ECLI:NL:RBMNE:2019:2896

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
26 juni 2019
Publicatiedatum
26 juni 2019
Zaaknummer
C/16/480395 / KG ZA 19-288
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil rondom golfbaan The Dutch en de nakoming van de Letter of Intent door certificaathouders

In deze zaak, die op 26 juni 2019 door de Rechtbank Midden-Nederland is behandeld, staat het geschil rondom de golfbaan The Dutch centraal. De Stichting Continuïteit The Dutch heeft in kort geding vorderingen ingesteld tegen verschillende vennootschappen die betrokken zijn bij de exploitatie van de golfbaan. De stichting vordert onder andere nakoming van een Letter of Intent (LoI) die door enkele aandeelhouders en de Raad van Commissarissen van TDD 1 is ondertekend. De LoI bevat voorstellen voor aanpassingen met betrekking tot de herstructurering van The Dutch, de benoeming van een ad interim bestuurder en wijzigingen in de regeling voor het aanbieden van certificaten bij het einde van het lidmaatschap. De rechtbank oordeelt dat de LoI in dit geval geen overeenkomst is en dat de certificaathouders geen partij zijn bij deze LoI. Hierdoor wordt de vordering tot nakoming afgewezen.

De rechtbank stelt vast dat de LoI slechts een gezamenlijk voornemen is en geen bindende afspraken bevat. De certificaathouders hebben de LoI niet ondertekend en zijn niet als partij betrokken bij de onderhandelingen. De rechtbank wijst ook andere vorderingen van de stichting af, waaronder een gebod om onroerende zaken niet te vervreemden en een verbod om aandeelhoudersbesluiten te nemen zonder de rechten van de certificaathouders te respecteren. De rechtbank concludeert dat de stichting geen voldoende argumenten heeft aangevoerd om deze vorderingen te rechtvaardigen.

De voorzieningenrechter roept partijen op om zelf, eventueel met behulp van een mediator, tot een oplossing te komen, en wijst de stichting in de proceskosten. Dit vonnis benadrukt het belang van duidelijke overeenkomsten en de noodzaak voor certificaathouders om hun rechten goed te begrijpen in het kader van de governance van vennootschappen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
handelskamer
locatie Utrecht
zaaknummer / rolnummer: C/16/480395 / KG ZA 19-288
Vonnis in kort geding van 26 juni 2019
in de zaak van
de stichting
STICHTING CONTINUITEÏT THE DUTCHhierna: de Stichting Continuïteit The Dutch
gevestigd te Utrecht
eiseres
advocaten mrs. G.T.J. Hoff en E.L. Hoogstraate
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
THE DUTCH BUSINESS SPORT AND RECREATION DEVELOPMENThierna: TDD 1
statutair gevestigd te Den Dolder
2. de stichting
STICHTING ADMINISTRATIEKANTOOR THE DUTCH BUSINESS SPORT AND RECREATION EXPLOITATION B.V.
hierna: STAK
statutair gevestigd te Den Dolder,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
THE DUTCH BUSINESS SPORT AND RECREATION EXPLOITATIONhierna: TDE
statutair gevestigd te Den Dolder,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde sub 4] B.V.hierna: [gedaagde sub 4]
statutair gevestigd te [vestigingsplaats]
5. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde sub 5] B.V.
hierna: [gedaagde sub 5]
statutair gevestigd te [vestigingsplaats] ,
6. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde sub 6] B.V.
hierna: [gedaagde sub 6]
statutair gevestigd te [vestigingsplaats]
7. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde sub 7] B.V.
hierna: [gedaagde sub 7]
statutair gevestigd te [vestigingsplaats]
8. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde sub 8] B.V.hierna: [gedaagde sub 8]
statutair gevestigd te [vestigingsplaats]
9. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde sub 9] B.V.
hierna: [gedaagde sub 9]
statutair gevestigd te Santpoort
10. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde sub 10] B.V.
hierna: [gedaagde sub 10]
statutair gevestigd te [vestigingsplaats]
gedaagden,
hierna samen te noemen: TDD 1 c.s.
advocaat mr. B.J. Tideman.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaardingen
  • de producties 1 tot en met 56 van Stichting Continuïteit The Dutch
  • de akte eiswijziging
  • de producties 1 tot en met 12 van TDD 1 c.s.
