Op 2 juli 2019 heeft de kantonrechter S.H. Bokx-Boom, bijgestaan door griffier M.J. Niersman, een comparitie van partijen gehouden in de zaak tussen [eiser] en de Vereniging van Eigenaars (VvE) van een appartementengebouw in [vestigingsplaats]. De zaak betreft een verzoek van [eiser] tot vernietiging van besluiten van de VvE van 10 april 2019, waarin de opdracht tot renovatie van het binnenterrein werd verstrekt aan [bedrijfsnaam 1]. [eiser] stelt dat de besluitvorming niet zorgvuldig heeft plaatsgevonden en dat de financiële en bouwtechnische onderbouwing tekortschiet. De VvE verzoekt op haar beurt om veroordeling van [eiser] in de proceskosten en een contactverbod.
De kantonrechter heeft de bezwaren van [eiser] tegen de besluitvorming van de VvE beoordeeld. De rechter oordeelt dat de VvE de besluiten van 10 april 2019 in redelijkheid heeft kunnen nemen. De voorbereiding en totstandkoming van de besluiten zijn voldoende zorgvuldig geweest, en de VvE heeft de leden adequaat geïnformeerd en betrokken in het proces. De kantonrechter wijst de verzoeken van [eiser] tot vernietiging en nietigverklaring van de besluiten af, evenals de tegenverzoeken van de VvE voor schadevergoeding en een contactverbod. [eiser] wordt veroordeeld in de proceskosten van de VvE, begroot op € 360,-.
De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid in de besluitvorming binnen een VvE en de rol van de kantonrechter bij het toetsen van dergelijke besluiten aan de redelijkheid en billijkheid zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek.