ECLI:NL:RBMNE:2019:2855

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
25 juni 2019
Publicatiedatum
25 juni 2019
Zaaknummer
16/705282-18 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van drie mannen voor meerdere plofkraken met onvoorwaardelijke gevangenisstraffen

Op 25 juni 2019 heeft de Rechtbank Midden-Nederland drie mannen veroordeeld tot lange, onvoorwaardelijke gevangenisstraffen voor hun betrokkenheid bij meerdere plofkraken. De hoofdverdachte, een 32-jarige man, kreeg 10 jaar gevangenisstraf, terwijl zijn medeverdachten 6 jaar en 30 maanden kregen. De rechtbank sprak een vierde verdachte vrij, die eerder was veroordeeld voor andere plofkraken. Tussen december 2017 en februari 2018 vonden er acht pogingen tot plofkraken plaats, waarbij in één geval op 7 januari 2018 in Didam een bedrag van 83.000 euro werd gestolen. De verdachten gebruikten gehuurde voertuigen en zorgden ervoor dat ze niet herkend konden worden door bivakmutsen en donkere kleding te dragen. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de impact op de samenleving, en oordeelde dat de verdachten lange gevangenisstraffen verdienden vanwege de brutaliteit en geraffineerdheid van hun daden. De rechtbank hield rekening met het aantal plofkraken waaraan elke verdachte had deelgenomen en de rol die zij binnen de criminele organisatie vervulden. De hoofdverdachte was verantwoordelijk voor acht plofkraken, terwijl de andere verdachten betrokken waren bij respectievelijk vijf en twee kraken. De rechtbank concludeerde dat de verdachten niet anders konden worden bestraft dan met lange, onvoorwaardelijke gevangenisstraffen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/705282-18 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 25 juni 2019
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1994] te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres
[adres] , [woonplaats] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 11 mei 2018, 17 juli 2018, 4 en 20 september 2018, 27 november 2018, 21, 23 en 24 mei 2019 en 11 juni 2019. De zaak is inhoudelijk behandeld op 21, 23 en 24 mei 2019 en gesloten op 11 juni 2019.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. R. Leuven en van hetgeen verdachte en mr. S.F.J. Smeets, advocaat te Amsterdam, alsmede de benadeelde partij [benadeelde 1] namens de ING Bank N.V. naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting van 4 september 2018 nader omschreven. Vervolgens is de tenlastelegging op de zitting van 21 mei 2019 gewijzigd. De (nader omschreven en gewijzigde) tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt, kort en feitelijk weergegeven, neer op het volgende:
Amuse
Feit 1: Medeplegen poging opzettelijk teweeg brengen van een ontploffing in de periode van 22 februari tot en met 23 februari 2018 te Druten, terwijl gemeen gevaar voor goederen te duchten was;
Feit 2: Poging diefstal in vereniging van geld uit een geldautomaat van ING Bank (in de Albert Heijn aan de [adres] ) door middel van braak in de periode van 22 februari tot en met 23 februari 2018 te Druten;
Cancan
Feit 3: Medeplegen poging opzettelijk teweeg brengen van een ontploffing op 22 december 2017 te Made, gemeente Drimmelen, terwijl gemeen gevaar voor goederen en/of levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor personen te duchten was;
Feit 4: Poging diefstal in vereniging van geld uit een geldautomaat van ING Bank (in de Albert Heijn aan de [adres] ) door middel van braak op 22 december 2017 te Made, gemeente Drimmelen;
Montreal
Feit 5: Primair, medeplegen poging opzettelijk teweeg brengen van een ontploffing op 25 januari 2018 te Druten, terwijl gemeen gevaar voor goederen en/of levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor personen te duchten was;
Subsidiair, medeplichtigheid daaraan;
Meer subsidiair, voorbereiding daarvan;
Feit 6: Primair, poging diefstal in vereniging van geld uit een geldautomaat van ING Bank (in de Albert Heijn aan de [adres] ) door middel van braak op 25 januari 2018 te Druten;
Subsidiair, medeplichtigheid daaraan;
Artikel 140 lid 1 Sr
Feit 7: Deelneming aan een criminele organisatie in de periode van 7 december 2017 tot en met 23 februari 2018 te Buren/Leersum/Made/Didam/Druten/Zetten/Boxmeer/Utrecht met [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of anderen die tot oogmerk had het plegen van misdrijven, te weten onder meer (pogingen) plofkraken in vereniging, althans diefstallen met braak voorafgegaan door een ontploffing;
Kolibrie
Feit 8: Medeplegen opzettelijk teweeg brengen van een ontploffing op 7 december 2017 te Buren, terwijl gemeen gevaar voor goederen te duchten was;
Feit 9: Poging diefstal in vereniging van geld uit een geldautomaat van Rabobank (aan de [adres] ) door middel van braak op 7 december 2017 te Buren.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het (primair) ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen, met dien verstande dat de officier van justitie vrijspraak heeft bepleit van het bestanddeel ‘
terwijl levensgevaar/gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor personen te duchten was’ voor zover van toepassing, te weten met betrekking tot de feiten 3 en 5.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft vrijspraak bepleit van het onder 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9 ten laste gelegde. Kort gezegd heeft de raadsman daartoe aangevoerd dat sprake is van onvoldoende bewijs om tot een bewezenverklaring te kunnen komen. De relevante verweren van de raadsman zullen verder door de rechtbank in haar overwegingen worden betrokken.
Ten aanzien van het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat deze feiten bewezen kunnen worden verklaard.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Algemeen [1]
Ford Transit
De Ford Transit met kenteken [kenteken] is een bedrijfswagen/bus die op naam staat van [bedrijf 1] B.V., het bedrijf van de medeverdachte [medeverdachte 1] . Uit het onderzoek is gebleken dat de medeverdachte [medeverdachte 1] de hoofdgebruiker van deze bus is. [2] In de Ford Transit zijn diverse persoonlijke goederen van deze medeverdachte aangetroffen, zoals zijn rijbewijs en allerlei pasjes op naam van [medeverdachte 1] [3] , en was aan het in de Ford Transit geïntegreerde multimedia- en navigatiesysteem maar één mobiele telefoon ‘gepaird’ met het systeem, te weten: ‘iPhone [medeverdachte 1] ’. [4]
De rechtbank gaat er dan ook vanuit dat daar waar de Ford Transit wordt gelinkt aan de aan verdachte ten laste gelegde feiten, de medeverdachte [medeverdachte 1] in die gevallen de bestuurder is van de Ford Transit.
Telefoonnummer * [telefoonnummer]
Bij de aanhouding van de medeverdachte [medeverdachte 1] werd op 23 februari 2018 een (Apple) iPhone 7 aangetroffen met het daarbij behorende telefoonnummer [telefoonnummer] (hierna verder: * [telefoonnummer] ). [5] Gelet op de verdere bevindingen in het dossier trekt de rechtbank op grond van de volgende omstandigheden de conclusie dat daar waar in het dossier het nummer * [telefoonnummer] wordt gebruikt dit de medeverdachte [medeverdachte 1] is:
- de medeverdachte geeft dit nummer * [telefoonnummer] op 16 oktober 2017 bij de politie op als zijn nummer [6] ;
- het nummer gekoppeld is aan allerlei privé accounts van [medeverdachte 1] (‘ [telefoonnummer] iMessage’, ‘ [e-mail] @hotmail.com’, ‘ [naam] ’ (Facebook Messenger) en ‘ [medeverdachte 1] ’ (Evernote) [7] ;
- een verbalisant constateert dat het nummer in de periode van 9 tot en met 15 februari 2018 steeds door één en dezelfde persoon wordt gebruikt die zichzelf ‘ [medeverdachte 1] ’ noemt [8] .
Met inachtneming van de hiervoor genoemde uitgangspunten dat de medeverdachte [medeverdachte 1] de gebruiker is van het nummer * [telefoonnummer] en de bestuurder is van de Ford Transit, zal de rechtbank overgaan tot bespreking van de ten laste gelegde feiten voor verdachte.
Ten aanzien van de feiten 1 en 2 (Amuse)
Op 23 februari 2018 om 03:40 uur vindt een poging plofkraak plaats op een geldautomaat van de ING Bank in de Albert Heijn aan de [adres] te Druten. Op heterdaad worden aangehouden verdachte en de medeverdachte [medeverdachte 3] . De medeverdachte [medeverdachte 1] wordt diezelfde nacht even verderop in Tiel slapend op de achterbank in de Ford Transit aangetroffen. [9]
Bewijsmiddelen [10]
‘Voorverkenning’
Op 20 februari 2018 is een baken geplaatst onder de Ford Transit met kenteken [kenteken] . [11] Op 22 februari 2018, een dag voor de plofkraak, hebben telefoonnummer * [telefoonnummer] en telefoonnummer * [telefoonnummer] om 00:31 uur contact. Om 1:06 uur belt * [telefoonnummer] naar de telefoon van de medeverdachte [medeverdachte 1] (* [telefoonnummer] ). Op dat moment rijdt de Ford Transit naar het (toenmalige) brp-adres van de medeverdachte [medeverdachte 3] , [adres] te [woonplaats] , waar hij om 01:10 uur is. [12]
Om 01:24 uur is de Ford Transit bij het verblijfadres van [verdachte] (verdachte), [adres] te [woonplaats] . De telefoon van de medeverdachte [medeverdachte 1] (* [telefoonnummer] ) maakt op dat moment gebruik van een zendmast in Houten. [13] Om 04:16 uur rijdt de Ford Transit in de straat Scharenburg in Druten. Daarna rijdt de Ford Transit weer terug richting Utrecht via de [adres] te [woonplaats] en de [adres] te [woonplaats] . [14]
Een Ford Transit met kenteken gelijkend op [kenteken] stopt op 22 februari 2018 tussen 4:40 en 4:45 uur op een parkeerplaats van tankstation Lindenhorst aan de Rijksweg A2 in Beesd. Op de camerabeelden van het tankstation wordt [verdachte] (verdachte) door verbalisanten herkend. Hij stapt uit de achterdeur aan de rechter zijkant van de Ford Transit. Daarnaast zien de verbalisanten dat er nog twee andere personen (voorin) in de Ford Transit zitten. [15]
Informatie
Met de telefoon van de medeverdachte [medeverdachte 1] (* [telefoonnummer] ) is in de nacht van 22 februari 2018 tussen 03:19 en 03:21 uur via Google onder andere gezocht op de zoekterm ‘Albert Heijn Druten’. [16]
Plofkraak
Op 23 februari 2018, de nacht van de (poging) plofkraak, komt de Ford Transit vanaf het (toenmalig) brp-adres van de medeverdachte [medeverdachte 1] , [adres] te [woonplaats] , in beweging. [17] Om 1:24 stopt de Ford Transit vlakbij het GBA-adres van [medeverdachte 3] , [adres] te [woonplaats] . Het telefoonnummer van de medeverdachte [medeverdachte 1] (* [telefoonnummer] ) en * [telefoonnummer] maken op dat moment gebruik van een zendmast in die omgeving. * [telefoonnummer] heeft om 1:19 uur sms contact met * [telefoonnummer] . [18] Om 01:41 uur is de Ford Transit op het verblijfadres van verdachte, [adres] te [woonplaats] . Om 02:45 is de Ford Transit in Druten. Om 2:49 staat de Transit even stil in de Raadhuisstraat in Druten. De telefoon van de medeverdachte [medeverdachte 1] (* [telefoonnummer] ) heeft dan contact met * [telefoonnummer] . Beide telefoons maken gebruik van een zendmast in Druten. [19] Verbalisanten zien dat de Ford Transit stil staat op de Raadhuisstraat te Druten en dat enkele minuten later twee personen naar een Mercedes bus met kenteken [kenteken] lopen die geparkeerd stond op de Tussenweg te Druten. Zij zagen dat kort daarna de Ford Transit Druten uitrijdt. [20] Korte tijd later wordt de Ford Transit bij het Van der Valk hotel te Tiel geparkeerd. Tussen 03:35 en 05:10 uur maakt de telefoon van de medeverdachte [medeverdachte 1] (* [telefoonnummer] ) gebruik van een zendmast in Tiel. [21] De verbalisanten zien dat in Druten de rechter achterdeur van de Mercedes bus met kenteken [kenteken] open staat en dat twee personen aan de achterzijde van de bus staan. Zij zien dan dat de deur gesloten wordt en dat de personen vanaf de achterzijde van de bus weglopen waarbij één van hen een groot voorwerp met zich meedroeg dan wel voortduwde. Vervolgens zien zij een scooter rijden met daarop twee in het donker geklede personen in de richting van de Scharenburg te Druten. Zij zagen dat de scooter daarna stopte en dat beide personen van de scooter afstapten. Zij zagen dat één van deze personen naar de Albert Heijn aan de [adres] rende en dat de andere persoon de scooter voortduwde in dezelfde richting en dan naast de Albert Heijn stalt. De verbalisanten hoorden vervolgens een harde klap en glasgerinkel en zij zagen dat twee personen via de glazen gevel van de Albert Heijn één voor één naar binnen gingen. [22]
Verbalisanten hebben daarop verdachte en de medeverdachte [medeverdachte 3] op heterdaad aangehouden. [23] Ten tijde van de aanhouding zagen zij dat verdachte en de medeverdachte bivakmutsen op hadden en handschoenen droegen. [24] Korte tijd later is de medeverdachte [medeverdachte 1] aangehouden op de parkeerplaats van het Van der Valk hotel te Tiel. [25] Hij lag op de achterbank van de Ford Transit te slapen. [26]
Hierna is door verbalisanten een forensisch onderzoek naar sporen verricht bij de Albert Heijn. Zij zagen bij het pand een motorscooter (zonder kenteken) staan. [27] Zij zagen dat er een gat in een ruit van het pand zat. Op de grond vlak voor dit gat zagen zij een groene plunjezak liggen met daarin een literfles met het opschrift ‘Ammoniakoplossing’. In de winkel troffen zij voor de opengebroken geldautomaat van de ING Bank een pizzaschuif aan. Rechts naast de geldautomaat zagen zij een sloophamer, een breekijzer en een sporttas liggen. [28]
Bussen: Mercedes [kenteken] en Ford Transit
Vervolgens zijn de betrokken bussen door verbalisanten onderzocht.
In de Ford Transit werd op de bijrijdersstoel een iPhone aangetroffen. Deze telefoon was door middel van een laadsnoer nog aan het voertuig verbonden. [29]
In de Mercedes Vito werd een blauwe mobiele telefoon, merk Nokia aangetroffen. [30]
Uit onderzoek is gebleken dat bij deze telefoon het nummer [telefoonnummer] (hierna: * [telefoonnummer] ) hoort. Dit nummer straalt op 23 februari 2018 om 02:49 uur een zendmast in Druten aan en heeft op dat moment contact met het nummer van de medeverdachte [medeverdachte 1] (* [telefoonnummer] ). [31]
Ook is door verbalisanten een forensisch onderzoek naar sporen verricht in de aangetroffen bussen.
In de Mercedes Vito met kenteken [kenteken] zagen verbalisanten in de laadruimte een dekbed en twee matrassen liggen. [32] Ook zagen zij dat het plafond van de laadruimte beplakt was met twee lagen zilverkleurige ‘noppen’(warmte isolerende) folie. Verder zagen zij een betonschaar en een fles Ammoniak liggen. [33]
Uit onderzoek is gebleken dat de Mercedes Vito met kenteken [kenteken] was gehuurd bij het bedrijf “ [autoverhuurder 1] ” te [woonplaats] op naam van [verdachte] (opgegeven adres: [adres] te [woonplaats] ). Het daarbij opgegeven telefoonnummer van [verdachte] is * [telefoonnummer] . [34]
In de Ford Transit met kenteken [kenteken] troffen verbalisanten aan: (in het opberg vak van het portier van de bestuurderszijde) een witte mobiele telefoon van het merk Nokia [35] , (in de gesloten bergruimte van het dashboard) een autosleutel met label waarop stond ‘Mercedes Sprinter bestelbus [kenteken] ’ en ‘ [autoverhuurder 2] B.V. te [woonplaats] ’ (in de open bergruimte in het dashboard) rijbewijs en allerlei pasjes op naam van [medeverdachte 1] en (op de achterbank) een dekbed en een kussen. [36]
Aangiften
Namens de ING Bank N.V. en de Albert Heijn aan de [adres] te Druten is aangifte gedaan. Aangeefster namens Albert Heijn heeft verklaard dat zij in de nacht van 23 februari 2018 door de politie werd gebeld omdat er was ingebroken bij de Albert Heijn. Toen zij ter plaatse kwam, zag zij dat de (nood)ruit van de voorgevel vernield was en dat er een groot gat in de ruit zat. [37]
Aangever namens ING Bank N.V. heeft verklaard dat het voordeurtje van de kluis van de geldautomaat en de dispenser van de geldautomaat kapot zijn. [38]
Verklaring verdachte
Ter terechtzitting van 21 mei 2019 heeft verdachte het volgende verklaard: ik blijf bij mijn verklaring zoals ik die bij de politie heb afgelegd. Het klopt dat ik samen met de medeverdachte [medeverdachte 3] de Albert Heijn in Druten ben binnengegaan en dat wij de geldautomaat hebben geprobeerd open te breken. [39]
Bewijsoverweging
Uit de bewijsmiddelen trekt de rechtbank de conclusie dat verdachte en de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] een nacht voor de plofkraak op voorverkenning zijn geweest in Druten. Vervolgens haalt de medeverdachte [medeverdachte 1] in de nacht van de plofkraak met de Ford Transit verdachte en de medeverdachte [medeverdachte 3] thuis op. Zij rijden dan naar Druten, alwaar verdachte en de medeverdachte [medeverdachte 3] uitstappen om de plofkraak te gaan plegen. De daarbij gebruikte Mercedes bus met kenteken [kenteken] was door verdachte gehuurd. De medeverdachte [medeverdachte 1] rijdt door naar een parkeerplaats in Tiel. Verdachte en de medeverdachte [medeverdachte 3] worden op heterdaad betrapt.
Verdachte heeft voorts het onder 1 en 2 ten laste gelegde bekend.
Op grond van het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat verdachte en zijn medeverdachten bewust en nauw hebben samengewerkt om de plofkraak te plegen, zodat de rechtbank wettig en overtuigend bewezen acht dat verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan.
Ten aanzien van de feiten 3 en 4 (Cancan)
Op 22 december 2017 om 02:42 uur vindt er een poging plofkraak plaats op een geldautomaat van de ING Bank in de Albert Heijn aan de [adres] te Made, gemeente Drimmelen. Twee personen komen op een scooter aangereden, slaan de ruit van de schuifdeur kapot en gaan de winkel binnen. Daar breken ze de geldautomaat open en stoppen er een explosief in. De lont dooft en er vindt geen explosie plaats. De daders verlaten de winkel en vertrekken met de scooter. In de buurt van de Albert Heijn wordt een Mercedes bus met kenteken [kenteken] aangetroffen met daarin onder meer: een scooter, breekvoorwerpen, een pizzaschuif, een groene plunjezak en 2 matrassen en een slaapzak.
Bewijsmiddelen
Aangifte
Namens de Albert Heijn aan de [adres] te Made heeft [aangever 1] aangifte gedaan. Hij werd op 22 december 2017 gebeld door de beveiliging en zag, toen hij ter plaatse kwam, dat het raam aan de voorzijde van het pand naast de schuifdeur was ingeslagen. [40]
Namens ING Bank N.V. heeft [benadeelde 1] aangifte gedaan. Hij heeft ter plaatse geconstateerd dat de ‘shutter’ van de geldautomaat was opengebroken en dat er een langwerpig explosief met een lont in de automaat was ingebracht. [41]
Camerabeelden Albert Heijn
Een verbalisant heeft de camerabeelden van Albert Heijn uitgekeken en zag het volgende:
Om 02:42 uur kwamen er twee personen aangelopen, waarvan er één een scooter vast had. Hij plaatste de scooter voor de toegangsdeur. Hij was gekleed in een regenpak met reflecterende streep op de rug. De andere persoon was gekleed in een vest. [42] De persoon met vest had een grote zak vast waar zichtbaar een lang voorwerp in zat. Om 02:42 uur pakt de persoon met het vest een zogenaamde voorhamer uit de zak en begint daarmee tegen de ruit aan de onderzijde te slaan. De persoon met regenpak bukt en pakt een voorwerp wat op een fles lijkt waarvan hij de dop af draait en de inhoud ervan leeggooit. Vervolgens begint hij tegen de ruit te trappen. [43] Nadat beiden de ruit hadden vernield, kroop de persoon met vest de winkel binnen, duwde de winkelmandjes weg en liep naar de geldautomaat. In zijn rechterhand hield hij een breekijzer vast. De persoon met regenpak volgt hem kort daarop, hij had een gele plastic Jumbo tas vast en liep eveneens naar de pinautomaat. [44] De persoon met vest is bezig met het breekijzer de pinautomaat open te breken. Dat gaat met grof geweld. De persoon met regenpak helpt hem door tegen de pinautomaat te trappen. Daarna pakt de persoon met regenpak een lang plat voorwerp uit de plastic zak. Op het moment dat hij de lange platte plaat in de geldautomaat wil steken, springt de bovenzijde van de geldautomaat open en gaat het licht in de supermarkt aan. De persoon in regenpak deinst iets achteruit en probeert vervolgens de plaat weer verder in de automaat te steken. De persoon met vest neemt het van hem over en plaatst de plaat in de geldautomaat. Deze persoon pakt vervolgens iets uit zijn rechterbroekzak en ontsteekt daarmee een vlam die hij bij de lange platte plaat houdt. [45] Er ontstaat een ontbranding. Na enkele seconden stopt de lont met branden. De persoon met vest rent weg in de richting van de toegangspoortjes, verdwijnt even uit beeld en komt weer in beeld terwijl hij zijn handen voor zijn oren houdt. De persoon draagt een groenkleurig vest met capuchon, een donkerkleurige bivakmuts en donkerkleurige handschoenen. De persoon wacht kennelijk op een ontploffing, maar deze blijft uit. Hij wacht nog even, loopt in gebukte houding richting de uitgang en tijgert naar de Jumbotas. [46] Hij pakt de tas en kruipt ermee door de vernielde ruit naar buiten. Hij loopt naar de scooter en stapt achterop. Beide daders rijden vervolgens weg. De persoon in regenpak had daarvoor het breekijzer opgepakt en via de vernielde ruit naar buiten gebracht. [47] Buiten was deze persoon bezig om spullen bij elkaar te rapen en plaatste deze op de scooter. Vervolgens had hij een rood voorwerp, lijkend op een fles, met een witte dop in zijn rechterhand. Het regenpak van deze persoon was voorzien van een capuchon met op de rug een reflecterende horizontale streep ter hoogte van de bovenarmen. Ook deze persoon droeg handschoenen en een bivakmuts. [48]
Mercedes bus met kenteken [kenteken]
De bus die in de buurt van de Albert Heijn was aangetroffen, is onderzocht. Volgens google maps is de plek van het aantreffen van de bestelbus ongeveer 800 meter verwijderd van de plaats delict. [49] De bus was gehuurd bij [autoverhuurder 2] B.V. Autoverhuur door de medeverdachte [medeverdachte 1] . [medeverdachte 1] had daarbij als telefoonnummer opgegeven * [telefoonnummer] . [50]
In de laadruimte van de bus werden de volgende goederen aangetroffen:
- een (motor)scooter, niet voorzien van een kenteken;
- een grote hoeveelheid isolatiemateriaal; [51]
- een op een explosief gelijkend voorwerp, voorzien van een beugel en met een lont eraan;
- een plastic tas van Jumbo;
- een stoffen boodschappentas van het merk Nike;
- kleding: een werkhandschoen, een bivakmuts, een blauw regenpak;
- pak perzik ijsthee ‘Perfect’;
- een slaapzak;
- een paar schoenen;
- 2 matrassen;
- een groene plunjezak;
- gereedschap: een moker, een breekijzer en een hamer;
- een paar werkhandschoenen. [52]
DNA
Naar de in de bus aangetroffen goederen is een forensisch onderzoek naar sporen verricht.
Op de groene plunjezak waren op de buitenzijde van de tas ter hoogte van het handvat bloedvlekken zichtbaar. Deze bloedvlekken zijn bemonsterd: SIN AAAJ4925NL en AAAJ4926NL. [53]
Uit een NFI-rapport van 19 januari 2018 blijkt dat het DNA-profiel op deze sporen een match heeft gevonden met het DNA-profiel van verdachte, waarbij de matchkans kleiner is dan één op één miljard. [54]
Ook op de slaapzak (SIN AAJS2966NL), Nike-tas (SIN AAJS2958NL), pak ijsthee (SIN AAJS2959NL) en Jumbo-tas (AAJS2957NL) zijn sporen aangetroffen en bemonsterd. [55]
Uit een deskundigenrapportage forensische DNA-onderzoek van The Maastricht Forensic Institute (TMFI) van 15 maart 2018 blijkt dat het DNA-profiel dat is aangetroffen op de hengsels van de Jumbo tas matcht met het DNA-profiel van verdachte, waarbij de frequentie van het DNA-profiel kleiner is dan één op één miljard. [56]
Het DNA-hoofdprofiel dat is aangetroffen op de hengels en opening van de Nike tas matcht met het DNA-profiel van verdachte, waarbij de frequentie van het DNA-hoofdprofiel kleiner is dan één op één miljard. [57]
Het DNA-hoofdprofiel dat is aangetroffen op de ritsen en opening van de slaapzak matcht met het DNA-profiel van verdachte, waarbij de frequentie van het DNA-hoofdprofiel kleiner is dan één op één miljard. [58]
Het afgeleid DNA-profiel dat is aangetroffen op de dop van het pak ijsthee matcht met het DNA-profiel van de medeverdachte [medeverdachte 3] , waarbij de matchkans kleiner is dan één op één miljard. [59]
Verder zijn op de handschoen (SIN AAJS2960NL), de bivakmuts (SIN AAJS2961NL), een paar schoenen (SIN AAJS2962NL) en een paar werkhandschoenen (SIN AAJS2972NL) sporen aangetroffen en bemonsterd. [60]
Uit het NFI-rapport van 12 maart 2018 blijkt dat het verkregen DNA-profiel op de linker handschoen (AAJS2960NL#01) matcht met het DNA-profiel van verdachte, waarbij de matchkans kleiner is dan één op één miljard. [61]
Op de bivakmuts (SIN AAJS2961NL) is DNA-materiaal aangetroffen waarbij uit bemonstering #01 een DNA-mengprofiel is verkregen: het afgeleid DNA-hoofdprofiel matcht met het DNA-profiel van [A] . De matchkans is kleiner dan één op één miljard; en uit bemonstering #02 is een DNA-mengprofiel verkregen: het afgeleid DNA-hoofdprofiel matcht met het DNA-profiel van verdachte. De matchkans is kleiner dan één op één miljard. [62]
Op de (veter van de) linker schoen (AAJS2962NL#04) is DNA-materiaal aangetroffen. Uit bemonstering #02 is een DNA-mengprofiel verkregen en het DNA-hoofdprofiel matcht met profielcluster 42483 in de DNA-databank, dat blijkt te matchen met de medeverdachte [medeverdachte 3] . De matchkans is kleiner dan één op één miljard. [63]
Het DNA-materiaal dat is aangetroffen op de linker handschoen (AAJS2972NL#01) betreft een DNA-mengprofiel van twee personen en dit DNA kan afkomstig zijn van verdachte en de medeverdachte [medeverdachte 1] . De bewijskracht voor verdachte is niet berekend. Het verkregen DNA-mengprofiel is minimaal één miljard keer waarschijnlijker wanneer de bemonstering DNA bevat van de medeverdachte [medeverdachte 1] en één willekeurige onbekende persoon, dan wanneer de bemonstering DNA bevat van twee willekeurige onbekende personen. [64]
Op de rechterhandschoen is DNA-materiaal aangetroffen waarbij het verkregen DNA-profiel matcht met het DNA-profiel van verdachte. De matchkans is kleiner dan één op één miljard. [65]
Glassporen
Uit de handschoen (AAJS2960NL), de bivakmuts (AAJS2961NL) en de schoenen (AAJS2962NL) is een groot aantal glassporen verkregen, waarvan er 96 zijn onderzocht. Hierin zijn 2 (vlakglas) bronnen te onderscheiden en 95 glassporen zijn niet te onderscheiden van referentieglas (AAJS8709NL, glas van de plaats delict AH te Made). Hiervoor geldt dat de resultaten van het vergelijkend glasonderzoek veel waarschijnlijker zijn wanneer 95 van de onderzochte glassporen uit de handschoen, de bivakmuts en de schoenen afkomstig zijn van de vernielde ruit waartoe het referentieglas heeft behoord dan wanneer alle onderzochte glassporen afkomstig zijn van (een) willekeurig andere ruit(en) of glazen object(en). [66]
Breekijzersporen
Op de geldautomaat werden werktuigsporen aangetroffen. Drie van deze sporen werden afgevormd en vergeleken met het in de bestelbus aangetroffen breekijzer. Uit dit onderzoek bleek dat de sporen op de onderdelen van de geldautomaat zijn veroorzaakt met het breekijzer. [67]
Telecomgegevens
Op 21 december 2017 om 23:30 uur maakt de telefoon * [telefoonnummer] gebruik van een zendmast in Arkel. Ruim een halfuur later om 00:07 maakt de telefoon * [telefoonnummer] gebruik van een zendmast in Hoge Zwaluwe ter hoogte van Made. [68]
Op 22 december 2017 om 02:02 uur maakt de telefoon van de medeverdachte [medeverdachte 1] (* [telefoonnummer] ) gebruik van een zendmast in Sleeuwijk.
Om 02:42 uur vindt de poging plofkraak plaats.
Om 03:15 uur is de door de medeverdachte [medeverdachte 1] gehuurde Mercedes bus in de omgeving van Made.
Om 06:26 uur belt * [telefoonnummer] met * [telefoonnummer] . Beide telefoons maken dan gebruik van dezelfde zendmast in Made. [69]
Opmerking verbalisant: Arkel ligt langs de A-27, gezien vanuit Utrecht, vóór Gorinchem. Sleeuwijk ligt net óver de Boven Merwede (overzijde vanaf Gorinchem) langs de A-27. De mastlocatie in Hoge Zwaluwe is langs de A-59 vlak vóór Made. Deze locaties liggen allemaal langs de meest logische route van Utrecht naar Made. [70]
Telefoonnummers
Van telefoonnummer [telefoonnummer] (hierna: * [telefoonnummer] ) zijn historische telecommunicatiegegevens gevorderd. Het telefoonnummer is actief geweest van 4 november 2017 tot en met 22 december 2017. Hieruit blijkt dat de meest gebruikte telefoonmasten (zoals Molensteijn, Meerndijk en Rijnzathe) vlakbij het (toenmalig) brp-adres van medeverdachte [medeverdachte 1] staan, [adres] [woonplaats] . Het nummer * [telefoonnummer] heeft het meest contact met een onbekend persoon op de plaats delict van de plofkraak in Buren, [verdachte] (verdachte) en 3 personen die voorkomen op de histo van * [telefoonnummer] , [medeverdachte 1] . [71]
Het nummer * [telefoonnummer] heeft geen contact met nummer * [telefoonnummer] . [72]
Van telefoonnummer [telefoonnummer] (hierna: * [telefoonnummer] ) zijn historische telecommunicatiegegevens gevorderd. Het telefoonnummer is actief geweest van 26 oktober 2017 tot en met 23 december 2017. Uit deze gegevens blijkt dat dit nummer gebruik maakt van telefoonmasten in de omgeving van het (toenmalig) brp-adres van de medeverdachte [medeverdachte 3] , [adres] [woonplaats] . Vanuit dit nummer is er het meeste contact met o.a. [B] (ook het meest voorkomende contact op histo * [telefoonnummer] [medeverdachte 3] ). De medeverdachte [medeverdachte 3] is een keer gecontroleerd in een auto op naam van [B] en uit onderzoek is gebleken dat [medeverdachte 3] geld overmaakt naar [B] . [73]
Van telefoonnummer [telefoonnummer] (hierna: * [telefoonnummer] ) zijn historische telecomgegevens gevorderd. Hieruit blijkt dat het nummer actief is van 1 oktober 2017 tot en met 25 december 2017. In deze periode maakt het nummer het meest gebruik van telefoonmasten in Houten gelegen in de nabijheid van het (toenmalige) verblijfadres ( [adres] ) van verdachte. Vanuit dit nummer is het meest contact met onder meer [C] (de vriendin van verdachte), [bedrijf 2] (het bedrijf van de moeder van verdachte) en [D] (de stiefvader van [C] ). [74]
Bewijsoverweging
Op grond van de analyse en het onderzoek naar de telecomgegevens en de bewijsmiddelen in onderling verband en samenhang bezien gaat de rechtbank er vanuit dat verdachte de gebruiker is geweest van het nummer * [telefoonnummer] , dat de medeverdachte [medeverdachte 1] de gebruiker is geweest van het nummer * [telefoonnummer] en dat de medeverdachte [medeverdachte 3] de gebruiker is geweest van het nummer * [telefoonnummer] .
Uit de bewijsmiddelen volgt dat de medeverdachte [medeverdachte 1] de Mercedes bus heeft gehuurd die daags ná de plofkraak in Made aangetroffen is in de buurt van de plaats delict. Deze Mercedes bus bevond zich om 3:15 uur (een half uur na de plofkraak) in de omgeving van Made. In de bus werden spullen aangetroffen die te relateren zijn aan de gepleegde plofkraak. Meer in het bijzonder werden op een handschoen (SIN 2960), op een bivakmuts (SIN 2961) en op schoenen (SIN 2962) die in de bus werden aangetroffen, glassporen gevonden die te relateren zijn tot de ruit die is vernield bij de onderhavige plofkraak in Made. Op deze handschoen en bivakmut,s waar glassporen op zitten van de ruit die is vernield bij de plofkraak, zit DNA van verdachte. Bovendien zit op vele andere goederen die in de afgesloten bus zijn aangetroffen, DNA van verdachte. Zoals op de groene plunjezak, op de gele Jumbotas, op handschoenen, op een Nike-tas en op de slaapzak. Daarbij komt dat de telefoon van verdachte (* [telefoonnummer] ) ook nog eens enkele uren voor de plofkraak aanstraalt ter hoogte van Made, de plaats van de plofkraak.
Gelet op al deze omstandigheden in onderling verband en samenhang bezien, volgt dat verdachte tezamen en in vereniging met de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] de poging plofkraak heeft gepleegd. Verdachte heeft daarbij een essentiële rol gespeeld door de plofkraak daadwerkelijk te plegen. Dit past ook in het patroon dat is gevolgd in de zaak Amuse. Er is sprake van een bewuste en nauwe samenwerking tussen verdachte en zijn mededaders.
