Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
[eiser sub 3],
[eiser sub 4],
[gedaagde sub 7],
[gedaagde sub 8],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 20 december 2017 (hierna: het tussenvonnis)
- de akte van deponering van 9 januari 2018
- de akte uitlating over de door [gedaagden c.s.] in het geding gebrachte geluidsopname en proces-verbaal, overlegging producties alsmede vermindering van eis, althans wijziging van eis van VWIJ c.s. van 21 februari 2018
- de antwoordakte na overleggen geluidsopname tevens akte overlegging producties van VWIJ c.s. van 4 april 2018
- de akte uitlating van VWIJ c.s. van 2 mei 2018
- de antwoordakte van [gedaagden c.s.] van 30 mei 2018
- de akte overlegging producties van [gedaagden c.s.] van 28 november 2018
- de akte overlegging aanvullende producties van [gedaagden c.s.] van 8 maart 2019
- de pleidooien en de ter gelegenheid daarvan overgelegde pleitaantekeningen.
2.Eiswijziging
3.De verdere beoordeling
uitgangspunten
prijsde leden van de Groep hun aandeel kunnen verwerven.
eigenvermogen” alsmede de Participatienota aan de orde zijn geweest en dat daarmee is ingestemd, maar dat niet duidelijk is waarop die instemming precies zag.
vordering onder I.c. wordt afgewezen voor zover deze betrekking heeft op de kostprijs.
vordering onder I.b.wordt afgewezen.
gevorderde onder I.c.met betrekking tot de rechten die aan de aandelen toekomen evenmin toewijsbaar is.
vordering onder I.d.wordt eveneens afgewezen.
vordering onder III.a.zal dan ook in zoverre worden toegewezen dat [gedaagden c.s.] wordt veroordeeld er zorg voor te dragen dat de leden van de Groep – voor zover zij zich nog niet hebben ingeschreven voor 1 MW – een aanbod wordt gedaan te participeren in het Fonds voor maximaal een bedrag dat gelijk is aan de waarde van 1 MW van het totale geïnstalleerde vermogen van het windpark. Gelet op hetgeen [gedaagden c.s.] in hun pleitnota hebben geschreven over “INPASSING VAN PETITUM IN PARTICIPATIE” gaat de rechtbank ervan uit dat [gedaagden c.s.] gezamenlijk in elk geval aan deze veroordeling kunnen voldoen. Alle gedaagden zijn gehouden, los van hun bevoegdheden – zie hierna onder 3.30 – het aanbod (mede) te bewerkstelligen.
vordering onder III.b.
vordering onder III.c.wordt toegewezen met dien verstande dat [gedaagden c.s.] alle (rechts)handelingen dient te verrichten die nodig zijn om het door een lid van de Groep geaccepteerd aanbod na te komen en te effectueren waaronder de levering van de betreffende participaties. Omdat de gedaagde (rechts)personen niet allen alle benodigde rechtshandelingen zullen kunnen verrichten is voor een hoofdelijke veroordeling geen plaats. Ieder der gedaagden moet de desbetreffende rechtshandelingen verrichten voor zover hij of zij daartoe bevoegd is.
vordert onder IV.te bepalen dat dit vonnis in de plaats treedt van de rechtshandelingen die [gedaagden c.s.] dient te verrichten om het aandelen belang aan de leden van de Groep over te dragen. Dit deel van de vordering wordt afgewezen aangezien blijkens het prospectus de participaties voor de leden van de Groep zijn gereserveerd en er dus geen aanleiding is te veronderstellen dat [gedaagden c.s.] de veroordeling niet zal nakomen.
vordering onder I.a.dan ook toe in die zin dat voor recht wordt verklaard dat de Voortgangsrapportage in strijd is met de overeenkomst tussen [gedaagden c.s.] en de leden van de Groep, voor zover in de Voortgangsrapportage is vermeld dat de participanten (via het Fonds) een belang van minder dan 75% in het windpark kunnen verkrijgen en dat de leden van de Groep gezamenlijk (via het Fonds) minder dan 22,161% van de aandelen kunnen houden. De zinsnede uit het petitum:
“(de uitwerking van de participaties zoals [gedaagden c.s.] die nastreeft op grond van)”wordt niet in het dictum opgenomen omdat de ‘uitwerking van de participaties’ inmiddels voltooid is.
2e deel van de vordering onder IIwordt toegewezen in die zin dat [gedaagden c.s.] wordt verboden verdere uitvoering te geven aan de Voortgangsrapportage voor zover wordt afgeweken van het basisprincipe dat 75% van het gerealiseerde vermogen (via het Fonds) beschikbaar komt voor participatie en dat 22,161% van het gerealiseerde vermogen (via het Fonds) beschikbaar komt voor de leden van de Groep gezamenlijk.