  • de mondelinge behandeling van 3 juni 2019
  • de pleitnota van Stichting Continuïteit The Dutch
  • de pleitnota van TDD 1 c.s.
1.2.
Daarna hebben partijen de voorzieningenrechter gevraagd om vonnis te wijzen.

2.Het geschil en de beoordeling daarvan

Inleiding
2.1.
In deze zaak staat de golfbaan The Dutch centraal. Deze golfbaan is in 2011 in gebruik genomen en is opgericht door een groepje golfprofessionals die zich daarvoor hebben verenigd in [gedaagde sub 4] .
2.2.
Onder de verzamelnaam The Dutch vallen de volgende vennootschappen:
- TDD 1: de eigenaar van de grond van de gerealiseerde golfbaan met
opstallen
- TDE: de exploitant van de golfbaan en clubhuis
- TDD 2: de eigenaar van de grond voor het realiseren van een tweede golfbaan
- [gedaagde sub 4] : de golfprofessionals.
2.3.
Het speelrecht op de golfbaan van The Dutch is gekoppeld aan het certificaathouderschap van aandelen in het kapitaal van TDD 1.
Deze certificaten zijn via STAK uitgegeven tegen een prijs die varieert tussen de € 30.000 en € 43.500 per certificaat.
2.4.
Certificaathouders die niet langer betrokken willen zijn bij The Dutch kunnen hun certificaat of certificaten op een daarvoor voorgeschreven procedure aanbieden aan TDD 1. TDD 1 stelt de prijs van het certificaat vast en kijkt of daarvoor interesse is. Is dat het geval dan krijgt de certificaathouder de vastgestelde prijs verminderd met 10% handlingskosten.
2.5.
Er is rond 2018 een grote wachtlijst ontstaan met betrekking tot het overnemen van certificaten.
Bij brief van 22 maart 2018 hebben de aandeelhouders, de Raad van Commissarissen en de directie van TDD 1 aan de certificaathouders laten weten dat zij vanwege deze wachtlijstproblematiek van plan zijn om een besluit te nemen dat erop neerkomt dat:
- de koopprijs van de certificaten wordt verlaagd van € 43.500 naar € 25.000 - de koppeling tussen het certificaathouderschap en het speelrecht zal worden
losgelaten.
Dit voorgenomen besluit heeft tot grote onrust geleid en is daarom tot nader order opgeschort.
2.6.
De aandeelhouders, de Raad van Commissarissen (RvC) en de toenmalige bestuurder van TDD 1 hebben vervolgens naar een andere oplossing gezocht. Daarvoor hebben verschillende gesprekken plaatsgevonden.
Bij deze gesprekken is “The Dutch Referentiegroep Certificaten” (hierna: de Referentiegroep) betrokken geweest. Deze Referentiegroep bestond uit het Management Team van The Dutch, de Commissie Certificaten en een aantal daarvoor benaderde personen.
2.7.
Deze gesprekken hebben geleid tot het opstellen van het door de Stichting Continuïteit The Dutch als productie 23 overgelegde document genaamd “Letter of Intent” (hierna: LoI). Deze LoI is ondertekend door een aantal aandeelhouders van TDD 1, de RvC van TDD 1 en de toenmalige bestuurder van TDD 1.
2.8.
De in deze procedure betrokken aandeelhouders van TDD 1 (STAK, [gedaagde sub 5] , [gedaagde sub 6] , [gedaagde sub 7] , [gedaagde sub 8] , [gedaagde sub 9] en [gedaagde sub 10] ) hebben te kennen gegeven dat zij geen uitvoering meer willen geven aan de LoI.
