ECLI:NL:RBMNE:2019:2838

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
26 juni 2019
Publicatiedatum
24 juni 2019
Zaaknummer
C/16/478049 / FO RK 19-446
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot beëindiging voogdij en benoeming grootouders als voogden

In deze zaak hebben de grootouders op 27 maart 2019 een verzoekschrift ingediend om de voogdij van de pleegouders over hun kleinkind [minderjarige 1] te beëindigen en henzelf als voogden te benoemen. De kinderrechter heeft op 5 juni 2019 met de minderjarige gesproken en de zaak is op 6 juni 2019 behandeld. De pleegouders zijn niet verschenen op de zitting. De grootouders stellen dat [minderjarige 1] sinds de kerstvakantie van 2017 bij hen woont en dat er geen contact meer is met de pleegouders. Ze willen belangrijke beslissingen over [minderjarige 1] kunnen nemen, zoals over zijn vervolgopleiding en financiën. De rechtbank heeft de Raad voor de Kinderbescherming verzocht om onderzoek te doen naar de voogdij en de geschiktheid van de grootouders. De rechtbank heeft de behandeling van de zaak aangehouden voor twee maanden, in afwachting van het onderzoek, omdat het belangrijk is dat er tijdig duidelijkheid komt over wie de beslissingen over [minderjarige 1] mag nemen. De rechtbank heeft op 26 juni 2019 de beschikking gegeven, waarin de Raad voor de Kinderbescherming wordt verzocht om schriftelijk te rapporteren en te adviseren voor de volgende zitting op 26 augustus 2019.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Familierecht
locatie Utrecht
zaaknummer: C/16/478049 / FO RK 19-446
voogdij
Beschikking van 26 juni 2019
in de zaak van:
[grootouder 1] ,
- en -
[grootouder 2],
beiden wonende te [woonplaats] , gemeente Lopik,
hierna gezamenlijk te noemen: de grootouders,
advocaat mr. J. Kaljee,
tegen
[pleegouder 1],
- en -
[pleegouder 2],
beiden wonende te [woonplaats] ,
hierna gezamenlijk te noemen: de pleegouders.

1.Verloop van de procedure

1.1.
De grootouders hebben op 27 maart 2019 een verzoekschrift, met producties, ingediend.
1.2.
De kinderrechter heeft op 5 juni 2019 met de minderjarige [minderjarige 1] gesproken.
1.3.
Het verzoek is besproken tijdens de zitting van 6 juni 2019.
Hierbij waren aanwezig:
  • de grootouders met hun advocaat,
  • de heer J. van Westen, namens de Raad voor de Kinderbescherming, locatie Utrecht.
De pleegouders waren ook uitgenodigd voor de zitting, maar zij zijn niet gekomen.

2.De feiten

2.1.
Op [2002] zijn te [geboorteplaats] geboren:
[minderjarige 1]en
[minderjarige 2].
2.2.
[minderjarige 1] en [minderjarige 2] zijn de kinderen van
[moeder](hierna te noemen: de moeder) en
[vader](hierna te noemen: de vader).
2.3.
De vader is overleden op [2013] te [woonplaats] .
2.4.
De moeder is overleden op [2017] te [woonplaats] .
2.5.
De pleegouders zijn bij beschikking van 5 april 2018 van deze rechtbank belast met de voogdij over de kinderen. Dit betekent dat de pleegouders de belangrijke beslissingen over de kinderen mogen nemen.
2.6.
[minderjarige 1] woont bij de grootouders. [minderjarige 2] woont bij de pleegouders.

3.De beoordeling

3.1.
De grootouders hebben verzocht om de voogdij van de pleegouders over [minderjarige 1] te beëindigen en de grootouders te benoemen als voogden van [minderjarige 1] , op grond van artikel 1:299a van het Burgerlijk Wetboek.
Zij doen dit verzoek omdat [minderjarige 1] sinds de kerstvakantie van 2017 bij de grootouders woont en er geen contact meer is met de pleegouders. De grootouders willen de belangrijke beslissingen over [minderjarige 1] mogen nemen, bijvoorbeeld over zijn vervolgopleiding en financiën.
[minderjarige 1] is het eens met het verzoek van de grootouders.
Het standpunt van de pleegouders is onbekend, want zij hebben niet gereageerd op het verzoekschrift en de uitnodiging voor de zitting.
3.2.
De rechtbank zal de Raad voor de Kinderbescherming vragen om een onderzoek te doen naar de voogdij over [minderjarige 1] , zoals tijdens de zitting is besproken. De Raad zal onderzoek doen naar de geschiktheid van de grootouders, waarbij het Justitieel Documentatie Systeem van de grootouders mag worden bekeken. Daarnaast wil de rechtbank worden geïnformeerd over het standpunt van de pleegouders en de mogelijkheden voor contactherstel tussen de tweelingbroers [minderjarige 1] en [minderjarige 2] (die meervoudig is gehandicapt). De rechtbank vindt het zorgelijk dat er al lange tijd geen contact mogelijk is tussen [minderjarige 1] en [minderjarige 2] , terwijl [minderjarige 1] wel contact zou willen.
De behandeling van de zaak wordt, in afwachting van het onderzoek door de Raad, aangehouden voor de duur van twee maanden. De rechtbank kiest voor een korte periode van aanhouding, aangezien [minderjarige 1] zich moet aanmelden voor een vervolgopleiding en voor die tijd duidelijk moet zijn wie de beslissingen over [minderjarige 1] mag nemen.

4.Beslissing

De rechtbank
4.1.
verzoekt de Raad voor de Kinderbescherming om onderzoek te doen naar de vraag:
Wie kan het best worden belast met de voogdij over
[minderjarige 1]?
4.2.
houdt de behandeling van de zaak, in afwachting van de uitkomst van het onderzoek van de Raad voor de Kinderbescherming,
PRO FORMAaan tot
26 augustus 2019,
met verzoek aan de Raad om voor deze datum schriftelijk te rapporteren en te adviseren, met bepaling dat afhankelijk van de dan verkregen informatie een nadere zittingsdatum zal worden bepaald of een beschikking zal worden gegeven.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.G. van Doorn, (kinder)rechter, in aanwezigheid van mr. A. Verouden als griffier en in het openbaar uitgesproken op 26 juni 2019.
..