De rechtbank gaat voorbij aan het verweer van de raadsman dat het DNA-materiaal bestaande uit bloed ‘oud’ materiaal zou kunnen zijn en dus eerder ontstaan zou kunnen zijn en niet met de plofkraak te maken zou hebben. De rechtbank acht dit niet aannemelijk. Een slechts in algemene termen gesteld verweer dat het gaat om mogelijk oude bloedvlekken - waarmee kennelijk is bedoeld dat het DNA-materiaal is aangetroffen op een verplaatsbaar object - waardoor niet kan worden uitgesloten dat de plunjezak in de bus is beland zonder dat verdachte zelf fysiek op dat moment op de plaats van het delict is geweest, is onvoldoende om deze sterke aanwijzing te ontzenuwen. De raadsman en verdachte geven bovendien geen enkele verklaring voor de wijze waarop het bloed van verdachte dan wel op de plunjezak terecht heeft kunnen komen. En ook als sprake zou zijn van ‘oud’ bloed, dan gaat de raadsman voorbij aan het feit dat op vele goederen die zich in de afgesloten bus bevonden (en die allemaal in verband staan met de plofkraak) DNA van verdachte is aangetroffen, zodat de rechtbank het uitgesloten – en in ieder geval niet aannemelijk - acht dat het DNA van verdachte ‘per toeval’ op al deze goederen terecht is gekomen. Dat op een tweetal goederen mengprofielen zijn aangetroffen van verdachte en een ander, en dat dit mogelijk duidt op ‘hergebruik’, maakt dit niet anders. Het DNA-materiaal is bovendien niet het enige bewijs in deze zaak, zodat het in het licht van en in samenhang met de overige bewijsmiddelen moet worden bezien. De bewijsmiddelen versterken in die zin de conclusie van de rechtbank dat geen sprake is van een toevalsmatch.
Conclusie
Uit het voorgaande volgt dat verdachte het onder feit 3 ten laste gelegde (medeplegen poging opzettelijk teweegbrengen van een ontploffing) en het onder feit 4 ten laste gelegde (poging diefstal in vereniging met braak) heeft begaan, met dien verstande dat de rechtbank – gelijk de officier van justitie heeft gevorderd – ten aanzien van feit 3 het bestanddeel ‘
terwijl levensgevaar/gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor personen te duchten was’ niet bewezen acht, zodat verdachte op dat punt zal worden vrijgesproken.
Ten aanzien van de feiten 5 en 6 (Montreal)
Op 25 januari 2018 omstreeks 04:13 uur werd het inbraakalarm van de Albert Heijn aan de [adres] te Druten geactiveerd. Ter plaatse bleek dat een raam van de winkel was ingeslagen en dat de in de winkel staande geldautomaat van de ING Bank was opengebroken.
Vrijspraak
Hoewel in het dossier aanwijzingen zitten dat verdachte betrokken was bij het plegen van deze (poging) plofkraak is de rechtbank van oordeel dat deze aanwijzingen – waaronder telefonisch (sms)contact twee dagen voor de plofkraak én in de nacht van de plofkraak met de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] , terwijl één van de medeverdachten anderhalf uur later gebruik maakt van een zendmast in Druten, de plaats van de plofkraak – onvoldoende zijn om tot een bewezenverklaring van de feiten 5 (primair, subsidiair en meer subsidiair) en 6 (primair en subsidiair) te kunnen komen. Weliswaar passen ook deze feiten in de modus operandi die verdachte en zijn medeverdachte(n) hebben gebruikt, toch moet per feit worden beoordeeld of in het dossier voldoende bewijs aanwezig is. Het sms-contact met de medeverdachten in de nacht van de plofkraak, terwijl één van de medeverdachten korte tijd later op de plaats delict is, roept vermoedens op, maar daarmee komt de rechtbank niet tot een bewezenverklaring.
De rechtbank zal verdachte daarom van deze feiten vrijspreken.
Ten aanzien van de feiten 8 en 9 (Kolibrie)
Op 7 december 2017 omstreeks 02:57 uur vindt er een plofkraak plaats op een geldautomaat van de Rabobank gelegen aan de [adres] te Buren. Het betrof een vrijstaande pinautomaat, een zogenaamde ‘Jan Snel unit’ op een parkeerterrein. Door de ontploffing was een enorme ravage ontstaan. Naast de unit werd een gedeelte van een pizzaschuif 1.0 aangetroffen.
Vrijspraak
Ook voor deze feiten zitten in het dossier aanwijzingen dat verdachte betrokken was bij het plegen van deze (poging) plofkraak. Immers, in de nacht van de plofkraak stuurt de medeverdachte [medeverdachte 1] (vanuit [woonplaats] ) enkele uren na de poging plofkraak een sms-bericht naar verdachte, terwijl de telefoon van verdachte op dat moment een zendmast in Buren aanstraalt, de plaats van de plofkraak; ruim een half uur later stuurt verdachte een sms-bericht naar de medeverdachte [medeverdachte 1] , terwijl de telefoon van verdachte op dat moment nog steeds in Buren aanstraalt en die van [medeverdachte 1] in Culemborg; tien minuten later is er weer sms-contact tussen beiden en maken beide telefoons gebruik van een zendmast in Buren; daarna bewegen de telefoons van verdachte en de medeverdachte [medeverdachte 1] zich weer richting Utrecht.
De rechtbank is echter van oordeel dat deze aanwijzingen onvoldoende zijn om tot een bewezenverklaring van de feiten 8 en 9 te kunnen komen, omdat al dit contact heeft plaatsgevonden enkele uren nadat de plofkraak heeft plaatsgevonden en er geen bewijs is dat verdachte voorafgaand aan de plofkraak richting de plaats delict is gegaan of ten tijde van de plofkraak op de plaats delict was. Ook in dit geval passen de feiten in de modus operandi die verdachte en zijn medeverdachte(n) hebben gebruikt en roept het sms-contact in de nacht van het delict op de plaats van het delict vermoedens op, maar kan de rechtbank op basis daarvan niet tot een bewezenverklaring komen. De rechtbank zal verdachte daarom van deze feiten vrijspreken.
Ten aanzien van feit 7: deelneming aan een criminele organisatie
De rechtbank is van oordeel dat de wijze waarop in onderhavige zaken werd samengewerkt verder gaat dan medeplegen.
Het plegen van een plofkraak is een ingewikkeld feit dat een deugdelijke voorbereiding en kennis van zaken vraagt. Zo moet van tevoren gezocht worden naar een geschikt type geldautomaat op een eenvoudig te bereiken locatie en goede vluchtmogelijkheden. Daarnaast is kennis van zaken omtrent de samenstelling en werking van explosieven nodig. De onderhavige zaken zijn gepleegd met een zelf gefabriceerd explosief, een zogenoemde pizzaschuif: een platte langwerpige metalen doos, gevuld met een explosieve stof en voorzien van een lang handvat. De explosieve stof bestaat in dit onderzoek uit flitspoeder. Deze stof is afkomstig uit zwaar, illegaal, vuurwerk, “zwarte cobra’s”. Er moet iemand gevonden worden die de pizzaschuif in elkaar last. Iemand moet zorgen voor het verkrijgen van het flitspoeder. Als ontstekingsmechanisme worden lonten aan de pizzaschuif gemaakt die tot in de explosieve stof reiken. De pizzaschuif wordt dichtgemaakt met kneedbaar metaal. Om tot een goede ontploffing te komen is het essentieel om de juiste hoeveelheid explosieve stof te gebruiken.
Uit het dossier volgt dat verdachte en zijn medeverdachten in deze zaken een specifieke werkwijze hanteerden die duidt op een goede voorbereiding en een vast patroon van aanpak. Zo werd de locatie vooraf bekeken, vaak door verdachte en één van de medeverdachten. Vervolgens werd de avond voorafgaand aan de plofkraak of op de avond zelf een bus in het uitgekozen dorp (op korte afstand van de Albert Heijn) neergezet waarin de benodigde goederen voor het plegen van de plofkraak aanwezig waren, zoals: een scooter (zonder kentekenplaat), breekvoorwerpen, een of meer explosieven (pizzaschuiven) en kleding – bivakmutsen, een (regen)jas of trui, (werk)handschoenen, fles ammoniak en (plastic) tassen (om het geld in te doen). Rond middernacht worden de uitvoerders (vaak verdachte en een medeverdachte) dan door de medeverdachte [medeverdachte 1] naar de gereedstaande bus gereden, waarna de chauffeur terugrijdt naar Utrecht of enkele kilometers verderop wacht. Verdachte en een medeverdachte halen de scooter uit de bus, rijden naar de Albert Heijn, plegen de plofkraak en rijden dan met de scooter weer terug naar de bus. De scooter wordt in de bus gezet en verdachte en een medeverdachte gaan in de bus zitten wachten totdat zij enkele uren later, als de grootste onrust rondom de (poging) plofkraak is geluwd, worden opgehaald door de medeverdachte [medeverdachte 1] die was teruggereden of ergens verderop stond te wachten. Om te voorkomen dat de bus ontdekt werd, werd het plafond van de bus voorzien van een laag warmte isolerende folie. Ook waren in de bus matrassen en/of een dekbed/slaapzak aanwezig, zodat de uitvoerende daders op een ontspannen manier die uren konden wachten.
Daarnaast volgt de samenhang tussen de verschillende zaken uit de volgende omstandigheden: een groene plunjezak (met daarin de breekvoorwerpen en het explosief) komt in meerdere zaaksdossiers terug: Amuse, Cancan, Lindow en Fendi. Op (een van) deze groene plunjezak(ken) wordt ook DNA van verdachte aangetroffen. Een gelijksoortige scooter (zonder kenteken, zonder merkplaatje en enigszins gehavend) komt voor zowel in de zaak Lindow als in de zaak Amuse [75] en een breekijzer dat is aangetroffen in een bus in de zaak Cancan blijkt hetzelfde breekijzer te zijn dat krassporen heeft gemaakt op een geldautomaat in de zaak Honing I (niet ten laste gelegd aan verdachte en zijn medeverdachten, maar wel onderdeel van de serie plofkraken). [76] Verder worden in de telefoon die in de zaak Amuse wordt gevonden in de Ford Transit, sms-berichten aangetroffen die betrekking hebben op de zaak Kroon. En in de zaak Amuse wordt een sleutel van een busje aangetroffen die gebruikt is in de zaak Cancan.
Ook is opvallend dat de plofkraken vaak volgens een vast stramien plaatsvinden: ophalen rond middernacht, in het dorp van bestemming rond 02:00 uur, tijdstip plofkraak rond 03:00 uur en ophalen enkele uren later, in de vroege ochtend rond 06:00 uur.
Uit de verschillende camerabeelden in het dossier volgt dat de verdachten verschillende taken uitvoeren in nauwe samenwerking met elkaar. Ieder heeft een eigen rol (besturen scooter, vasthouden tassen, inslaan van de ruit, openen geldautomaat, plaatsen en aansteken van het explosief) en ze helpen elkaar (voorwerpen en handelingen van elkaar overnemen).
Gelet op het voorgaande verwerpt de rechtbank dan ook het verweer van de raadsman dat het in dit geval gaat om slechts één of meer feiten die gezamenlijk werden gepleegd in een min of meer toevallig samenwerkingsverband. Uit het dossier blijkt het tegenovergestelde.
Uit het dossier volgt naar het oordeel van de rechtbank dat verdachte betrokken is bij de voorverkenning en de voorbereiding van de plofkraken (huren van een bus en de aanwezigheid van de voor de plofkraak benodigde materialen) en dat hij daarnaast voornamelijk de rol van uitvoerder heeft. Bij de twee zaken waar verdachte voor wordt veroordeeld, concludeert de rechtbank dat hij degene is die de plofkraak heeft gepleegd.
De rechtbank gaat dan ook voorbij aan het verweer van de raadsman dat verdachte slechts uitvoerder was van één plofkraak waartoe hij zich heeft laten overhalen en dat hij verder niet betrokken was bij de gepleegde (pogingen) plofkraken. Reeds uit de bewijsmiddelen volgt dat hij in ieder geval twee maal betrokken is geweest bij een plofkraak. Gelet voorts op de periode die tussen de bewezen verklaarde feiten ligt (22 dec 2017 – 23 feb 2018) en het contact dat hij daarvoor en gedurende deze periode met de hoofdverdachte in dit dossier, [medeverdachte 1] , en de medeverdachte [medeverdachte 3] had, alsmede gelet op de OVC-gesprekken in de PI te Almere (verdachte zegt: ‘
Het is allemaal door hem gekomen (…) Elke dag vragen we heb je je auto nagekeken (…) zitten gewoon twee zenders onder de auto. Mongool. [77] en ‘
Ze hebben ook die folie in de schuur gevonden. De zilveren folie.’ ‘
Je moet gewoon zeggen wat hun zeiden en ook ander gereedschap. Dat moet ook allemaal weg. [78] , is de rechtbank van oordeel dat het geenszins een eenmalige actie van verdachte betrof, maar dat hij wezenlijk deel uitmaakte van het crimineel georganiseerde samenwerkingsverband. Dat verdachte niet bij ieder gepleegd feit betrokken was, doet daar niet aan af. Niet vereist is voor deelneming aan een criminele organisatie dat steeds dezelfde personen in dezelfde samenstellingen alle delicten hebben gepleegd.