Stichting Continuïteit The Dutch behartigt de belangen van de certificaathouders van de aandelen in het kapitaal van TDD 1 en wil met dit kort geding vooral bereiken dat de LoI toch wordt nagekomen.
Vordering tot nakoming van de LoI (i tot en met iv van de eis)
2.9.
Stichting Continuïteit The Dutch vordert in deze zaak nakoming van de LoI.
Zij voert daarvoor aan dat de LoI een met de certificaathouders gesloten overeenkomst is.
Het is, zoals hierna zal worden uitgelegd, niet aannemelijk dat dit het geval is.
2.10.
In de eerste plaats is het niet aannemelijk dat de LoI, zoals TDD 1 c.s. ook betoogt, een overeenkomst is waarvan nakoming kan worden verlangd. Het is slechts een gezamenlijk voornemen van een aantal mensen om rechtspersoonlijke stappen te gaan zetten. Ter toelichting daarop het volgende.
2.10.1.
De LoI is ondertekend door personen in de functie van commissaris, bestuurder en aandeelhouder. In de LoI is vermeld: “
De discussies zijn bij alle partijen voldoende bekend, daarom stellen wij kortheidshalve de volgende aanpassingen voor:” Deze zin wordt dan gevolgd door de punten 1 tot en met 9. Vaststaat dat niet alle aandeelhouders de LoI hebben ondertekend.
In de LoI worden dus een aantal aanpassingen voorgesteld door enkele aandeelhouders, de RvC en de bestuurder.
2.10.2.
De strekking van deze voorgestelde aanpassingen is dat:
a. een herstructurering van The Dutch (TDD 1, TDE, TDD 2 en [gedaagde sub 4] )
zal plaatsvinden, door:
- aandelen in TDD 1 om niet over te dragen aan de certificaathouders
- oprichting van STAK II
- verkoop van de assets/aandelen van TDD 2 en fusie van TDD 2 met TDD 1
- certificering van de aandelen van TDD 1, TDD 2 en [gedaagde sub 4]
b. een nieuwe directeur ad interim van TDE wordt benoemd
c. na implementatie van de nieuwe structuur een nieuwe RvC wordt benoemd
d. na implementatie van de nieuwe structuur een oplossing moet worden gezocht voor
de onevenwichtigheden in de inzet en de verhouding tussen de 6 [gedaagde sub 4]
professionals
e. de wachtlijstproblematiek wordt aangepakt door een Dutch Auction House in te
richten, waarbij vraag en aanbod van aspirant certificaathouders (kopers) en de
huidige certificaathouders (verkopers) op elkaar worden afgestemd en de waarde
wordt bepaald door vraag en aanbod.
2.10.3.
Dit zijn allemaal rechtspersoonrechtelijke onderwerpen die normaal gesproken door besluitvorming binnen de rechtspersoon worden beslist (door de bestuurder of de algemene vergadering van aandeelhouders) en waarover dus geen overeenkomsten worden gesloten.
2.10.4.
Uit de LoI kan verder niet worden opgemaakt dat de ondertekenaars van de LoI zich hebben verplicht om die aanpassingen ook door- en uit te voeren. Er wordt slechts, zoals TDD 1 c.s. ook aanvoert, een intentie (een voornemen) uitgesproken om de voorgestelde aanpassingen te gaan doorvoeren. De benaming van het stuk “
Letter of Intent” en de passage “
daarom stellen wij kortheidshalve de volgende aanpassingen voor”bieden daarvoor een sterke aanwijzing. Daarbij komt dat bij een aantal voorgestelde aanpassingen is vermeld dat het doorvoeren van deze aanpassingen afhankelijk is van nader fiscaal en/of juridisch onderzoek. Zo is in het kader van de voorgestelde aanpassing om aandelen in TDD 1 om niet over te dragen aan de certificaathouders vermeld “
De uiteindelijke structuur hangt af van van de fiscale adviezen en mogelijkheden”. En bij de voorgestelde aanpassing over de fusie van TDD 2 met TDD 1 is vermeld “
Er zal fiscaal/juridisch advies worden ingewonnen of dit de juiste aanpak is”. Deze citaten wijzen er op dat de voorgestelde manier van herstructering niet definitief is en dat de herstructurering er best anders kan gaan uitzien.
