Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 4 juli 2018 waarbij een comparitie na antwoord is bepaald;
- de brief van 13 november 2018 met productie 1 tot en met 3 van [eiseres] ;
- de brief van 13 november 2018 met productie 2 en 3 van ASR;
- de comparitie na antwoord op 22 november 2018, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt.
2.De overwegingen
Inleiding
De bestuurder moet er alles aan doen om (…) diefstal te voorkomen. (…) In ieder geval krijgt u geen vergoeding:- als de bestelauto onbeheerd is achtergelaten en niet goed is afgesloten; (…)”
primairdat de auto onbeheerd en niet afgesloten is achtergelaten en
subsidiairdat [eiseres] er niet alles aan heeft gedaan de diefstal te voorkomen.
De kantonrechter leest de uitsluitingsclausule (artikel 5.14) zo dat als de bestelauto onbeheerd is achtergelaten en niet goed is afgesloten dat dat een voorbeeld is van er niet alles aan doen om diefstal te voorkomen. De kantonrechter zal daarom het primaire en subsidiaire standpunt van ASR niet apart behandelen: alles is toegespitst op het onbeheerd en niet afgesloten achterlaten van de bus.
- de bus stond naast het werkgat;
- de bus stond in het met pionnen etc. afgezette gebied;
- de bus hoefde gezien de aard van de werkzaamheden niet (volledig) op slot te worden gezet;
- de bus was zichtbaar ook als je in het gat stond.
720,00(2 punten x tarief € 360,00)