ECLI:NL:RBMNE:2019:3252
Rechtbank Midden-Nederland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot benoeming vereffenaar in erfrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 25 juli 2019 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure betreffende de nalatenschap van de erflater, geboren in 1915 en overleden in 2010. Verzoekster, een schuldeiser van een van de erfgenamen, vroeg de rechtbank om een vereffenaar te benoemen, omdat zij meende dat haar belangen als schuldeiser geschaad werden door de erfgenamen. De rechtbank heeft kennisgenomen van de ingediende stukken en de behandeling ter zitting op 4 juli 2019, waar verzoekster en haar advocaat, evenals de belanghebbenden, aanwezig waren.
De rechtbank overweegt dat de kerntaak van een vereffenaar is het voldoen van de schulden van de nalatenschap. Tijdens de zitting hebben partijen bevestigd dat er geen schulden meer zijn in de nalatenschap. Dit betekent dat de vereffenaar geen taak zou hebben, aangezien er niets te vereffenen valt. De rechtbank concludeert dat verzoekster geen belang heeft bij haar verzoek tot benoeming van een vereffenaar en wijst het verzoek af. Ook het verzoek om vaststelling van het loon van de vereffenaar wordt afgewezen, omdat er geen vereffenaar benoemd zal worden. De rechtbank wijst tenslotte de verzoeken van de belanghebbenden om proceskostenvergoeding af, omdat onvoldoende onderbouwing is gegeven voor deze kosten.