Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.De verdere beoordeling
108,00(1,5 punten x tarief € 72,00)
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 22 mei 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap CAIW Diensten B.V. en een consument. De overeenkomst tussen CAIW en de consument is telefonisch tot stand gekomen, maar CAIW heeft nagelaten om de belangrijkste informatie schriftelijk aan de consument te bevestigen, zoals vereist door artikel 6:230m van het Burgerlijk Wetboek. De consument betwistte dat de overeenkomst schriftelijk was bevestigd en stelde dat zij niet was geïnformeerd over haar rechten, waaronder het herroepingsrecht en de voorwaarden voor opzegging.
De kantonrechter oordeelde dat CAIW niet had voldaan aan haar verplichtingen om de consument op een duurzame gegevensdrager de vereiste informatie te verstrekken. De rechter concludeerde dat de overeenkomst nietig was, omdat de voorgeschreven vorm niet was nageleefd. CAIW werd als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de zijde van de consument, die op € 108,00 werden begroot. Dit vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.