2.11.
Maar ook als de LoI wel een overeenkomst zou zijn waarvan nakoming kan worden gevraagd, dan nog kan dit Stichting Continuïteit The Dutch niet baten, omdat de certificaathouders geen partij zijn bij die overeenkomst.
De certificaathouders hebben de LoI niet ondertekend. De LoI is ook niet aan hen gericht; nergens in de LoI staat dat het voorstel dat daarin wordt gedaan, wordt gedaan aan de certificaathouders. Dat de Referentiegroep, zoals Stichting Continuïteit The Dutch aanvoert, heeft mogen meepraten, maakt in de gegeven omstandigheden niet dat zij partij zijn bij de LoI. Reden hiervoor is dat deze referentiegroep, zoals TDD 1 c.s. aanvoert, is ingesteld als klankbord en adviseur van TDD 1 over het voorgenomen besluit inzake de aanpak van de wachtlijstproblematiek. Aan de Referentiegroep is vooraf kenbaar gemaakt dat uiteindelijk door het Management Team van The Dutch een besluit zal worden genomen, na goedkeuring van de aandeelhouders en de RvC van The Dutch. De Referentiegroep heeft dus niet als partij deelgenomen aan de gesprekken die aan de LoI zijn voorafgegaan en kan ook niet als onderhandelaar van alle certificaathouders worden aangemerkt.
2.12.
Wat Stichting Continuïteit The Dutch verlangt kan alleen via rechtspersoonrechtelijke weg worden bereikt. De certificaathouders hebben daarin geen of via de band van artikel 2:8 Burgerlijk Wetboek, maar zeer beperkte mogelijkheden. Maar wat daarvan ook zij, die weg hebben ze in dit kort geding niet bewandeld.
2.13.
De vordering tot nakoming van de LoI wordt dus afgewezen. Dit geldt ook voor de vorderingen die, zoals Stichting Continuïteit The Dutch het zegt, handen en voeten geven aan hoe die LoI moet worden nagekomen (
ii tot en met iv van de eis).
2.14.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft Stichting Continuïteit The Dutch haar eis nog gewijzigd in die zin dat wanneer haar vordering tot nakoming wordt afgewezen, omdat er geen overeenkomst is, er een gebod tot dooronderhandelen moet worden opgelegd. Ook deze vordering wordt afgewezen. Stichting Continuïteit The Dutch heeft geen argumenten aangevoerd die een dergelijk gebod rechtvaardigen en in het voorgaande ligt besloten dat er van onderhandelingen met de certificaathouders geen sprake is geweest.
Gebod met betrekking tot de Dutch Auction House(
v van de eis)
2.15.
Stichting Continuïteit The Dutch vordert verder een gebod om schriftelijk uit te leggen of en hoe de Dutch Auction House past binnen de regels van TDD 1, de statuten van STAK, de administratievoorwaarden en de participatieovereenkomsten op basis waarvan de certificaathouders hun kapitaalstortingen hebben gedaan.
Deze vordering zal worden afgewezen.
Stichting Continuïteit The Dutch heeft allereerst onvoldoende uitgelegd waarom de door haar verlangde schriftelijke uitleg door TDD 1 c.s. moet worden gegeven.
