Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
eiseres
advocaten mrs. G.T.J. Hoff en E.L. Hoogstraate
statutair gevestigd te Den Dolder
2. de stichting
statutair gevestigd te [vestigingsplaats]
statutair gevestigd te Santpoort
[gedaagde sub 10] B.V.
statutair gevestigd te [vestigingsplaats]
hierna samen te noemen: TDD 1 c.s.
1.De procedure
- de dagvaardingen
- de producties 1 tot en met 56 van Stichting Continuïteit The Dutch
- de akte eiswijziging
- de producties 1 tot en met 12 van TDD 1 c.s.
- de mondelinge behandeling van 3 juni 2019
- de pleitnota van Stichting Continuïteit The Dutch
- de pleitnota van TDD 1 c.s.
2.Het geschil en de beoordeling daarvan
- TDD 1: de eigenaar van de grond van de gerealiseerde golfbaan met
opstallen
- TDE: de exploitant van de golfbaan en clubhuis
- [gedaagde sub 4] : de golfprofessionals.
Deze certificaten zijn via STAK uitgegeven tegen een prijs die varieert tussen de € 30.000 en € 43.500 per certificaat.
- de koopprijs van de certificaten wordt verlaagd van € 43.500 naar € 25.000 - de koppeling tussen het certificaathouderschap en het speelrecht zal worden
losgelaten.
Zij voert daarvoor aan dat de LoI een met de certificaathouders gesloten overeenkomst is.
Het is, zoals hierna zal worden uitgelegd, niet aannemelijk dat dit het geval is.
De discussies zijn bij alle partijen voldoende bekend, daarom stellen wij kortheidshalve de volgende aanpassingen voor:” Deze zin wordt dan gevolgd door de punten 1 tot en met 9. Vaststaat dat niet alle aandeelhouders de LoI hebben ondertekend.
In de LoI worden dus een aantal aanpassingen voorgesteld door enkele aandeelhouders, de RvC en de bestuurder.
a. een herstructurering van The Dutch (TDD 1, TDE, TDD 2 en [gedaagde sub 4] )
zal plaatsvinden, door:
- aandelen in TDD 1 om niet over te dragen aan de certificaathouders
- oprichting van STAK II
- verkoop van de assets/aandelen van TDD 2 en fusie van TDD 2 met TDD 1
- certificering van de aandelen van TDD 1, TDD 2 en [gedaagde sub 4]
d. na implementatie van de nieuwe structuur een oplossing moet worden gezocht voor
de onevenwichtigheden in de inzet en de verhouding tussen de 6 [gedaagde sub 4]
professionals
e. de wachtlijstproblematiek wordt aangepakt door een Dutch Auction House in te
richten, waarbij vraag en aanbod van aspirant certificaathouders (kopers) en de
huidige certificaathouders (verkopers) op elkaar worden afgestemd en de waarde
wordt bepaald door vraag en aanbod.
Letter of Intent” en de passage “
daarom stellen wij kortheidshalve de volgende aanpassingen voor”bieden daarvoor een sterke aanwijzing. Daarbij komt dat bij een aantal voorgestelde aanpassingen is vermeld dat het doorvoeren van deze aanpassingen afhankelijk is van nader fiscaal en/of juridisch onderzoek. Zo is in het kader van de voorgestelde aanpassing om aandelen in TDD 1 om niet over te dragen aan de certificaathouders vermeld “
De uiteindelijke structuur hangt af van van de fiscale adviezen en mogelijkheden”. En bij de voorgestelde aanpassing over de fusie van TDD 2 met TDD 1 is vermeld “
Er zal fiscaal/juridisch advies worden ingewonnen of dit de juiste aanpak is”. Deze citaten wijzen er op dat de voorgestelde manier van herstructering niet definitief is en dat de herstructurering er best anders kan gaan uitzien.