Gezien voormelde omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat sprake was van een duurzaam en gestructureerd samenwerkingsverband tussen verdachte en de medeverdachten.
De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte heeft deelgenomen aan een criminele organisatie, gericht op het plegen van plofkraken. Verdachte heeft ten aanzien van de onder 1, 2, 3 en 4 bewezen verklaarde feiten een aandeel gehad bij die plofkraken, welke plofkraken rechtstreeks verband hielden met de verwezenlijking van het oogmerk van die organisatie.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
1.
in de periode van 22 februari 2018 tot en met 23 februari 2018, te Druten, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk een ontploffing teweeg te brengen, met dat opzet met zijn mededaders,
- voorzien van een scooter en bivakmutsen en handschoenen en
breekvoorwerpen en een of meer explosieven naar voornoemde locatie
zijn gereden en
- een Vito hebben klaargezet en
- met behulp van een (breek)voorwerp een ruit hebben vernield van de
Albert Heijn (gevestigd aan de [adres] ) en
- de voorzetdeur van een geldautomaat van de ING Bank N.V. gelegen in
bovengenoemde Albert Heijn hebben geforceerd en opengebroken en
- een explosief in bovengenoemde Albert Heijn naar binnen hebben gebracht, terwijl daarvan gemeen gevaar voor die geldautomaat en dat pand en de in dat pand aanwezige inventaris en goederen te duchten was, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet werd voltooid;
2.
in de periode van 22 februari 2018 tot en met 23 februari 2018, te Druten, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een geldautomaat van de ING Bank N.V. gevestigd in de Albert Heijn gelegen aan de [adres] weg te nemen een hoeveelheid geld, toebehorende aan ING Bank N.V., en zich daarbij de toegang tot de plaats
van het misdrijf te verschaffen en die hoeveelheid geld onder hun bereik te brengen door middel van braak, met een of meer van zijn mededader(s),
- voorzien van een scooter en bivakmutsen en handschoenen en
breekvoorwerpen en een of meer explosieven naar voornoemde locatie
zijn gereden en
- met behulp van een (breek)voorwerp een ruit hebben vernield van de
Albert Heijn (gevestigd aan de [adres] ) en
- de voorzetdeur van een geldautomaat van de ING Bank N.V. gelegen in
bovengenoemde Albert Heijn hebben geforceerd en opengebroken en
- een explosief in bovengenoemde Albert Heijn naar binnen hebben gebracht,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet werd voltooid;
3.
op 22 december 2017 te Made, gemeente Drimmelen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk een ontploffing teweeg te brengen, met dat opzet met zijn mededaders,
- voorzien van een scooter en bivakmutsen en (breek)voorwerpen en
een of meer explosieven naar voornoemde locatie zijn gereden en
- een Mercedes met kenteken [kenteken] ) hebben gehuurd en vervolgens hebben klaargezet en
- met behulp van een (breek)voorwerp een ruit hebben vernield van de
Albert Heijn (gevestigd aan de [adres] ) en
- de shutter en/of de voorzetdeur van een geldautomaat van de ING Bank N.V.
gelegen in bovengenoemde Albert Heijn hebben geforceerd en opengebroken en
- een explosief in voornoemde geldautomaat hebben gebracht
- de lont hebben aangestoken, terwijl daarvan gemeen gevaar voor die geldautomaat en dat pand en de in dat pand aanwezige inventaris en goederen te duchten was, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet werd voltooid;
4.
op 22 december 2017 te Made, gemeente Drimmelen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een geldautomaat van de ING Bank N.V. gevestigd in de Albert Heijn gelegen aan de [adres] weg te nemen een hoeveelheid geld, toebehorende aan ING Bank N.V., en zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te
verschaffen en die hoeveelheid geld onder hun bereik te brengen door middel van braak,
met een of meer van zijn mededader(s),
- voorzien van een scooter en bivakmutsen en (breek)voorwerpen en
een of meer explosieven naar voornoemde locatie zijn gereden en
- met behulp van een (breek)voorwerp een ruit hebben vernield van de
Albert Heijn (gevestigd aan de [adres] ) en
- de shutter en/of de voorzetdeur van een geldautomaat van de ING Bank N.V.
gelegen in bovengenoemde Albert Heijn hebben geforceerd en opengebroken en
- een explosief in voornoemde geldautomaat hebben gebracht
- de lont hebben aangestoken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet werd voltooid;
7.
in de periode van 7 december 2017 tot en met 23 februari 2018 in Nederland heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten onder andere [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] en/of één of meer (onbekende) anderen, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, te weten onder meer
- ( pogingen tot) het tezamen en in vereniging met een anderen plegen van diefstallen (met braak) (als bedoeld in artikel 311 Wetboek van Strafrecht) voorafgegaan door het opzettelijk teweegbrengen van een ontploffing (als bedoeld in artikel 157 Wetboek van Strafrecht).
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
Feiten 1 en 3: telkens: medeplegen van een poging opzettelijk een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is
Feiten 2 en 4: telkens: poging diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak
Feit 7: deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 6 jaren, met aftrek van het voorarrest.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft het volgende aangevoerd.
De raadsman heeft aangevoerd dat sprake is van eendaadse samenloop voor wat betreft het onder feit 1 ten laste gelegde en het onder feit 2 ten laste gelegde. Ditzelfde geldt voor het onder feit 3 en feit 4, het onder feit 5 en feit 6 en het onder feit 8 en feit 9 ten laste gelegde.
Daarnaast stelt de raadsman zich op het standpunt dat de door de officier van justitie geformuleerde strafeis exorbitant hoog is. De rechtbank moet niet kijken naar de nieuwe richtlijnen van het OM nu deze feiten gepleegd zijn voordat de nieuwe richtlijnen in beeld waren en ook het bestanddeel ‘
terwijl levensgevaar/gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor personen te duchten was’ mag, in geval van vrijspraak daarvan, niet via de achterdeur alsnog een rol spelen bij het bepalen van de strafmaat. Daarbij komt dat verdachte de enige van alle verdachten is geweest die zich na de schorsing van de voorlopige hechtenis aan alle afspraken heeft gehouden. Hij is aan het werk en hij verwacht in september zijn eerste kind. Verdachte is zijn leven weer aan het oppakken. Indien verdachte opnieuw naar de gevangenis zal moeten, zal dit allemaal worden doorkruist. De raadsman verzoekt de rechtbank dan ook om aan verdachte een onvoorwaardelijk strafdeel op te leggen gelijk aan de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht en de rest geheel voorwaardelijk op te leggen.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank stelt voorop, in antwoord op het verweer van de raadsman op dit punt, dat er geen sprake is van eendaadse samenloop omdat de strafbepalingen een verschillend rechtsbelang beschermen.
De ernst van de feiten
De rechtbank is van oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van tweemaal een poging plofkraak (Amuse en Cancan). Daarnaast is de rechtbank van oordeel dat verdachte dit alles in crimineel georganiseerd verband heeft gedaan. Door de (pogingen) plofkraken van de geldautomaten is grote schade ontstaan aan de geldautomaten zelf, de ingang van de verschillende Albert Heijn winkels en vaak ook in de winkel zelf waar de geldautomaat zich bevond. Feiten als deze, gepleegd in de voor de nachtrust bestemde uren, veroorzaken zeer veel onrust voor omwonenden en andere gedupeerden. Bovendien veroorzaakt het grote onrust in de maatschappij. Een plofkraak gaat immers gepaard met een heftige explosie en een grote ravage als gevolg en levert flinke overlast op doordat (publieke) voorzieningen tijdelijk worden lamgelegd.
De rechtbank houdt bij de straftoemeting in strafverzwarende zin rekening met de zeer professionele en berekenende wijze waarop de kraken op grote schaal zijn voorbereid en gepleegd. Zo werd bij de kraken gebruik gemaakt van gehuurde bussen, scooters zonder kenteken en droegen de uitvoerders bivakmutsen, werkhandschoenen en donkere kleding en/of regenpakken om herkenning of het achterlaten van sporen te voorkomen. Ook werden verschillende telefoons gebruikt en werden medeverdachten aangespoord alle communicatie te wissen. De plofkraken werden binnen enkele minuten gepleegd waarbij sprake was van een doelgerichte samenwerking. De geraffineerdheid, maar ook de brutaliteit die bij het plegen van dit soort feiten komt kijken, rekent de rechtbank verdachte zeer aan.
Verdachte heeft zich daarbij uitsluitend laten leiden door geldelijk gewin, zonder acht te slaan op de impact van de feiten of de gevaren
.
Gelet op het bovenstaande is de rechtbank van oordeel dat op deze feiten niet anders kan worden gereageerd dan met een gevangenisstraf van lange duur.
De rechtbank heeft gelet op de hoogte van de straffen die doorgaans voor dit soort delicten, gepleegd in georganiseerd crimineel verband, worden opgelegd. Uit de jurisprudentie volgt dat als uitgangspunt geldt dat voor een voltooide plofkraak (teweegbrengen ontploffing en diefstal) in georganiseerd crimineel verband een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twee tot drie jaar wordt opgelegd. Uitgaande van de laagste toemeting – twee jaar (24 maanden) – geldt voor een poging plofkraak ongeveer 16 maanden (minus een derde). De rechtbank houdt daarnaast rekening met artikel 57 van het Wetboek van Strafrecht.
De persoon van verdachte
Wat betreft de persoon van verdachte heeft de rechtbank gelet op een verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 29 maart 2019 waaruit blijkt dat verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld voor het plegen van strafbare feiten waaronder oudere vermogensdelicten. Omdat dit meer dan vijf jaar geleden is, zal de rechtbank hiermee in strafverzwarende zin noch in straf verminderende zin rekening houden.
De rechtbank heeft tevens acht geslagen op het reclasseringsadvies van 28 mei 2018, opgemaakt door P. Leek, reclasseringswerker, en op het voortgangsverslag toezicht van 15 mei 2019, opgemaakt door E. Rodigas, toezichthouder. Uit het reclasseringsadvies volgt dat het recidiverisico als matig wordt ingeschat. Uit het voorgangsverslag volgt dat het recidiverisico verlaagd is als gevolg van de huidige omstandigheden van verdachte: verdachte komt de afspraken met de reclassering goed na, hij is werkzaam bij het bedrijf van zijn stiefvader en hij woont op dit moment bij zijn vriendin met wie hij eind september 2019 een kind verwacht.
De straf
Uitgaande van tweemaal een poging plofkraak (2x 16 maanden) in georganiseerd crimineel verband, alsmede al het voorgaande overwegende, is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden met aftrek van het voorarrest, een passende en geboden reactie vormt. Het voorstel van de raadsman om een gevangenisstraf op te leggen gelijk aan de duur van de tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, zou geen recht doen aan de ernst van de feiten.

9.BESLAG

9.1.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ter terechtzitting een beslaglijst overgelegd (bijlage bij het requisitoir).
Daaruit volgt dat hij ten aanzien van de inbeslaggenomen voorwerpen als volgt vordert:
- 2146913 (*913), 444378 (*378), *387, *388, *390 [79] , 1663392 (*392), *389, *401, *412, *394, *409, 1666145, 1667156 (*156), *158, 1666142, 1667154 (*154), *148, *147, *151, 1669529 (*529), *583, *526, *544, *521, *575, *635, *623, *629 [80] , 2149183, 2149078 en 2149081 [81] : verbeurd verklaren;
- 444384, 444385, 444386 [82] : vernietiging;
- 2146915: deponeren;
Met betrekking tot de in beslag genomen goederen
- 2146907 (*907), *917, *918, *920, *922, *925, *926, *933, *934, *935, 444375 (*375) t/m *377, *379 t/m *383 [83] heeft de officier aangegeven dat deze zullen worden teruggegeven aan verdachte en dat de rechtbank daar geen beslissing over hoeft te nemen.