Daarbij komt nog dat zij, zo er al een grondslag zou zijn voor toewijzing van deze vordering, zij daarbij geen voldoende belang heeft (artikel 3:303 Burgerlijk Wetboek), en dat ook om die reden de vordering moet worden afgewezen. In de aankomende aandeelhoudersvergadering, waarvoor ook de certificaathouders zullen worden opgeroepen, zal, zo heeft TDD 1 c.s. aangevoerd, tekst en uitleg worden gegeven over het reilen en zeilen van de Dutch Auction House. De certificaathouders zullen dan ook in de gelegenheid zijn om daarover vragen te stellen.
Verbod om onroerende zaken te vervreemden zolang de nieuwe structuur niet isgeïmplementeerd (vi van de eis)2.16. Stichting Continuïteit The Dutch vordert verder een verbod om onroerende zaken te vervreemden, zolang de nieuwe structuur niet is geïmplementeerd.
Deze vordering zal worden afgewezen, omdat er onvoldoende reden is voor het opleggen van het gevorderde verbod. Tijdens de mondelinge behandeling is namens TDD 1 c.s. verklaard dat TDD 1 c.s. niet van plan is om onroerende zaken te vervreemden. Er is geen aanleiding om aan deze verklaring te twijfelen.
Verbod om aandeelhoudersbesluiten te nemen zonder de rechten van de certificaathouders te respecteren (vii van de eis)2.17. Stichting Continuïteit The Dutch vordert verder een verbod om aandeelhoudersbesluiten te nemen zonder de rechten van de certificaathouders te respecteren als het gaat om aandeelhoudersvergaderingen bijwonen en daarin het woord voeren.
Deze vordering zal worden afgewezen, omdat er onvoldoende aanleiding is om dit verbod op te leggen. Weliswaar is het zo dat tussen partijen vaststaat dat er aandeelhouders-vergaderingen zijn gehouden zonder dat de certificaathouders zijn uitgenodigd om deze bij te wonen en daarin het woord te voeren. TDD 1 heeft echter tijdens de mondelinge behandeling toegezegd dat voor de aandeelhoudersvergaderingen van TDD 1 die door het bestuur van TDD 1 bijeen worden geroepen voortaan ook de certificaathouders worden opgeroepen en de certificaathouders daarbij in staat zullen worden gesteld hun statutaire bevoegdheden uit te oefenen. Er is geen reden om er aan te twijfelen dat deze toezegging niet zal worden nagekomen.
Gebod om opgave te doen van alle aandeelhoudersbesluiten van TDD 1 die in 2018 en 2019 zijn genomen (viii van de eis)2.18. Stichting Continuïteit The Dutch vordert een gebod om opgave te doen van alle aandeelhoudersbesluiten van TDD 1 die in 2018 en 2019 zijn genomen.
Dit gebod zal worden afgewezen, omdat in het kader van dit kort geding deze opgave is gedaan (zie: punt 143 en 144 van de pleitnota van TDD 1 c.s.)
Gebod om afschriften te verstrekken (ix en x van de gewijzigde eis)
2.19.
Stichting Continuïteit The Dutch vordert verder nog, na wijziging van eis op de zitting, een gebod om een afschrift te verstrekken van:
a. een overzicht van de crediteuren- en liquiditeitspositie per 1 mei 2019
b. een forecast van maand tot maand voor de rest van 2019 van TDD 1 en
TDE
c. de “prognose jaarcijfers 2018 – forecast 2019” zoals bedoeld onder
agendapunt 9 van de agenda van de aandeelhoudersvergadering van
6 april 2019
d. de documentatie en besluitvorming met betrekking tot:
* de deelname van de Portland Group in het aandelenkapitaal van TDD 1
en TDD 2
* de achtergestelde lening die in dat verband is verstrekt
* de terugbetaling van deze achtergestelde lening.
Deze vordering wordt afgewezen.
Ten aanzien van de onder a tot en met c vermelde stukken geldt dat, zoals TDD 1 c.s. gemotiveerd heeft aangevoerd, de certificaathouders op grond van de statuten van TDD 1 geen aanspraak kunnen maken op deze stukken.
