Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding van 3 juni 2019
- de brieven van [Partij I/II] van 14 en 19 juni 2019
- de producties van de zijde van [Partij I/II]
- de incidentele conclusie tot tussenkomst subsidiair voeging tevens houdende verzoek ex art. 22 Rv. van [Partij IV] - [Partij V] met een begeleidende brief van 13 juni 2019
- de conclusie van antwoord van de Universiteit met een begeleidende brief van 19 juni 2019
- de mondelinge behandeling van 24 juni 2019
- de pleitnota van [Partij I/II]
- de pleitnota van de Universiteit
- de pleitnota van [Partij IV] - [Partij V] .
2.Het incident
3.Het geschil en de beoordeling daarvan
maximaal 1 A4waaruit blijkt:
Ingangsdatum verhuur
980,00