ECLI:NL:RBMNE:2019:3061

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
19 juni 2019
Publicatiedatum
9 juli 2019
Zaaknummer
7524945
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over betaling van facturen voor stoffeerwerkzaamheden en verzuim bij uitvoering

In deze zaak vordert de vennootschap onder firma [eiseres sub 1] betaling van onbetaalde facturen ter hoogte van € 2.498,11 van de besloten vennootschap Carpetland B.V. De vordering betreft werkzaamheden die [eiseres sub 1] heeft uitgevoerd in opdracht van Carpetland. Carpetland heeft de betaling van de facturen betwist en stelt dat [eiseres sub 1] tekort is geschoten in de uitvoering van de werkzaamheden bij twee klanten, [B] en [E]. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Carpetland [eiseres sub 1] niet in gebreke heeft gesteld, wat betekent dat [eiseres sub 1] niet in verzuim is geraakt. Hierdoor kan Carpetland geen schadevergoeding vorderen op basis van de vermeende tekortkomingen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat Carpetland de facturen van [eiseres sub 1] moet betalen, inclusief wettelijke rente en een bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten, en heeft de proceskosten aan de zijde van [eiseres sub 1] toegewezen. Het vonnis is uitgesproken op 19 juni 2019.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 7524945 UC EXPL 19-1431 JW/1350
Vonnis van 19 juni 2019
inzake
1. de vennootschap onder firma
de vennootschap onder firma [eiseres sub 1],
gevestigd te [vestigingsplaats 1]

2 [eiser/eiseres sub 2] , vennoot,

wonende te [woonplaats]

3 [eiser/eiseres sub 3] , vennoot,

wonende te [woonplaats] ,
verder samen ook te noemen: [eiseres sub 1] ,
eisende partij,
gemachtigde: AGIN Pranger Gerechtsdeurwaarders,
tegen:
de besloten vennootschap
Carpetland B.V., tevens h.o.d.n. Carpetright,
gevestigd te Utrecht,
verder ook te noemen: Carpetland,
gedaagde partij.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 24 april 2019;
  • de op 3 mei 2019 door [eiseres sub 1] toegestuurde kopie van een WhatsApp-gesprek;
  • de zitting van 10 mei 2019.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil en de beoordeling

