4.3.2.Bewijsmiddelen en bewijsoverwegingen
4.3.2.1. Inleiding
Naar aanleiding van een anonieme brief en informatie van het Team Criminele Inlichtingen over criminele activiteiten van [medeverdachte 1] heeft de politie eenheid Midden-Nederland in september 2016 een onderzoek naar [medeverdachte 1] en zijn medeverdachten ingesteld.De politie heeft meerdere telefoonnummers van [medeverdachte 1] afgetapt en daarna ook de nummers van verdachte en zijn broers [medeverdachte 2] (
hierna: [medeverdachte 2] )en [medeverdachte 3] (
hierna: [medeverdachte 3] )en zijn ouders [medeverdachte 4] (
hierna: [medeverdachte 4]) en [medeverdachte 5] (
hierna: [medeverdachte 5]) afgetapt. Op basis van via de tap verkregen informatie is er op 4 januari 2017 en 12-14 januari 2017 door de politie een actiedag georganiseerd. Vervolgens zijn op 21 februari 2017 in Nederland 10 locaties doorzocht en hebben er in België drie doorzoekingen plaatsgevonden.
De rechtbank ziet aanleiding om bij het bespreken van de feiten een andere volgorde te hanteren dan de volgorde zoals deze is aangehouden in de tenlastelegging.
4.3.2.2. Inleidende overwegingen
Bewijsoverweging telefoonnummers verdachten
Er is geen verweer gevoerd ten aanzien van de hieronder opgenomen telefoonnummers die door de rechtbank worden toegeschreven aan de verdachten. De rechtbank stelt op grond van de bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, en de processen-verbaal waarin de identiteit van de gebruiker van de voornoemde telefoonnummers telkens wordt geïdentificeerd, vast dat in de ten laste gelegde periode [medeverdachte 1] gebruik heeft gemaakt van de telefoonnummers [telefoonnummer 1], [telefoonnummer 2]en [telefoonnummer 3], [medeverdachte 2] gebruik heeft gemaakt van de telefoonnummers [telefoonnummer 4], [telefoonnummer 5], [telefoonnummer 6], [telefoonnummer 7]en [telefoonnummer 8], [medeverdachte 3] gebruik heeft gemaakt van de telefoonnummers [telefoonnummer 9]en [telefoonnummer 10], [verdachte] gebruik heeft gemaakt van de telefoonnummers [telefoonnummer 11]en [telefoonnummer 12], [medeverdachte 4] gebruik heeft gemaakt van het telefoonnummer [telefoonnummer 13]en [medeverdachte 5] gebruik heeft gemaakt van het telefoonnummer [telefoonnummer 14].
Ten behoeve van de leesbaarheid van het vonnis, zal de rechtbank bij het weergeven van tapgesprekken in plaats van voormelde telefoonnummers de namen van de verdachten weergeven.
4.3.2.3. Bewijsmiddelen en overwegingen invoer cocaïne (feit 4)
4.3.2.3.1. Bewijsmiddelen - Zaaksdossier Suriname
De camerabeelden van Schiphol Airport van 6 december 2016 zijn door verbalisant [verbalisant 1] uitgekeken:
Ik heb de screenshots van de camerabeelden zelf ook bekeken en vergeleken met het bekende signalement en de beschikbare foto’s. Door deze gegevens en de bevindingen ten aanzien van de passagierslijst, tapgesprekken en het API-alert van de Koninklijke Marechaussee, heb ik de overtuiging dat de man op de beelden [verdachte] is.
[verdachte] heeft op[6 december 2016]
vlucht [..1] richting Paramaribo genomen omstreeks 10.20 uur.
Op 14 december 2016 (…) komt er een bericht binnen van de Koninklijke Marechaussee (…) met de inhoud dat [verdachte] onderweg is vanuit Paramaribo naar Schiphol Airport met vlucht [..2] van Surinam Airways.
In zijn verhoor bij de rechter-commissaris wordt door [C 1] bevestigd dat hij [..4] wordt genoemd en dat [verdachte] op 6 december 2016 naar Suriname is gereisd.
Op 10 december 2016 om 00:38 uur belt [verdachte] (NN) vanuit Suriname naar [medeverdachte 1] ( [medeverdachte 1] ):
NN: (…) ik moet de namen van die boten hebben (…).
NN: (…) ik heb Mexicaanse kartel, je weet wel, heleboel kracht.
(…)
[medeverdachte 1] : zij hebben, hebben zij geen PGP’s of helemaal niks. (…)
NN: Alles wordt overgevlogen. Je weet wel, alles komt daar bij ons aan. De dragers, diegene die eruit gaan halen en diegene die gaan uitdelen en overgedragen en alles wordt over gevolgen. (…)
[medeverdachte 1] : Waar naartoe? Naar Mexico!!!
