ECLI:NL:RBMNE:2019:3019

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
4 juli 2019
Publicatiedatum
2 juli 2019
Zaaknummer
C/16/461297 / FO RK 18-889
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verklaring rechtsvermoeden van overlijden van een vermiste persoon

Op 4 juli 2019 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een beschikking gegeven in de zaak van een verzoekster die een verklaring van rechtsvermoeden van overlijden voor haar vermiste partner wilde verkrijgen. De rechtbank had eerder op 14 februari 2019 al een beschikking gegeven, waarin werd vastgesteld dat het bestaan van de vermiste onzeker was, gebaseerd op de consistente verklaringen van verzoekster en een overgelegde overlijdensakte uit Eritrea. De rechtbank had verzoekster de opdracht gegeven om de vermiste op te roepen via een advertentie in een landelijk dagblad in Soedan, maar verzoekster slaagde er niet in om deze advertentie te laten plaatsen. De rechtbank oordeelde dat de omstandigheden in Soedan, waar recentelijk geweld was opgelaaid, het onmogelijk maakten om de vermiste op te roepen. De rechtbank concludeerde dat er sinds 1 januari 2013 een rechtsvermoeden van overlijden bestond, omdat er al meer dan zes jaar niets meer van de vermiste was vernomen. De rechtbank wees het verzoek toe en stelde 1 januari 2013 als datum van overlijden vast, maar wees het verzoek om de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren af, omdat de ambtenaar van de burgerlijke stand de beslissing pas kan verwerken wanneer deze onherroepelijk is.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Familierecht
locatie Utrecht
zaaknummer: C/16/461297 / FO RK 18-889
verklaring rechtsvermoeden van overlijden
Beschikking van 4 juli 2019
in de zaak van:
[verzoekster] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: verzoekster,
advocaat mr. Th.P.M. Moons,
betreffende
[de vermiste] ,
geboren op [geboortedatum] -0000 te [geboorteplaats] , Etiopië,
hierna te noemen: de vermiste.

1.Verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank heeft op 14 februari 2019 een eerdere beschikking gegeven. Voor het verloop van de procedure tot die datum wordt verwezen naar die beschikking.
1.2.
Daarna heeft de rechtbank op 8 juni 2019 een faxbericht ontvangen van mr. Moons.

2.Feiten

De rechtbank verwijst hiervoor naar de beschikking van 14 februari 2019.

3.Beoordeling van het verzochte

3.1.
De rechtbank zal het verzoek toewijzen en verklaren dat sinds 1 januari 2013 een rechtsvermoeden van overlijden bestaat van de vermiste. De rechtbank zal hierna uitleggen waarom zij tot dit oordeel komt.
3.2.
Bij beschikking van 14 februari 2019 heeft de rechtbank reeds overwogen dat het bestaan van de vermiste onzeker is, gelet op de consistente verklaring van verzoekster in samenhang met de overgelegde overlijdensakte uit Eritrea. De behandeling van het verzoek is aangehouden, in afwachting van de wettelijk voorgeschreven oproeping van de vermiste. Verzoekster heeft de opdracht gekregen om de vermiste op te roepen bij advertentie in een landelijk verschijnend dagblad in Soedan.
3.3.
Inmiddels is gebleken dat verzoekster er niet in is geslaagd om een advertentie te laten plaatsen in een landelijk dagblad in Soedan. Verzoekster heeft tevergeefs geprobeerd om in contact te komen met de uitgever van de [..] in Soedan.
3.4.
De rechtbank is van oordeel dat niet van verzoekster kan worden verwacht dat zij de vermiste nog zal oproepen in een landelijk dagblad in Soedan. Verzoekster heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat zij dit heeft geprobeerd, maar dat het niet is gelukt. Recent is het geweld in Soedan weer opgelaaid en de situatie daar is zeer instabiel. Deze bijzondere omstandigheden staan eraan in de weg dat de vermiste in een landelijk dagblad in Soedan wordt opgeroepen. De vermiste is wel, tevergeefs, opgeroepen in de Staatscourant.
3.5.
De rechtbank zal het verzoek toewijzen, aangezien het bestaan van de vermiste onzeker is en al ruim 6 jaar niets meer van de vermiste is vernomen, ondanks de pogingen van verzoekster daartoe en de oproeping van de vermiste in de Staatscourant.
Als dag waarop de vermiste wordt vermoed te zijn overleden, zal de rechtbank 1 januari 2013 vaststellen. Volgens de verklaring van verzoekster is de vermiste op die dag omgekomen bij een verkeersongeluk in Soedan.
3.6.
Verzoekster heeft verzocht om de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. Dat wil zeggen dat de beslissing meteen moet worden uitgevoerd, ook al wordt er hoger beroep ingesteld. De rechtbank zal dit verzoek afwijzen, aangezien de ambtenaar van de burgerlijke stand de beslissing pas kan verwerken wanneer deze onherroepelijk is.

4.Beslissing

De rechtbank
4.1.
verklaart dat sinds 1 januari 2013 een rechtsvermoeden van overlijden bestaat van:
[de vermiste] , geboren op [geboortedatum] -0000 te [geboorteplaats] , Etiopië,
4.2.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.A.A. van Kalveen, (kinder)rechter, in aanwezigheid van mr. A. Verouden als griffier en in het openbaar uitgesproken op 4 juli 2019.
..