In deze zaak hebben de grootouders op 27 maart 2019 een verzoekschrift ingediend om de voogdij van de pleegouders over hun kleinkind [minderjarige 1] te beëindigen en henzelf als voogden te benoemen. De kinderrechter heeft op 5 juni 2019 met de minderjarige gesproken en de zaak is op 6 juni 2019 behandeld. De pleegouders zijn niet verschenen op de zitting. De grootouders stellen dat [minderjarige 1] sinds de kerstvakantie van 2017 bij hen woont en dat er geen contact meer is met de pleegouders. Ze willen belangrijke beslissingen over [minderjarige 1] kunnen nemen, zoals over zijn vervolgopleiding en financiën. De rechtbank heeft de Raad voor de Kinderbescherming verzocht om onderzoek te doen naar de voogdij en de geschiktheid van de grootouders. De rechtbank heeft de behandeling van de zaak aangehouden voor twee maanden, in afwachting van het onderzoek, omdat het belangrijk is dat er tijdig duidelijkheid komt over wie de beslissingen over [minderjarige 1] mag nemen. De rechtbank heeft op 26 juni 2019 de beschikking gegeven, waarin de Raad voor de Kinderbescherming wordt verzocht om schriftelijk te rapporteren en te adviseren voor de volgende zitting op 26 augustus 2019.