2.45.De rechtbank kan
nietvaststellen:
dat ASR consumenten vooraf onvoldoende duidelijke en onvolledige informatie heeft verschaft over de kosten van het product en de invloed van de kosten op het eindresultaat (petitum I, XXIV, XLVII en LXVIII);
dat ASR consumenten vooraf had moeten informeren over het risico dat het voorgespiegelde kapitaal niet uitgekeerd zou kunnen worden als gevolg van de hoogte van de kosten en de wijze waarop die in rekening worden gebracht, en dat ASR deze verplichting niet is nagekomen (II, XXV, XLVIII, LXIX);
dat ASR met haar voorbeeldberekeningen een onjuist en te rooskleurig beeld heeft geschetst voor de gemiddelde consument, doordat zij haar rekenmethodiek (meetkundige berekening) niet heeft uitgelegd (V, XXVIII, LI, LXXII en LXXIII);
dat ASR, als zij in haar offertes rekende met het meetkundig gemiddelde, haar klanten vooraf had moeten waarschuwen dat hogere koersstijgingen nodig waren dan waar zij mee rekende om het geplande eindkapitaal te behalen, omdat de gemiddelde consument het meetkundig gemiddelde niet kent (VI, XXIX, LII, LXXIV);
dat ASR met voorbeeldberekeningen met een gelijkblijvend jaarlijks rendement op basis van een rekenkundig (althans niet-meetkundig) gemiddelde een te rooskleurig beeld gegeven heeft en dus is tekortgeschoten in haar informatieplicht (VII, XXXII);
dat ASR onrechtmatig heeft gehandeld tegenover haar particuliere afnemers en/of dat zij tegenover hen toerekenbaar tekort is geschoten (IX, XXXIV, LVI, LXXVII), door hun een gebrekkig product te verkopen (III, XXVI, XLIX, LXX), door hen vooraf niet te informeren over het crashrisico, en door geen actie te ondernemen toen dit zich voordeed (IV, XXVII, L, LXXI), door hun te hoge eindkapitalen voor te spiegelen, of door een offerte te presenteren in strijd met de Code Rendement & Risico 1998 (XXX, LIII, LIV, LXXV), dat ASR onrechtmatig heeft gehandeld door haar klanten onvoldoende voor te lichten over de hoogte van de kosten en de overlijdensrisicoverzekeringspremie (XV, XL) en door die kosten en premie in te houden zonder dat over de hoogte wilsovereenstemming bestond (LXII, LXXXIII), en/of door de afnemers van een ABC Spaarplan II niet vooraf te informeren over de inhouding van fondsbeheerskosten en over de hoogte daarvan (eisvermeerdering);
dat ASR haar zorgplicht jegens haar klanten heeft geschonden en/of dat zij naar maatstaven van burgerlijk (contracten)recht tekort is geschoten tegenover hen door hen onvoldoende te informeren over de kosten, risico’s en eigenschappen van het product (VIII, XXXIII, LV, LXXVI);
dat ASR toerekenbaar tekort is geschoten en/of onrechtmatig heeft gehandeld door allerlei lopende kosten (waaronder fondsbeheerskosten bij het ABC Spaarplan II) in te houden zonder dat hiervoor een contractuele grondslag bestond (X, XXXV, LVII, LXXVIII en eisvermeerdering);
dat ASR zich ongerechtvaardigd heeft verrijkt ten opzichte van haar klanten, door kosten in te houden zonder contractuele grondslag (XI, XXXVI, LVIII, LXXIX), dan wel door te veel in te houden of door kosten in te houden zonder dat wilsovereenstemming bestond over de hoogte daarvan (XVI, XLI, LXIII, LXXXIV);
dat de bedragen die ASR zonder contractuele grondslag heeft ingehouden, onverschuldigd zijn betaald (XII, XVII, XXXVII, XLII, LIX, LXXX);
dat tussen ASR en haar klanten geen wilsovereenstemming bestond over de hoogte van afkoopkosten, premievrijmakingskosten, overlijdensrisicopremie, administratiekosten en/of wijzigingskosten (XIII, XXXVIII, LX, LXXXI);
voor zover een contractuele grondslag aanwezig is voor bepaalde kosten: dat er tussen ASR en haar klanten geen wilsovereenstemming was over de hoogte van die kosten, waaronder de fondsbeheerskosten bij het ABC Spaarplan II (XIV, XXXIX, LXI, LXXXII en eisvermeerdering);
dat enig beding in de algemene voorwaarden van de Waerdye Levensverzekering of van het ABC Spaarplan een oneerlijk beding is in de zin van Richtlijn 93/13 (XVIII, XX, XXII, XLIII, LXIV, LXXXV).