2.1.
[eiseres sub 1] stelt dat zij in opdracht van Carpetland stoffeerwerkzaamheden heeft uitgevoerd. Carpetland heeft een aantal van de daarvoor verstuurde facturen voor in totaal € 2.498,11 niet betaald. Deze vordering is opgebouwd uit de facturen voor werkzaamheden bij de vier volgende klanten:
[A] € 43,27 factuur 2018060057
[B] € 1.400,63 factuur 2018070065
[C] € 826,78 factuur 2018070066
[D] € 227,43 factuur 2018070068
Totaal € 2.498,11
[eiseres sub 1] vordert betaling van deze facturen, vermeerderd met wettelijke rente en met een bedrag van € 374,72 aan buitengerechtelijke incassokosten.
2.2.
Carpetland is het daar niet mee eens. Volgens haar heeft [eiseres sub 1] de werkzaamheden bij de klanten [B] en [E] niet naar behoren uitgevoerd. Naar de kantonrechter begrijpt stelt Carpetland daardoor schade te hebben geleden die hoger is dan de vordering van [eiseres sub 1] op haar, en beroept zij zich op verrekening. Zij heeft geen reconventionele vordering ingesteld voor het meerdere.
2.3.
Uit hetgeen partijen naar voren hebben gebracht, begrijpt de kantonrechter dat de door [eiseres sub 1] bij de klanten [A] , [C] en [D] verrichte werkzaamheden niet ter discussie staan. Hun geschil gaat over de werkzaamheden van [eiseres sub 1] bij de klanten [B] en [E] . Volgens Carpetland is [eiseres sub 1] tekortgeschoten bij de uitvoering van de werkzaamheden bij die klanten.
2.4.
De kantonrechter stelt voorop dat iedere tekortkoming in de nakoming van een verbintenis de schuldenaar verplicht tot het vergoeden van de schade die de schuldeiser als gevolg daarvan lijdt. Voor zover nakoming niet blijvend onmogelijk is, kan echter alleen schadevergoeding van een wederpartij worden gevorderd voor zover die wederpartij “in verzuim” is. Om in verzuim te raken is het nodig dat aan de wederpartij nog een keer schriftelijk in de gelegenheid wordt gesteld (door middel van een zogenaamde “ingebrekestelling”) om binnen een redelijke termijn alsnog na te komen, en hij dit niet doet. Ook kan verzuim intreden als de schuldeiser uit een mededeling van de schuldenaar moet afleiden dat hij niet zal nakomen. In deze zaak staat tussen partijen ter discussie of [eiseres sub 1] tekort is geschoten bij de uitvoering van haar werkzaamheden en of [eiseres sub 1] in verzuim is geraakt. Als dit laatste niet het geval is, kan Carpetland geen bedrag aan schadevergoeding met de facturen van [eiseres sub 1] verrekenen. De kantonrechter zal dit voor wat betreft de werkzaamheden bij de klanten [B] en [E] hierna achtereenvolgens bespreken.
[B]
2.5.
Volgens Carpetland heeft [eiseres sub 1] de vloer bij de klant [B] niet goed gelegd. De afwerking van de vloer bij de randen was niet goed. Ook lag de vloer er niet recht in. Carpetland heeft geprobeerd dit bij [eiseres sub 1] aan de orde te stellen, maar [eiseres sub 1] gaf geen gehoor om tot een bespreking te komen. Volgens [eiseres sub 1] was zij echter nog niet klaar met de werkzaamheden bij [B] . Haar is echter niet de gelegenheid gegeven om het werk af te maken, noch om herstelwerkzaamheden uit te voeren, als dat nodig was geweest.
2.6.
[eiseres sub 1] heeft tijdens de zitting verklaard dat zij eind mei 2018 op een woensdag of donderdag hadden gewerkt bij [B] . Zij zouden de volgende dag terugkomen om het werk af te maken. Zij werden echter rond 17:45 gebeld door [F] , de filiaalmanager van Carpetland in [vestigingsplaats 2] . Deze zei dat [eiseres sub 1] van de heer [G] van Carpetland de volgende dag niet meer naar de klant [B] toe mocht gaan. Carpetland heeft dat niet weersproken. De kantonrechter concludeert daaruit dat Carpetland [eiseres sub 1] niet de gelegenheid heeft gegeven om de werkzaamheden af te ronden.
Daarna is er een tijdje geen contact tussen partijen geweest tot de heer [F] op 9 juni 2018 een e-mail met een “Bijlage aansprakelijkheidsstelling opdrachtnemer” aan [eiseres sub 1] heeft gestuurd. Uit deze bijlage kan niet anders worden afgeleid dan dat Carpetland de werkzaamheden intussen aan een ander heeft opgedragen. In de bijlage staat namelijk:
