Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 22 augustus 2018 waarbij een comparitie van partijen is gelast, die geen doorgang heeft gevonden
- de conclusie van repliek in conventie tevens conclusie van antwoord in reconventie van [eiseres] van 28 november 2018
- de conclusie van dupliek in conventie tevens conclusie van repliek in reconventie van [gedaagden] van 16 januari 2019
- de conclusie van dupliek in reconventie van [eiseres] van 17 februari 2019.
2.Het geschil in conventie en in reconventie en de beoordeling daarvan
1 oktober 2008 - 1 oktober 2009: € 3.450,10 bruto, te verminderen met € 1.084,50 netto,
1 oktober 2009 - 1 januari 2013: € 53.124,76 bruto, te verminderen met een bedrag van € 33.380,97 netto,
€ 1.390,