Stichting Continuïteit The Dutch heeft verder onvoldoende uitgelegd dat de certificaathouders dan op grond van artikel 843a Rv wel aanspraak op deze stukken zou kunnen maken. Het is onder andere onduidelijk welk rechtmatig belang de certificaathouders bij deze stukken hebben.
Ten aanzien van de onder d genoemde stukken geldt dat Stichting Continuïteit The Dutch onvoldoende duidelijk heeft gemaakt dat zij daarop op grond van artikel 843a Rv aanspraak kan maken. Ook hier is het onduidelijk welk rechtmatig belang de certificaathouders daarbij hebben.
Vorderingen ten aanzien van adviseurskosten van aandeelhouders, versterkt met een dwangsom (gewijzigde eis onderdeel xi tot en met xiii)
2.20.
Stichting Continuïteit The Dutch vordert verder nog:
- een gebod om rekening en verantwoording af te leggen over de vraag of en op
welke wijze kosten van adviseurs van aandeelhouders ten laste van TDD 1, TDD 2
en/of TDE zijn gekomen
- een verbod om kosten van adviseurs van aandeelhouders door TDD 1, TDD 2 en/of
TDE te laten betalen
- een gebod om eventuele door TDD 1, TDD2 en/of TDE betaalde adviseurskosten
van de aandeelhouders terug te betalen.
Deze vorderingen zullen allemaal worden afgewezen. Nog daargelaten dat Stichting Continuïteit The Dutch onvoldoende duidelijk heeft gemaakt op welke grondslag TDD 1, en zelfs ook TDD 2 en TDE gehouden zouden zijn om rekening en verantwoording tegenover de certificaathouders zouden moeten afleggen, geldt dat daarvoor ook onvoldoende aanleiding is. Stichting Continuïteit The Dutch voert zelf aan dat door de toenmalige bestuurder en de RvC van TDD 1 is geweigerd om adviseurskosten van de aandeelhouders ten laste van TDD 1 te brengen. Waarom dit door het aftreden van de bestuurder en de RvC anders zou zijn, wordt niet door Stichting Continuïteit The Dutch toegelicht.
Dwangsom (xiv en xv gewijzigde eis)2.21. De over de hiervoor besproken vorderingen gevorderde dwangsommen zullen worden afgewezen, aangezien al die vorderingen zullen worden afgewezen.
Vordering tot het treffen van een voorlopige voorziening die voorzieningenrechter geraden voorkomt (xvi gewijzigde eis)
2.22.
De voorzieningenrechter ziet geen aanleiding om een voorlopige voorziening te treffen. Wel wil hij partijen in overweging om vooral zelf, eventueel onder begeleiding van een mediator, te proberen om tot een oplossing te komen en daarbij oog te hebben voor elkaars belangen en het gezamenlijk belang dat zij hebben. Partijen willen immers allebei dat The Dutch blijft bestaan. Het juridiseren van het geschil en het voeren van procedures leidt vaak niet tot de beste oplossing.
Proceskosten en nakosten
2.23.
Stichting Continuïteit The Dutch zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van TDD 1 c.s. worden begroot op:
- griffierecht € 1.992,00
- salaris advocaat
980,00
Totaal € 2.972,00
2.24.
De door TDD 1 c.s. verzochte nakosten zullen op de in de beslissing te noemen manier worden begroot.
2.25.
De proces- en nakostenveroordeling zullen zoals gevorderd uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter
3.1.
wijst de vorderingen af
3.2.
veroordeelt Stichting Continuïteit The Dutch in de proceskosten, aan de zijde van TDD 1 c.s. tot op heden begroot op € 2.972,00
3.3.
veroordeelt Stichting Continuïteit The Dutch in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 157,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Stichting Continuïteit The Dutch niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 82,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak
3.4.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.A. Messer en in het openbaar uitgesproken op
26 juni 2019. [1]

Voetnoten

1.type: BvdG (4374)