Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Procesverloop
- het rapport van 18 april 2019 van de Raad Voor de Kinderbescherming regio Midden-Nederland, verder te noemen de Raad,
- het verweerschrift van de moeder, tevens houdende zelfstandig verzoek.
- de vader en zijn advocaat,
- de moeder en haar advocaat,
- Mevrouw [A] , namens de Raad voor de Kinderbescherming (de Raad).
2.Feiten
- [minderjarige 1], geboren op [2003] in [geboorteplaats] , en
- [minderjarige 2], geboren op [2004] in [geboorteplaats] .
3.Beoordeling
- na de zomervakantie 2019 wordt gestart met de voorlopige co-ouderschapsregeling, inhoudende dat de kinderen de ene week bij hun vader en de andere week bij hun moeder verblijven, waarbij het wisselmoment op vrijdag na school is;
- de zomervakantie in overleg wordt gedeeld waarbij de moeder de keuze heeft in de even jaren en de vader in de oneven jaren,
- met Pinksteren, Pasen en Hemelvaart de kinderen bij de ouder verblijven waar zij volgens de regeling op dat moment verblijven,
- in de herfst-, kerst-, voorjaars- en meivakantie de kinderen de eerste week bij de ouder verblijven waar ze volgens de regeling verblijven, in geval van een tweede vakantieweek is die week bij de andere ouder volgens de co-ouderschapsregeling,
- begin december 2019 de voorlopige co-ouderschapsregeling wordt geëvalueerd en vervolgafspraken worden gemaakt over voortzetting van het co-ouderschap of terugkeer naar de oude regeling,
- [minderjarige 2] voorlopig bij zijn vader wordt ingeschreven. De vader neemt alle kosten van [minderjarige 2] voor zijn rekening. [minderjarige 1] blijft ingeschreven bij haar moeder. De moeder neemt alle kosten van [minderjarige 1] voor haar rekening;
- de ouders de kinderbijslag voor [minderjarige 2] bij helfte zullen delen,
- de ouders zich bij het Buurtteam melden om te vragen voor hulp bij hun communicatieproblemen.
4.Beslissing
- na de zomervakantie 2019 wordt gestart met de voorlopige co-ouderschapsregeling, inhoudende dat de kinderen de ene week bij hun vader en de andere week bij hun moeder verblijven, waarbij het wisselmoment op vrijdag na school is;
- de zomervakantie wordt in overleg gedeeld waarbij de moeder de keuze heeft in de even jaren en de vader in de oneven jaren,
- met Pinksteren, Pasen en Hemelvaart verblijven de kinderen bij de ouder waar zij volgens de regeling op dat moment verblijven,
- in de herfst-, kerst-, voorjaars- en meivakantie verblijven de kinderen de eerste week bij de ouder waar ze volgens de regeling verblijven, in geval van een tweede vakantieweek is die week bij de andere ouder volgens de co-ouderschapsregeling;
PRO FORMAaan tot
17 januari 2020met het verzoek aan de advocaten om de rechtbank uiterlijk dan te laten weten of:
- er een nieuwe zitting gewenst is, onder opgave van verhinderdata,
- of er volledige overeenstemming is bereikt en een beschikking kan worden gewezen.