De certificaathouders hebben de LoI niet ondertekend. De LoI is ook niet aan hen gericht; nergens in de LoI staat dat het voorstel dat daarin wordt gedaan, wordt gedaan aan de certificaathouders. Dat de Referentiegroep, zoals Stichting Continuïteit The Dutch aanvoert, heeft mogen meepraten, maakt in de gegeven omstandigheden niet dat zij partij zijn bij de LoI. Reden hiervoor is dat deze referentiegroep, zoals TDD 1 c.s. aanvoert, is ingesteld als klankbord en adviseur van TDD 1 over het voorgenomen besluit inzake de aanpak van de wachtlijstproblematiek. Aan de Referentiegroep is vooraf kenbaar gemaakt dat uiteindelijk door het Management Team van The Dutch een besluit zal worden genomen, na goedkeuring van de aandeelhouders en de RvC van The Dutch. De Referentiegroep heeft dus niet als partij deelgenomen aan de gesprekken die aan de LoI zijn voorafgegaan en kan ook niet als onderhandelaar van alle certificaathouders worden aangemerkt.
ii tot en met iv van de eis).
v van de eis)
Deze vordering zal worden afgewezen.
Stichting Continuïteit The Dutch heeft allereerst onvoldoende uitgelegd waarom de door haar verlangde schriftelijke uitleg door TDD 1 c.s. moet worden gegeven.
Daarbij komt nog dat zij, zo er al een grondslag zou zijn voor toewijzing van deze vordering, zij daarbij geen voldoende belang heeft (artikel 3:303 Burgerlijk Wetboek), en dat ook om die reden de vordering moet worden afgewezen. In de aankomende aandeelhoudersvergadering, waarvoor ook de certificaathouders zullen worden opgeroepen, zal, zo heeft TDD 1 c.s. aangevoerd, tekst en uitleg worden gegeven over het reilen en zeilen van de Dutch Auction House. De certificaathouders zullen dan ook in de gelegenheid zijn om daarover vragen te stellen.
Deze vordering zal worden afgewezen, omdat er onvoldoende reden is voor het opleggen van het gevorderde verbod. Tijdens de mondelinge behandeling is namens TDD 1 c.s. verklaard dat TDD 1 c.s. niet van plan is om onroerende zaken te vervreemden. Er is geen aanleiding om aan deze verklaring te twijfelen.
Deze vordering zal worden afgewezen, omdat er onvoldoende aanleiding is om dit verbod op te leggen. Weliswaar is het zo dat tussen partijen vaststaat dat er aandeelhouders-vergaderingen zijn gehouden zonder dat de certificaathouders zijn uitgenodigd om deze bij te wonen en daarin het woord te voeren. TDD 1 heeft echter tijdens de mondelinge behandeling toegezegd dat voor de aandeelhoudersvergaderingen van TDD 1 die door het bestuur van TDD 1 bijeen worden geroepen voortaan ook de certificaathouders worden opgeroepen en de certificaathouders daarbij in staat zullen worden gesteld hun statutaire bevoegdheden uit te oefenen. Er is geen reden om er aan te twijfelen dat deze toezegging niet zal worden nagekomen.
Dit gebod zal worden afgewezen, omdat in het kader van dit kort geding deze opgave is gedaan (zie: punt 143 en 144 van de pleitnota van TDD 1 c.s.)
a. een overzicht van de crediteuren- en liquiditeitspositie per 1 mei 2019
TDE
agendapunt 9 van de agenda van de aandeelhoudersvergadering van
6 april 2019
d. de documentatie en besluitvorming met betrekking tot:
* de deelname van de Portland Group in het aandelenkapitaal van TDD 1
en TDD 2
* de achtergestelde lening die in dat verband is verstrekt
* de terugbetaling van deze achtergestelde lening.
Ten aanzien van de onder a tot en met c vermelde stukken geldt dat, zoals TDD 1 c.s. gemotiveerd heeft aangevoerd, de certificaathouders op grond van de statuten van TDD 1 geen aanspraak kunnen maken op deze stukken.
Ten aanzien van de onder d genoemde stukken geldt dat Stichting Continuïteit The Dutch onvoldoende duidelijk heeft gemaakt dat zij daarop op grond van artikel 843a Rv aanspraak kan maken. Ook hier is het onduidelijk welk rechtmatig belang de certificaathouders daarbij hebben.
- een gebod om rekening en verantwoording af te leggen over de vraag of en op
welke wijze kosten van adviseurs van aandeelhouders ten laste van TDD 1, TDD 2
en/of TDE zijn gekomen
TDE te laten betalen
- een gebod om eventuele door TDD 1, TDD2 en/of TDE betaalde adviseurskosten
van de aandeelhouders terug te betalen.
980,00