ECLI:NL:RBMNE:2019:2946
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- M.C. Oostendorp
- H.A. Bouwer
- R.C. Stijnen
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen rechter in civiele procedure over nalatenschap
Op 28 juni 2019 heeft de meervoudige kamer van de Rechtbank Midden-Nederland een wrakingsverzoek behandeld dat was ingediend door verzoeker tegen mr. M.J. Smit, de behandelend kantonrechter in een civiele procedure over de nalatenschap van verzoekers ouders. Het wrakingsverzoek werd ingediend op grond van artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, omdat verzoeker meende dat de rechter niet naar hem luisterde en hem afbrak tijdens zijn verdediging. Tijdens de zitting op 4 juni 2019 had verzoeker zijn bezwaren tegen de rekening en verantwoording van de vereffenaar toegelicht, maar voelde hij zich niet gehoord door de rechter, die zijn verhaal over zijn strafblad als irrelevant beschouwde. De wrakingskamer heeft de procedure op 14 juni 2019 openbaar behandeld, waarbij verzoeker aanwezig was, maar de gewraakte rechter en de vereffenaar niet. De wrakingskamer heeft de gronden van verzoeker beoordeeld en geconcludeerd dat er geen sprake was van vooringenomenheid of schijn van vooringenomenheid van de rechter. De rechter had verzoeker de gelegenheid gegeven om zijn standpunt toe te lichten, maar had hem onderbroken om te verduidelijken wat relevant was voor de zaak. De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking ongegrond verklaard en de procedure voortgezet in de stand waarin deze zich bevond voor het wrakingsverzoek.