Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
op 27 en 28 november 2018 in Utrecht samen met iemand anders brand heeft gesticht, waardoor 2 auto’s geheel of gedeeltelijk zijn verbrand en waardoor er gevaar is ontstaan voor andere goederen, zoals auto’s of gebouwen;
in de periode van 28 november tot en met 1 december 2018 in Nieuwegein samen met anderen brand heeft gesticht, waardoor 13 auto’s geheel of gedeeltelijk zijn verbrand en waardoor er gevaar is ontstaan voor andere goederen, zoals auto’s of gebouwen;
op 4 november 2018 in Utrecht samen met anderen heeft geprobeerd [slachtoffer] en/of onbekend gebleven personen zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, door stenen naar een rijdende bus te gooien (primair);
op 4 november 2018 in Utrecht samen met anderen de ruit van een bus heeft vernield;
op 24 november 2018 in Utrecht samen met een ander de ruit van een woning heeft vernield.
3.VOORVRAGEN
knock out)zou raken. De verklaring van [verdachte] dat zij zich niet bewust was van de mogelijke gevolgen van het gooien van de stenen vindt de rechtbank daarom niet aannemelijk. De rechtbank stelt vast dat [verdachte] bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat een inzittende van de bus door haar handelen zwaar lichamelijk letsel op zou lopen, waardoor sprake is van voorwaardelijk opzet. De rechtbank vindt dan ook bewezen dat [verdachte] zich, samen met de medeverdachten, schuldig heeft gemaakt aan de poging tot het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel.
5.BEWEZENVERKLARING
geheel of gedeeltelijk zijn verbrand, en daarvan gemeen gevaar voor naast geparkeerde auto's en/of nabijgelegen gebouwen, in elk geval gemeen gevaar voor goederen, te duchten was,
geheel of gedeeltelijk zijn verbrand, en daarvan gemeen gevaar voor naast geparkeerde auto's en/of nabijgelegen gebouwen, in elk geval gemeen gevaar voor goederen te duchten was,
3 primair
op 4 november 2018 te Utrecht tezamen en in vereniging met anderen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer] en/of een of meerdere onbekend gebleven personen opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, stenen richting/tegen een (rijdende) bus (welke in dienst was) heeft gegooid (waardoor een steendoor de ruit van de bus is gegaan), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
1. medeplegen van opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is, meermalen gepleegd;
2. medeplegen van opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is, meermalen gepleegd
3 primair. medeplegen van poging tot zware mishandeling;
4. medeplegen van opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen;
5. medeplegen van opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen.
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF EN MAATREGEL
- het psychiatrisch onderzoek Pro Justitia van 21 maart 2019;
- het psychologisch onderzoek Pro Justitia van 22 maart 2019;
- het rapport van Samen Veilig Midden-Nederland van 17 juni 2019;
- het rapport van Reclassering Inforsa van 21 juni 2019.
9.BENADEELDE PARTIJEN
10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
11.BESLISSING
jeugddetentievoor de duur van
8 maanden;
maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigenvoor de duur van
3 jaren;
niet gemaximeerd is;
- wijst de vordering van [benadeelde 6] toe tot een bedrag van
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde 6] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 november 2018 tot aan de dag van volledige betaling, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door (een) ander(en) (gedeeltelijk) aan de benadeelde is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- verklaart de benadeelde partij in het resterende gedeelte van vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat zij de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter aan kan brengen;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 6] aan de Staat € 150,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 november 2018 tot de dag van de algehele voldoening, bij niet betaling aan te vullen met 0 dagen hechtenis;
- bepaalt dat verdachte van haar verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als zij en/of (een van) haar mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde heeft vergoed;
- wijst de vordering van [benadeelde 10] toe tot een bedrag van
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde 10] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 december 2018 tot aan de dag van volledige betaling, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door (een) ander(en) (gedeeltelijk) aan de benadeelde is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- verklaart de benadeelde partij in het resterende gedeelte van vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat hij de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter aan kan brengen;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 10] aan de Staat € 3.508,78 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 december 2018 tot de dag van de algehele voldoening, bij niet betaling aan te vullen met 0 dagen hechtenis;
- bepaalt dat verdachte van haar verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als zij en/of (een van) haar mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde heeft vergoed;
- wijst de vordering van [benadeelde 3] toe tot een bedrag van
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde 3] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 november 2018 tot aan de dag van volledige betaling, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door (een) ander(en) (gedeeltelijk) aan de benadeelde is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- verklaart de benadeelde partij in het resterende gedeelte van vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat hij de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter aan kan brengen;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 3] aan de Staat
- wijst de vordering van [benadeelde 5] toe tot een bedrag van
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde 5] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 november 2018 tot aan de dag van volledige betaling, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door (een) ander(en) (gedeeltelijk) aan de benadeelde is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 5] aan de Staat € 250,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 november 2018 tot de dag van de algehele voldoening, bij niet betaling aan te vullen met 0 dagen hechtenis;
- bepaalt dat verdachte van haar verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als zij en/of (een van) haar mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde heeft vergoed;
- wijst de vordering van [benadeelde 8] toe tot een bedrag van
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde 8] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 december 2018 tot aan de dag van volledige betaling, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door (een) ander(en) (gedeeltelijk) aan de benadeelde is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 8] aan de Staat € 186,54 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 december 2018 tot de dag van de algehele voldoening, bij niet betaling aan te vullen met 0 dagen hechtenis;
- bepaalt dat verdachte van haar verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als zij en/of (een van) haar mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde heeft vergoed;
- wijst de vordering van [A] toe tot een bedrag van
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [A] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 december 2018 tot aan de dag van volledige betaling, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door (een) ander(en) (gedeeltelijk) aan de benadeelde is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [A] aan de Staat € 1.950,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 december 2018 tot de dag van de algehele voldoening, bij niet betaling aan te vullen met 0 dagen hechtenis;
- bepaalt dat verdachte van haar verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als zij en/of (een van) haar mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde heeft vergoed;
- wijst de vordering van U-OV toe tot een bedrag van
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan U-OV van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 november 2018 tot aan de dag van volledige betaling, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door (een) ander(en) (gedeeltelijk) aan de benadeelde is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van U-OV aan de Staat