“Vloer is opnieuw ingemeten, en word opnieuw gelegd”
Ook is het hokje aangekruist:
“De klant stelt u
nietin de gelegenheid om de situatie te beoordelen en te herstellen”
Verder is in de begeleidende e-mail van 9 juni 2018 geschreven:
“ [...] goede middag
dit formulier is voor jou ter kennisgeving.
Carpetright stelt jou stoffeerbedrijf [eiseres sub 1] verantwoordelijk voor het stoffeerwerk uitgevoerd bij klant [B]
Het lijkt me toch verstandig om tijd vrij te maken voor vrijdag 15.06.18
Als jij hier rond 12 uur zou kunnen zijn ,is [voornaam] er ook en kunnen we samen een gesprek voeren omtrent deze situatie .
Mvg [voornaam van F] .”
Carpetland heeft tijdens de zitting verklaard dat bij de klant [B] op 15/16 juni 2018 een nieuwe vloer is gelegd. De uitnodiging in de email van 9 juni 2018 was dus geen aanmaning aan [eiseres sub 1] om de vloer alsnog (deugdelijk) te herstellen. Dat gebeurde namelijk al door een ander op de dag dat Carpetland volgens de e-mail met [eiseres sub 1] wilde praten.
2.7.
Conclusie van het voorgaande is dat Carpetland (voor zover [eiseres sub 1] al tekort zou zijn geschoten in de nakoming van haar verplichtingen) [eiseres sub 1] niet in gebreke heeft gesteld om de werkzaamheden alsnog deugdelijk uit te voeren. Verder is niet gesteld of gebleken dat [eiseres sub 1] zou hebben verklaard dat zij niet bereid was om de werkzaamheden uit te voeren. Dat betekent dat [eiseres sub 1] niet “in verzuim” is geraakt. Omdat [eiseres sub 1] niet in verzuim is geraakt, kan Carpetland geen schadevergoeding van [eiseres sub 1] vorderen. Voor zover de tegenvordering van Carpetland (die Carpetland met de facturen van [eiseres sub 1] wil verrekenen) is gebaseerd op de werkzaamheden bij de klant [B] , wordt deze dan ook afgewezen. Omdat het beroep op verrekening alleen al om deze reden niet opgaat, kan in het midden blijven of [eiseres sub 1] tekort is geschoten bij de uitvoering van de werkzaamheden.
[E]
2.8.
Bij de klant [E] heeft [eiseres sub 1] in twee ruimtes een vloer gelegd. Over een van die vloeren zijn volgens Carpetland klachten ontstaan. Dat kwam omdat [eiseres sub 1] ten onrechte geen vochtbeschermende laag onder die vloer had aangebracht, waardoor de vloer is gaan bollen. [eiseres sub 1] betwist dat. Volgens haar hadden beide ruimtes dezelfde ondergrond en is in beide ruimtes geen vochtbeschermende laag aangebracht. Als dat het probleem zou zijn, had het probleem zich dat ook in de andere ruimte moeten openbaren. Ook met betrekking tot het werk bij deze klant stelt [eiseres sub 1] verder dat zij niet in de gelegenheid is gesteld om een mogelijk gebrek te herstellen.
2.9.
Uit de overgelegde stukken blijkt dat Carpetland op 11 juni 2018 aan [eiseres sub 1] heeft gemeld dat de klant [E] zich had gemeld omdat de vloer in de bibliotheekkamer in het midden wat omhoog kwam. Carpetland vroeg [eiseres sub 1] wanneer zij daar naar zou kunnen komen kijken. Aanvankelijk werd dat gepland op 14 juni 2018. Later bleek echter dat er dan geen ander werk voor [eiseres sub 1] in die regio te doen was. [eiseres sub 1] heeft toen laten weten dat ze niet alleen voor dat werk naar [vestigingsplaats 2] wilde op en neer rijden. Carpetland heeft vervolgens gevraagd wanneer het dan wel zou kunnen. Volgens Carpetland heeft zij daarna niet meer van [eiseres sub 1] gehoord. [eiseres sub 1] heeft echter ter zitting verklaard dat zij daarna telefonisch contact heeft gehad met Carpetland. In dat telefoongesprek is afgesproken dat [eiseres sub 1] contact met de klant [E] zou opnemen. [eiseres sub 1] zegt dat zij dat ook heeft gedaan. Daarop stuurde mevrouw [E] echter een WhatsApp-bericht met als inhoud:
“Hallo [eiseres sub 1] , wat fijn dat je reageert.