-Ten aanzien van de in beslag genomen goederen 444391 [84] , 2159125, 2149210, 2149149 [85] :
heeft de officier op zitting aangegeven dat hij deze goederen zal teruggeven aan de rechthebbende en de rechtbank hierover ook geen beslissing hoeft te nemen.
9.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft geen verweer gevoerd ten aanzien van het beslag.
9.3.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank beslist als volgt:
Verbeurdverklaring
De rechtbank zal verbeurd verklaren de in beslag genomen voorwerpen conform de vordering tot verbeurdverklaring van de officier van justitie en de aan het requisitoir gehechte beslaglijst. Met betrekking tot deze voorwerpen zijn de bewezen verklaarde feiten begaan, dan wel zijn met behulp van deze voorwerpen de bewezen verklaarde feiten voorbereid/begaan.
Nu de wet de rechtbank niet de beslissingsbevoegdheid biedt om voorwerpen te vernietigen of te deponeren, zal de rechtbank de voorwerpen waarvan de officier van justitie de vernietiging of deponering vordert, eveneens verbeurd verklaren. Ook hiervoor geldt dat met deze voorwerpen de bewezen verklaarde feiten zijn begaan, dan wel dat met behulp van deze voorwerpen de bewezen verklaarde feiten zijn begaan.

10.BENADEELDE PARTIJEN

Vorderingen ING Bank N.V.
[benadeelde 1] heeft zich namens de ING Bank N.V. als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van:
- € 1.703,49 voor Druten (Amuse, feiten 1 en 2). Dit bedrag bestaat uit materiële schade en is in de volgende posten uitgesplitst: € 83,49 ten behoeve van [bedrijf 3] en € 1.620,- aan onderzoekskosten;
- € 4.183,80 voor Made (Cancan, feiten 3 en 4) en Leersum (Honing II, feiten 14 en 15). Dit bedrag bestaat uit materiële schade en is in de volgende posten uitgesplitst: € 943,80 Ident herstel locatie en € 3.240,- aan onderzoekskosten;
- € 1.842,34 voor Druten (Montreal, feiten 5 en 6). Dit bedrag bestaat uit materiële schade en is in de volgende posten uitgesplitst: € 222,34 ten behoeve van [bedrijf 3] en € 1.620,- aan onderzoekskosten;
ten gevolge van de aan verdachte hiervoor vermelde ten laste gelegde feiten. De ING Bank N.V. heeft ten aanzien van alle vorderingen tevens de wettelijke rente gevorderd.
Vordering Rabobank
[benadeelde 2] heeft zich namens de Rabobank West-Betuwe als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van:
- € 27.463,40 voor Buren (Kolibrie, feiten 8 en 9). Dit bedrag bestaat uit materiële schade en is in de volgende posten uitgesplitst: € 11.934,50 ter zake van de geldautomaat,
€ 12.641,90 ten behoeve van het opknappen van de Jan Snel unit en € 2.887,- aan het verplaatsen/plaatsen van de geldautomaat,
ten gevolge van de aan verdachte hiervoor vermelde ten laste gelegde feiten en te vermeerderen met de wettelijke rente.
10.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat alle vorderingen geheel kunnen worden toegewezen, met dien verstande dat de BTW hiervan dient te worden afgetrokken, nu het om bedrijven gaat. De officier van justitie heeft voorts hoofdelijke toewijzing gevorderd, alsmede oplegging van de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
10.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft zich, gelet op de bepleite vrijspraak voor de feiten 3 tot en met 9, primair op het standpunt gesteld dat de vorderingen niet-ontvankelijk moeten worden verklaard. Subsidiair heeft de raadsman van verdachte zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen evenzeer niet-ontvankelijk moeten worden verklaard omdat de vorderingen een onevenredige belasting vormen voor het strafgeding, aangezien de vorderingen summier zijn onderbouwd en niet gespecificeerd zijn en daarbij extreem laat ingediend, zodat een goed verweer daartegen vrijwel onmogelijk is. Daarnaast heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat de vordering inzake Leersum en Made onvoldoende inzichtelijk maakt welke schade voor welke plaats geldt, zodat ook om die reden de vordering niet-ontvankelijk moet worden verklaard, dan wel moet worden afgewezen.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
BTW
Wat betreft de BTW overweegt de rechtbank als volgt. Nu de benadeelde partijen de BTW met de fiscus kunnen verrekenen, ligt vergoeding van de BTW over de gevorderde bedragen niet in de rede. De rechtbank zal de vordering van de benadeelde partijen op dat punt afwijzen.
Toewijzen
Vaststaat dat de benadeelde partij ING Bank als gevolg van de bewezen verklaarde feiten rechtstreeks schade heeft geleden.
Ten aanzien van de vorderingen voor Druten (€ 1.703,49 (Amuse, feiten 1 en 2)) en Made
(€ 4.183,80 (Cancan, feiten 3 en 4) is de rechtbank van oordeel dat deze vorderingen kunnen worden toegewezen, met dien verstande dat de rechtbank ten aanzien van Made bedoelt: een bedrag van € 2.091,90, te weten de helft van die vordering, nu de andere helft ziet op het feit in Leersum (Honing II) welk feit niet aan verdachte ten laste is gelegd. De vorderingen voor Druten en Made komen de rechtbank niet onrechtmatig voor en de vorderingen zijn voldoende onderbouwd en gespecificeerd.
Voormelde vorderingen zullen derhalve, behoudens de btw, worden toegewezen (voor zover van toepassing), te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente en wel vanaf 23 februari 2018 tot de dag van volledige betaling:
- Druten € 1.407,84 (€ 1.703,49:121x100) (Amuse, feiten 1 en 2);
- Made € 1.728,84 (€ 2.091,90:121x100) (Cancan, feiten 3 en 4).
De rechtbank zal uitgaan van de datum van aanhouding van verdachte voor de berekening van de wettelijke rente en niet de datum van de respectievelijke plofkraak.
Verdachte is voor de schade naar burgerlijk recht met zijn mededaders hoofdelijk aansprakelijk.
Schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank is van oordeel dat de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht niet passend en geboden is. De ING Bank is een vennootschap die heel goed haar eigen vorderingen kan innen, zodat oplegging van de schadevergoedingsmaatregel niet in de rede ligt.
Kosten
Verdachte zal voorts worden veroordeelde in de kosten die de benadeelde partijen hebben gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zullen maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Niet-ontvankelijk
De ING Bank N.V. zal voor het overige in haar vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, zij kan zich voor dat deel van de vordering tot de burgerlijke rechter wenden.
Nu verdachte van de feiten 5 en 6 (Montreal) en de feiten 8 en 9 (Kolibrie) zal worden vrijgesproken, zal de benadeelde partij ten aanzien van die vorderingen - de ING Bank voor Druten op 25 januari 2018 en de Rabobank voor Buren op 7 december 2017 - niet-ontvankelijk worden verklaard. De benadeelde partijen kunnen hun vorderingen bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Nu de benadeelde partij niet-ontvankelijk wordt verklaard in haar vordering, zullen kosten worden gecompenseerd, in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt.

11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 33, 33a, 45, 47, 57, 140, 157 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

12.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder 5 (primair, subsidiair en meer subsidiair), 6 (primair en subsidiair), 8 en 9 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;

Strafbaarheid

- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf van 30 maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Beslag
- verklaart de volgende voorwerpen verbeurd:
2146913 (*913), 444378 (*378), *387, *388, *390 [86] , 1663392 (*392), *389, *401, *412, *394, *409, 1666145, 1667156 (*156), *158, 1666142, 1667154 (*154), *148, *147, *151, 1669529 (*529), *583, *526, *544, *521, *575, *635, *623, *629 [87] , 2149183, 2149078 en 2149081 [88] ;
444384, 444385, 444386 [89] ;
2146915 [90] ;
Benadeelde partijen
- wijst de vordering van de ING Bank N.V. toe ten aanzien van:
  • Druten - € 1.407,84 (Amuse, feiten 1 en 2);
  • Made - € 1.728,84 (Cancan, feiten 3 en 4);
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan ING Bank N.V. van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 februari 2018 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- verklaart de ING Bank N.V. voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- verklaart de ING Bank N.V. niet-ontvankelijk in de vordering ten aanzien van Druten (Montreal, feiten 5 en 6) en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- verklaart de Rabobank niet-ontvankelijk in de vordering ten aanzien van Buren (Kolibrie, feiten 8 en 9) en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- compenseert de proceskosten van de benadeelde partij en verdachte, in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J.P. Schotman, voorzitter,
mrs. C.S.K. Fung Fen Chung en R.L.M. van Opstal, rechters, in tegenwoordigheid van
mr. R.S. Wijkstra, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 25 juni 2019.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1.
hij, in of omstreeks de periode van 22 februari 2018 tot en met 23 februari
2018, te Druten, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte
voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen, opzettelijk een ontploffing teweeg te brengen, met dat opzet
met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen,
- ( voorzien van een scooter en/of bivakmutsen en/of handschoenen en/of
(breek)voorwerpen en/of een of meer explosieven) naar voornoemde locatie
is/zijn gereden en/of
- een vluchtauto (te weten een Vito) heeft/hebben klaargezet en/of
- met behulp van een (breek)voorwerp een ruit heeft/hebben vernield van de
Albert Heijn (gevestigd aan de [adres] ) en/of
- ( de voorzetdeur van) een geldautomaat van de ING Bank N.V. gelegen in
bovengenoemde Albert Heijn heeft/hebben geforceerd en/of opengebroken en/of
vernield en/of
- een explosief in bovengenoemde Albert Heijn naar binnen heeft/hebben
gebracht en/of aanwezig heeft/hebben gehad,
terwijl daarvan gemeen gevaar voor die geldautomaat en/of dat pand en/of de
in dat pand aanwezige inventaris en/of goederen en/of de nabij gelegen
panden, in elk geval gemeen gevaar voor goederen te duchten was, terwijl de
uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet werd voltooid;
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 157 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij, in of omstreeks de periode van 22 februari 2018 tot en met 23 februari
2018, te Druten, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte
voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een
geldautomaat van de ING Bank N.V. (gevestigd in de Albert Heijn gelegen aan
de [adres] ) weg te nemen een hoeveelheid geld, geheel of ten dele
toebehorende aan ING Bank N.V. , in elk geval aan een ander of anderen dan
aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot de
plaats van het misdrijf te verschaffen en/of die hoeveelheid geld onder
zijn/hun bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking en/of
inklimming, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen,
- ( voorzien van een scooter en/of bivakmutsen en/of handschoenen en/of
(breek)voorwerpen en/of een of meer explosieven) naar voornoemde locatie
is/zijn gereden en/of
- een vluchtauto (te weten een Vito) heeft/hebben klaargezet en/of
- ( vervolgens) met een (breek)voorwerp een ruit heeft/hebben vernield van
bovengenoemde Albert Heijn en/of
- ( de voorzetdeur van) een geldautomaat van de ING Bank N.V . gelegen in
bovengenoemde Albert Heijn heeft/hebben geforceerd en/of opengebroken en/of
vernield en/of
- een explosief in bovengenoemde Albert Heijn naar binnen heeft/hebben
gebracht en/of aanwezig heeft/hebben gehad
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet werd voltooid;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
3.
hij, op of omstreeks 22 december 2017, te Made, gemeente Drimmelen, althans
in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk
een ontploffing teweeg te brengen, met dat opzet met een of meer van zijn
mededader(s), althans alleen,
- ( voorzien van een scooter en/of bivakmutsen en/of (breek)voorwerpen en/of
een of meer explosieven) naar voornoemde locatie is/zijn gereden en/of
- een vluchtauto (te weten een Mercedes, type Sprinter 314 met kenteken
[kenteken] ) heeft/hebben gehuurd en/of (vervolgens) heeft/hebben klaargezet en/of
- met behulp van een (breek)voorwerp een ruit heeft/hebben vernield van de
Albert Heijn (gevestigd aan de [adres] ) en/of
- ( de shutter en/of de voorzetdeur van) een geldautomaat van de ING Bank N.V.
