lag en niet op die van de gemeente om juridisch advies in te winnen. Dit wordt eigenlijk ook al bevestigd door de mededeling namens de gemeente op de zitting dat de zaak te pragmatisch ingestoken was, dat er destijds al wel een klein beetje twijfel over de bestemming was en dat er door de commotie die in de buurt was ontstaan pas echt twijfel is ontstaan.
"gewone"commerciële transactie; de achtergrond van het aanbod van de gemeente tot verkoop van de percelen was de uitvoering van het bezuinigingsplan; de verkoop van de percelen blijkt uiteindelijk niet tot enige opbrengst te hebben geleid; zoals de kantonrechter ter zitting aan de orde gesteld gaat het bij de afwikkeling van deze kwestie om publiek geld; bij de beoordeling van de onaanvaardbaarheid als hier aan de orde mogen ook publieke belangen een rol spelen (HR 9 januari 1998, ECLI:NL:HR:1998:ZC2540 (Kinderdagverblijf Snoopy));