Ik had contact opgenomen met carpet right en die hebben iemand langs gestuurd om de vloer te bekijken. Volgens hem kan hij niet meer hersteld worden. Na overleg met [.] right hebben ze besloten om de vloer te vervangen door een nieuwe. De afspraak daarvoor is reeds gemaakte en het laminaat besteld. Je hoeft dus niet langs te komen, dat word allemaal geregeld. Ik ben niet boos, shit hapens nu eenmaal en kan altijd gebeuren dat de boel bol gaat staan. Misschien lag het wel aan het materiaal, de andere vloer ligt er prachtig bij. Vond jullie een prettige ploeg en heb dat carpent right ook laten weten.
Groetjes [voornaam van E] ”
Carpetland heeft deze gang van zaken niet althans onvoldoende gemotiveerd weersproken, zodat de kantonrechter daar van uitgaat. Nog daargelaten dat niet is komen vast te staan dat de vloer bij de klant [E] is gaan bollen om een aan [eiseres sub 1] toe te rekenen oorzaak, volgt uit deze gang van zaken dat Carpetland [eiseres sub 1] ook bij de klant [E] niet ingebreke heeft gesteld. Ook heeft Carpetland niet uit een mededeling van [eiseres sub 1] moeten afleiden dat [eiseres sub 1] haar verplichtingen niet wilde nakomen. Toen [eiseres sub 1] met de klant belde, bleek het probleem al door Carpetland zelf te zijn opgelost. Daarom is [eiseres sub 1] ook met betrekking tot deze werkzaamheden niet in verzuim komen te verkeren. Ook de tegenvordering van Carpetland (die Carpetland met de facturen van [eiseres sub 1] wil verrekenen) die is gebaseerd op de werkzaamheden bij de klant [E] , wordt dan ook afgewezen.
Conclusie
2.10.
Conclusie van het voorgaande is dat het beroep van Carpetland op verrekening van de facturen met een vordering van Carpetland in verband met door haar geleden schade wordt afgewezen. Dat betekent dat Carpetland de facturen van [eiseres sub 1] moet betalen.
2.11.
[eiseres sub 1] maakt aanspraak op vergoeding van een bedrag van € 374,72 aan buitengerechtelijke incassokosten. [eiseres sub 1] kan in beginsel vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten vorderen omdat Carpetland in verzuim is met het betalen van de facturen van [eiseres sub 1] . [eiseres sub 1] heeft echter niet gesteld dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Carpetland is daarom in beginsel geen vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd. In dit geval is echter sprake van een handelsovereenkomst die op of na 16 maart 2013 is gesloten, waarbij de contractuele betalingstermijn is verstreken. Op grond van het bepaalde in artikel 6:96 lid 4 van het Burgerlijk Wetboek is Carpetland daarom een bedrag van € 40,- verschuldigd, ook als geen incassowerkzaamheden zijn verricht. Carpetland zal dus worden veroordeeld om in totaal € 2.498,11 + € 40,00 = € 2.538,11 te betalen.
2.12.
[eiseres sub 1] heeft de wettelijke rente gevorderd over de niet-betaalde facturen. Carpetland heeft daar geen afzonderlijk verweer tegen gevoerd. De kantonrechter zal de wettelijke rente daarom toewijzen. Omdat het gaat om een handelsovereenkomst als bedoeld in artikel 6:119a van het Burgerlijk Wetboek, zal de wettelijke handelsrente als bedoeld in dat artikel worden toegewezen.
2.13.
Carpetland zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiseres sub 1] worden begroot op:
- dagvaarding € 86,40
- griffierecht € 486,00
- salaris gemachtigde €
420,00(2 punten x tarief € 210,00)
Totaal € 992,40

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt Carpetland om aan [eiseres sub 1] tegen bewijs van kwijting te betalen € 2.538,11 met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a van het Burgerlijk Wetboek over € 2.498,11 vanaf de vervaldata van de verschillende onder 2.1 genoemde facturen tot de voldoening;
3.2.
veroordeelt Carpetland tot betaling van de proceskosten aan de zijde van [eiseres sub 1] , tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 992,40, waarin begrepen € 420,00 aan salaris gemachtigde;
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.W. Wagenaar, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 19 juni 2019.
type: JW (1350)
coll: DvS (30361)