gelegen in bovengenoemde Albert Heijn heeft/hebben geforceerd en/of
opengebroken en/of vernield en/of
- een explosief in voornoemde geldautomaat heeft/hebben gebracht en/of in
bovengenoemde Albert Heijn naar binnen heeft/hebben gebracht en/of aanwezig
heeft/hebben gehad en/of
- de lont heeft/hebben aangestoken,
terwijl daarvan gemeen gevaar voor die geldautomaat en/of dat pand en/of de
in dat pand aanwezige inventaris en/of goederen en/of de nabij gelegen
panden, in elk geval gemeen gevaar voor goederen, en/of levensgevaar of
gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een of meer bewoners van omliggende
woningen en/of (toevallige) voorbijgangers, in elk geval levensgevaar of
gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen, te duchten
was, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet werd voltooid;
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 157 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 157 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
4.
hij, op of omstreeks 22 december 2017, te Made, gemeente Drimmelen, althans
in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een geldautomaat van de ING
Bank N.V. (gevestigd in de Albert Heijn gelegen aan de [adres] ) weg
te nemen een hoeveelheid geld, geheel of ten dele toebehorende aan ING Bank
N.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s) en zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te
verschaffen en/of die hoeveelheid geld onder zijn/hun bereik te brengen door
middel van braak en/of verbreking en/of inklimming, met een of meer van zijn
mededader(s), althans alleen,
- ( voorzien van een scooter en/of bivakmutsen en/of (breek)voorwerpen en/of
een of meer explosieven) naar voornoemde locatie is/zijn gereden en/of
- een vluchtauto (te weten een Mercedes, type Sprinter 314 met kenteken
[kenteken] ) heeft/hebben gehuurd en/of (vervolgens) heeft/hebben klaargezet en/of
- ( vervolgens) met een (breek)voorwerp een ruit heeft/hebben vernield van
bovengenoemde Albert Heijn (gevestigd aan de [adres] ) en/of
- ( de shutter en/of de voorzetdeur van) een geldautomaat van de ING Bank N.V.
gelegen in bovengenoemde Albert Heijn heeft/hebben geforceerd en/of
opengebroken en/of vernield en/of
- een explosief in voornoemde geldautomaat heeft/hebben gebracht en/of in
bovengenoemde Albert Heijn naar binnen heeft/hebben gebracht en/of aanwezig
heeft/hebben gehad en/of
- de lont heeft/hebben aangestoken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet werd voltooid;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
5.
Primair
hij, op of omstreeks 25 januari 2018, te Druten, althans in Nederland, ter
uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk een
ontploffing teweeg te brengen, met dat opzet met een of meer van zijn
mededader(s), althans alleen,
- ( voorzien van (breek)voorwerpen en/of bivakmutsen en/of handschoenen en/of
een of meer explosieven) naar voornoemde locatie is/zijn gereden en/of
- een vluchtauto heeft/hebben gehuurd en/of heeft/hebben klaargezet en/of
- met behulp van een (breek)voorwerp een ruit heeft/hebben vernield van de
Albert Heijn (gevestigd aan de [adres] ) en/of
- ( de shutter van) een geldautomaat van de ING Bank N.V. gelegen in
bovengenoemde Albert Heijn heeft/hebben geforceerd en/of opengebroken en/of
vernield en/of
- een explosief in bovengenoemde Albert Heijn naar binnen heeft/hebben
gebracht en/of aanwezig heeft/hebben gehad,
terwijl daarvan gemeen gevaar voor die geldautomaat en/of dat pand en/of de
in dat pand aanwezige inventaris en/of goederen en/of de nabij gelegen
panden, in elk geval gemeen gevaar voor goederen, en/of levensgevaar of
gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een of meer bewoners van omliggende
woningen en/of (toevallige) voorbijgangers, in elk geval levensgevaar of
gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen, te duchten
was, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet werd voltooid;
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 157 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 157 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 3] en/of een of meer ander(en), op of omstreeks 25
januari 2018, te Druten, althans in Nederland, ter uitvoering van het door
zijn/hun voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer
anderen, althans alleen, opzettelijk een ontploffing teweeg te brengen, met
dat opzet met een of meer van zijn/hun mededader(s), althans alleen
- ( voorzien van (breek)voorwerpen en/of bivakmutsen en/of handschoenen en/of
een of meer explosieven) naar voornoemde locatie is/zijn gereden en/of
- een vluchtauto heeft/hebben gehuurd en/of heeft/hebben klaargezet en/of
- met behulp van een (breek)voorwerp een ruit heeft/hebben vernield van de
Albert Heijn (gevestigd aan de [adres] ) en/of
- ( de shutter van) een geldautomaat van de ING Bank N.V. gelegen in
bovengenoemde Albert Heijn heeft/hebben geforceerd en/of opengebroken en/of
vernield en/of
- een explosief in bovengenoemde Albert Heijn naar binnen heeft/hebben
gebracht en/of aanwezig heeft/hebben gehad,
terwijl daarvan gemeen gevaar voor die geldautomaat en/of dat pand en/of de
in dat pand aanwezige inventaris en/of goederen en/of de nabij gelegen
panden, in elk geval gemeen gevaar voor goederen, en/of levensgevaar of
gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een of meer bewoners van omliggende
woningen en/of (toevallige) voorbijgangers, in elk geval levensgevaar of
gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen, te duchten
was, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet werd voltooid,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, op of omstreeks 25
januari 2018, te Druten en/of Utrecht, althans in Nederland, opzettelijk
gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk
behulpzaam is geweest door
- ( van tevoren) de locatie en/of de omgeving (van de plofkraak) in kaart te
brengen en/of
- door voorafgaand en/of tijdens en/of na afloop van de plofkraak - middels
een of meer telefoongesprek(ken) en/of sms-bericht(en) - instructie(s) te
geven en/of informatie te delen met voornoemde [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 3] en/of
een of meer ander(en) en/of
- voornoemde [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 3] en/of een of meer ander(en) te
vervoeren van/naar de geldautomaat en/of (daar) te blijven wachten tijdens het
plegen van de plofkraak en/of zich gereed te houden om (als bestuurder)
voornoemde [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 3] en/of een of meer ander(en) helpen weg te
komen;
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 48 Wetboek van Strafrecht
art 157 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 157 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
Meer subsidiair
hij, op of omstreeks 25 januari 2018, te Druten, althans in Nederland, tezamen en in
vereniging met een of meer anderen ter voorbereiding van het misdrijf waarop naar de
wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten
het misdrijf genoemd in artikel 157 Wetboek van Strafrecht (namelijk: opzettelijk een
ontploffing teweeg brengen in een geldautomaat, terwijl daarvan gemeen gevaar voor
die geldautomaat en/of het pand waarin die geldautomaat zich bevond en/of de in de
aanwezige inventaris in het pand en/of goederen en/of de nabij gelegen panden, in elk
geval gemeen gevaar voor goederen te duchten is en/of levensgevaar of gevaar voor
zwaar lichamelijk letsel voor een of meer bewoners van omliggende woningen en/of
(toevallige) voorbijgangers, in elk geval levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk
letsel voor een ander of anderen te duchten is), opzettelijk
- bivakmutsen en/of
- handschoenen en/of
- een explosief (pizzaschuif), althans een daarop gelijkend voorwerp,
bestemd tot het begaan van dat misdrijf, heeft/hebben verworven, vervaardigd,
ingevoerd, doorgevoerd, uitgevoerd en/of voorhanden heeft/hebben gehad;
art 46 Wetboek van Strafrecht (voorbereiding)
6.
Primair
hij, op of omstreeks 25 januari 2018, te Druten, althans in Nederland, ter
uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening in/uit een geldautomaat van de ING Bank N.V.
(gevestigd in de Albert Heijn gelegen aan de [adres] ) weg te nemen een
hoeveelheid geld, geheel of ten dele toebehorende aan ING Bank N.V., in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en
zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of
die hoeveelheid geld onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak
en/of verbreking en/of inklimming, met een of meer van zijn mededader(s),
althans alleen,
- ( voorzien van (breek)voorwerpen en/of bivakmutsen en/of handschoenen en/of
een of meer explosieven) naar voornoemde locatie is/zijn gereden en/of
- een vluchtauto heeft/hebben gehuurd en/of heeft/hebben klaargezet en/of
- met behulp van een (breek)voorwerp een ruit heeft/hebben vernield van de
Albert Heijn (gevestigd aan de [adres] ) en/of
- ( de shutter van) een geldautomaat van de ING Bank N.V. gelegen in
bovengenoemde Albert Heijn heeft/hebben geforceerd en/of opengebroken en/of
vernield en/of
- een explosief in bovengenoemde Albert Heijn naar binnen heeft/hebben
gebracht en/of aanwezig heeft/hebben gehad, terwijl de uitvoering van dat
voorgenomen misdrijf niet werd voltooid;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 3] en/of een of meer ander(en), op of omstreeks 25
januari 2018, te Druten, althans in Nederland, ter uitvoering van het door
zijn/hun voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer
anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
in/uit een geldautomaat van de ING Bank N.V. (gevestigd in de Albert Heijn
gelegen aan de [adres] ) weg te nemen een hoeveelheid geld, geheel of
ten dele toebehorende aan ING Bank N.V., in elk geval aan een ander of
anderen dan aan die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 3] en/of zijn/hun mededader(s) en
zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of
die hoeveelheid geld onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak
en/of verbreking en/of inklimming, met een of meer van zijn/hun mededader(s),
althans alleen,
- ( voorzien van (breek)voorwerpen en/of bivakmutsen en/of handschoenen en/of
een of meer explosieven) naar voornoemde locatie is/zijn gereden en/of
- een vluchtauto heeft/hebben gehuurd en/of heeft/hebben klaargezet en/of
- met behulp van een (breek)voorwerp een ruit heeft/hebben vernield van de
Albert Heijn (gevestigd aan de [adres] ) en/of
- ( de shutter van) een geldautomaat van de ING Bank N.V. gelegen in
bovengenoemde Albert Heijn heeft/hebben geforceerd en/of opengebroken en/of
vernield en/of
- een explosief in bovengenoemde Albert Heijn naar binnen heeft/hebben
gebracht en/of aanwezig heeft/hebben gehad, terwijl de uitvoering van dat
voorgenomen misdrijf niet werd voltooid,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, op of omstreeks 25
januari 2018, te Druten en/of Utrecht, althans in Nederland, opzettelijk
gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk
behulpzaam is geweest door
- ( van tevoren) de locatie en/of de omgeving (van de plofkraak) in kaart te
brengen en/of
- door voorafgaand en/of tijdens en/of na afloop van de plofkraak – middels
een of meer telefoongesprek(ken) en/of sms-bericht(en) - instructie(s) te
geven en/of informatie te delen met voornoemde [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 3] en/of
een of meer ander(en) en/of
- voornoemde [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 3] en/of een of meer ander(en) te
vervoeren van/naar de geldautomaat en/of (daar) te blijven wachten tijdens het
plegen van de plofkraak en/of zich gereed te houden om (als bestuurder)
voornoemde [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 3] en/of een of meer ander(en) helpen weg te
komen;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
7.
hij, op een of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 7
december 2017 tot en met 23 februari 2018, te Buren en/of Leersum en/of Made
en/of Didam en/of Druten en/of Zetten en/of Boxmeer en/of Utrecht, althans in
Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een
samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten onder andere [medeverdachte 1]
en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of één of meer (onbekende)
anderen, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, te weten
onder meer
- ( pogingen tot) het tezamen en in vereniging met een of meer ander(en) plegen
van plofkraken, althans diefstallen (met braak) (als bedoeld in artikel 311
Wetboek van Strafrecht) voorafgegaan door het opzettelijk teweegbrengen van
een ontploffing (als bedoeld in artikel 157 Wetboek van Strafrecht);
onder meer
art 140 lid 1 Wetboek van Strafrecht
8.
