Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- [verzoeker] in persoon;
- mr. Plieger voornoemd;
- [verweerder] in persoon;
- mr. Van Coolwijk voornoemd.
2.De feiten
In de echtscheidingsprocedure hebben partijen (onder meer) gestreden over de rechtsgeldigheid van de wijzigingsakten huwelijkse voorwaarden uit 2009 en 2016. [verzoeker] heeft het standpunt ingenomen dat deze akten moeten worden vernietigd.
3.Verzoek en verweer
[verzoeker] legt aan haar verzoek ten grondslag dat [verweerder] in de hoger beroep procedure nieuwe feiten stelt en dat zij in verband daarmee de tijd tot de zitting van het hof wil benutten om die feiten vast te stellen teneinde het betoog van [verweerder] te weerleggen. Daarnaast overweegt [verzoeker] om een nieuwe procedure tegen [verweerder] te starten op grond van onrechtmatige daad. Volgens [verzoeker] is zij door het aangaan van de wijzigingsakten huwelijkse voorwaarden uit 2009 en 2016 voor meer dan een kwart benadeeld. Verder heeft [verzoeker] behoefte aan nadere informatie over de waarde van [bedrijfsnaam] . In het bijzonder wenst zij meer informatie over de zogenaamde terugkoop overeenkomsten, omdat - aldus [verzoeker] - de inhoud van deze overeenkomsten (mede) bepalen de in [bedrijfsnaam] aanwezige stille reserves de belangrijke waarde bepalende factor. Daarover, over de omvang van die reserves en andere voor de waarde van [bedrijfsnaam] bepalende factoren wil [verzoeker] getuigen horen.