hij, op of omstreeks 7 december 2017, te Buren, althans in Nederland, tezamen
en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk een
ontploffing teweeg heeft/hebben gebracht, immers heeft/hebben verdachte en/of
zijn mededader(s)
- ( voorzien van een scooter en/of bivakmutsen en/of (breek)voorwerpen en/of
een of meer explosieven) zich naar voornoemde locatie begeven en/of
- met behulp van een (breek)voorwerp een gat in de wand/unit (waar de
geldautomaat was gesitueerd) aangebracht en/of
- een explosief in voornoemde unit en/of geldautomaat gebracht en/of
- voornoemde explosief aangestoken en/of tot ontploffing gebracht en/of laten
brengen,
terwijl daarvan gemeen gevaar voor die geldautomaat en/of voor het
gebouw/unit waarin die geldautomaat zich bevond en/of voor nabij die
geldautomaat gelegen gebouwen in elk geval gemeen gevaar voor goederen te
duchten was;
art 157 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
9.
hij, op of omstreeks 7 december 2017, te Buren, althans in Nederland, ter
uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening in/uit een geldautomaat van de Rabobank
(gevestigd aan de [adres] ) weg te nemen een hoeveelheid geld,
geheel of ten dele toebehorende aan de Rabobank, in elk geval aan een ander
of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de
toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of die hoeveelheid
geld onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking
en/of inklimming, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen,
- ( voorzien van een scooter en/of bivakmutsen en/of (breek)voorwerpen en/of
een of meer explosieven) naar voornoemde locatie is/zijn gereden en/of
- met behulp van een (breek)voorwerp een gat in de wand/unit (waar de
geldautomaat was gesitueerd) heeft/hebben aangebracht en/of
- een explosief in voornoemde unit en/of geldautomaat heeft/hebben gebracht
en/of
- voornoemde explosief heeft/hebben aangestoken en/of tot ontploffing
heeft/hebben gebracht en/of laten brengen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet werd voltooid;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
[Einde tekst]

Voetnoten

1.Wanneer hierna (en hiervoor) wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Tenzij anders vermeld zijn deze processen-verbaal als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, genummerd PL0900-2018036896 (onderzoek 30Amuse18), opgemaakt door de politie Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 1870. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Waar mogelijk wordt volstaan met een verkorte en zakelijke weergave.
2.Een proces-verbaal van 9 juli 2018, p. 418.
3.Een proces-verbaal van bevindingen van 1 maart 2018, p. 536 en een proces-verbaal sporenonderzoek van 12 maart 2018, p. 633.
4.Een proces-verbaal van bevindingen van 9 mei 2018, p. 570.
5.Een proces-verbaal van bevindingen van 26 november 2018, p. 1861.
6.Proces-verbaal van verdenking, p. 229.
7.Proces-verbaal van bevindingen van 26 november 2018, p. 1862.
8.Een proces-verbaal van bevindingen van 15 februari 2018, p. 300.
9.Een proces-verbaal van aanhouding van 23 februari 2018, p. 232 en 233.
10.Wanneer hierna (en hiervoor) wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Tenzij anders vermeld zijn deze processen-verbaal als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, genummerd PL0900-2018036896 (onderzoek 30Amuse18), opgemaakt door de politie Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 1870. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Waar mogelijk wordt volstaan met een verkorte en zakelijke weergave.
11.Proces-verbaal niet stelselmatige observatie, pagina 486.
12.Een geschrift, te weten een informatierapport analyse en onderzoek bakengegevens van de Ford Transit, p. 498.
13.Een geschrift, te weten een informatierapport analyse en onderzoek bakengegevens van de Ford Transit, p. 499.
14.Een geschrift, te weten een informatierapport analyse en onderzoek bakengegevens van de Ford Transit, p. 500.
15.Een proces-verbaal van bevindingen van 6 maart 2018, p. 443-444.
16.Een proces-verbaal van bevindingen van 26 november 2018, p. 1869.
17.Een proces-verbaal van 9 juli 2018, p. 419.
18.Een geschrift, te weten een informatierapport analyse telecom, p. 503.
19.Informatierapport analyse telecom, p. 504.
20.Een proces-verbaal van observatie van 24 februari 2018, p. 477.
21.Een geschrift, te weten een informatierapport analyse telecom, p. 505.
22.Een proces-verbaal van observatie van 24 februari 2018, p. 478.
23.Een proces-verbaal van aanhouding van 23 februari 2018, p. 169.
24.Proces-verbaal van aanhouding van 23 februari 2018, p. 170.
25.Een proces-verbaal van aanhouding van 23 februari 2018, p. 232.
26.Proces-verbaal van aanhouding van 23 februari 2018, p. 233.
27.Een proces-verbaal sporenonderzoek van 2 maart 2018, p. 573.
28.Proces-verbaal sporenonderzoek van 2 maart 2018, p. 574 in combinatie met p. 576.
29.Een proces-verbaal van bevindingen zoeking Transit en Vito van 1 maart 2018, p. 536.
30.Proces-verbaal van bevindingen zoeking Transit en Vito van 1 maart 2018, p. 537.
31.Een proces-verbaal data blauwe Nokia van 13 maart 2018, p. 527.
32.Een proces-verbaal sporenonderzoek van 8 maart 2018, p. 609.
33.Proces-verbaal sporenonderzoek van 8 maart 2018, p. 610.
34.Een proces-verbaal van bevindingen (Mercedes), p. 541 met als bijlage de huurovereenkomst, p. 543.
35.Een proces-verbaal sporenonderzoek van 12 maart 2018, p. 632.
36.Proces-verbaal sporenonderzoek van 12 maart 2018, p. 633.
37.Een proces-verbaal aangifte van [aangever 2] van 23 februari 2018, p. 424.
38.Een geschrift, inhoudende een aangifte van [aangever 3] van 24 februari 2018, p. 427, met als bijlage een onderzoeksrapport van 23 februari 2018, p. 431.
39.Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 21 mei 2019 in combinatie met een proces-verbaal van verhoor verdachte van 23 februari 2018, p. 183.
40.Een proces-verbaal aangifte van [aangever 1] van 12 januari 2018, p. 861.
41.Een proces-verbaal aangifte van [benadeelde 1] van 22 december 2017, p. 867, met als bijlage een onderzoeksrapport van 22 december 2017, p. 872.
42.Een proces-verbaal van bevindingen van 27 december 2017, p. 881.
43.Proces-verbaal van bevindingen van 27 december 2017, p. 882.
44.Een proces-verbaal van bevindingen van 27 december 2017, p. 883.
45.Een proces-verbaal van bevindingen van 27 december 2017, p. 884.
46.Een proces-verbaal van bevindingen van 27 december 2017, p. 885.
47.Een proces-verbaal van bevindingen van 27 december 2017, p. 886.
48.Proces-verbaal van bevindingen van 27 december 2017, p. 887.
49.Een proces-verbaal (relaas) van 6 juli 2018, p. 858.
50.Een proces-verbaal van bevindingen van 22 december 2017, p. 894 in combinatie met de huurovereenkomst, p. 897.
51.Proces-verbaal van bevindingen van 22 december 2017, p. 894.
52.Een proces-verbaal van bevindingen van 22 december 2017, p. 895-896.
53.Een proces-verbaal sporenonderzoek van 2 januari 2018, p. 965.
54.Een geschrift, te weten een NFI-rapport van 19 januari 2018, opgemaakt door Ing. S. Tuinman, NFI-deskundige forensisch DNA-onderzoek, p. 971.
55.Een proces-verbaal aanvraag forensisch onderzoek, p. 977.
56.Een geschrift, te weten een deskundigenrapportage forensische DNA-onderzoek van The Maastricht Forensic Institute (TMFI) van 15 maart 2018, opgemaakt door dr. P.J. Herbergs, NRGD-geregistreerd forensisch DNA-deskundige, p. 1001.
57.Deskundigenrapportage forensische DNA-onderzoek van The Maastricht Forensic Institute (TMFI) van 15 maart 2018, opgemaakt door dr. P.J. Herbergs, NRGD-geregistreerd forensisch DNA-deskundige, p. 1002.
58.Deskundigenrapportage forensische DNA-onderzoek van The Maastricht Forensic Institute (TMFI) van 15 maart 2018, opgemaakt door dr. P.J. Herbergs, NRGD-geregistreerd forensisch DNA-deskundige, p. 1002.
59.Deskundigenrapportage forensische DNA-onderzoek van The Maastricht Forensic Institute (TMFI) van 15 maart 2018, opgemaakt door dr. P.J. Herbergs, NRGD-geregistreerd forensisch DNA-deskundige, p. 1002 in combinatie met een geschrift, te weten een NFI-rapport DNA-onderzoek van 2 mei 2018, opgemaakt door Ing. S. Redeker, p. 1037 en p. 1039.
60.Een proces-verbaal aanvraag benoeming deskundige van 29 december 2017, p. 1013.
61.Een geschrift, te weten een NFI-rapport DNA-onderzoek van 12 maart 2018, opgemaakt door Ing. M.J.W. Pouwels, p. 1028.
62.NFI-rapport DNA-onderzoek van 12 maart 2018, opgemaakt door Ing. M.J.W. Pouwels, p. 1028.
63.NFI-rapport DNA-onderzoek van 12 maart 2018, opgemaakt door Ing. M.J.W. Pouwels, p. 1027 in combinatie met p. 1029 en het NFI-rapport DNA-onderzoek van 2 mei 2018, opgemaakt door Ing. S. Redeker, p. 1037 en p. 1039.
64.Een geschrift, te weten een NFI-rapport DNA-onderzoek van 12 maart 2018, opgemaakt door Ing. M.J.W. Pouwels, p. 1027.
65.NFI-rapport DNA-onderzoek van 12 maart 2018, opgemaakt door Ing. M.J.W. Pouwels, p. 1027.
66.Een geschrift, te weten een NFI-rapport vergelijkend glasonderzoek van 27 maart 2018, opgemaakt door Ing. W. Wiarda, NFI-deskundige glasonderzoek, p. 1049.
67.Een proces-verbaal sporenonderzoek van 16 februari 2018, p. 1052 in combinatie met een proces-verbaal uitslag sporenonderzoek van 9 februari 2018, p. 1064-1065.
68.Een geschrift, te weten een informatierapport analyse telecom, p. 891.
69.Informatierapport analyse telecom, p. 892.
70.Een proces-verbaal (relaas) van 6 juli 2018, p. 858.
71.Een geschrift, te weten een informatierapport analyse en onderzoek telecom [medeverdachte 1] , p. 303.
72.Informatierapport analyse en onderzoek telecom [medeverdachte 1] , p. 306.
73.Een geschrift, te weten een informatierapport analyse en onderzoek telecom [medeverdachte 3] , p. 340.
74.Een geschrift, te weten een informatierapport analyse en onderzoek telecom [verdachte] , p. 218.
75.Een proces-verbaal sporenonderzoek van 12 maart 2018, p. 714.
76.Een proces-verbaal forensisch onderzoek plaats delict, p. 842 in combinatie met een proces-verbaal vergelijkend werktuigsporenonderzoek, p. 849.
77.Een proces-verbaal van bevindingen van 20 maart 2018, p. 203.
78.Proces-verbaal van bevindingen van 20 maart 2018, p. 204.
79.Beslaglijst, p. 0019.
80.Beslaglijst, p. 0021.
81.Beslaglijst, p. 0022.
82.Beslaglijst, p. 0019.
83.Beslaglijst, p. 0019.
84.Beslaglijst, p. 0019.
85.Beslaglijst, p. 0022.
86.Beslaglijst, p. 0019.
87.Beslaglijst, p. 0021.
88.Beslaglijst, p. 0022.
89.Beslaglijst, p. 0019.
90.Beslaglijst, p. 0019.