NN: Nee, naar Ecuador(…)
NN: Ze moeten namen hebben(…) alles, tussen persoon, alles komt daar heen. (…) ik moet de naam van de boot hebben. Dat is het belangrijks, de naam van de boot.
[medeverdachte 1] : (…) de naam van de boot die kan ik pas maandag, dinsdag, woensdag krijgen, want die heb ik lang besteld bij die flikker en nog niet, hij zei, jullie moeten het opzetten(…)
NN: Zij kunnen alles weten, die dinges is van hen vriend, die hele haven is van hen.
[medeverdachte 1] : Ja, daarom.
NN: Zij zijn heel sterk, heel sterk. Hij wilt een hele doen (…). We doen alleen die 250 en we gaan niet de hele doen, en je pakt eigen helft en als je daarmee klaar bent, dan geef je ons en ik heb tegen hem gezegd, (…) eigen helft mag je nemen en als we klaar zijn en jullie leveren aan ons, de helft is van ons (…)
[medeverdachte 1] : Hoeveel kost de handel daar bij hen?
NN: met de boot en alles, kom je op 6 a 7, vragen ze hier.
[medeverdachte 1] : Dollar???
NN: Ja.
[medeverdachte 1] : Ja, dat kom uit, zeg maar, dat komt uit, 5 en half a 6.
[medeverdachte 1] : (…) Luister eens, nu is die Jood daar, die Christelijke man, die Belg en er zijn daar jongens, die doen de containers open knallen, eruit halen en in een ander container instoppen.(…)
NN: Ja, Mexicaanse kartel, ze zijn heel stevig in Amerika, hele Ecuador is van hen, is van hen.(…)
NN: Ecuador staan ze sterk, Panama staan ze sterk (…) daar boven, je weet wel bij die gekke Colombianen, zeiden ze nee. (…)
NN: En hij zei, maar daar komt alles vandaan. Alles komt daar vandaan naar ons toe, naar beneden toe, zij sturen het hier naartoe en wij sturen naar beneden en delen het uit. En onze mensen sturen het weer door naar jullie toe, naar jullie kant toe. (…)
[medeverdachte 1] : Klaar, maar je moet tegen hem zeggen, er moet iets, zonder accijns. (…) Het moet drogen, drogen, droog shit. (…) Meubels (…)
[medeverdachte 1] : (…) meubels of euhh...iets, niet wat, wat niet gecontroleerd kan worden. (…) je moet tegen hem zeggen, wij moeten 24 uur van tevoren die code krijgen. (…) Je moet zeggen; jouw mannetje moet erbij zijn en 24 uur van tevoren moet jou mannetje erbij zijn en als die rood staat, dan dan hebben we nog 4 uurtjes speling. Binnen die 4 uur kunnen we die weghalen (…).
[telefoon wordt doorgegeven aan NNman ‘meneer [..4] ’]
[medeverdachte 1] : (…) hai, luister eens? Ik heb tegen mijn broertje gezegd, maandag, dinsdag of woensdag, heb die alles, die namen en dat soort dingen, alles waar vandaan vertrekt.(…)
[medeverdachte 1] : En dan, ik zeg, dan geef ik het jou zelf, persoonlijk, weet je en dan, het moet in droog waren (…)
[medeverdachte 1] : Niet alcohol of zo, niet iets waar accijns opzit. Want accijns gaat rechtstreeks naar douane begrijp je of niet?(…)
[medeverdachte 1] : (…) Ik heb de grootste gedeelde gegeven, zeg, maar het moet droogbaar zijn en ik ga die boot namen regelen en die datums. En dan kan ik jullie die geven en dan kunnen jullie knallen. (…)
[medeverdachte 1] : (…) En jij weet die systeem, die systeem is, euhhh…. 90% waterdicht, begrijp je of niet? (….)
[medeverdachte 1] : (…) We hebben? Even kijken, 2 weken geleden gedaan en het is gewoon gelukt, geen enkel probleem (…)
Op 10 december 2016 om 18:26 uur belt [verdachte] ( [verdachte] ) naar [medeverdachte 1] ( [medeverdachte 1] ):
[medeverdachte 1] : Ja, ik heb die mannetje gesproken en die zegt, ik wil weten van welke haven ze
willen gooien, van welke haven ze willen gooien. (…)
[medeverdachte 1] : Zij willen alleen vanaf Ecuador, niet vanaf Panama?
[verdachte] : Nee, Ecuador, Panama zeggen ze dat ze daar spullen stelen en breken.
Op 12 december 2016 om 17:42 uur belt [verdachte] ( [verdachte] ) naar [medeverdachte 1] ( [medeverdachte 1] ):
[medeverdachte 1] : Ja maar van waar vriend, van waar vriend, ik weet niet van waar, ik weet niet
van waar. Die andere heeft mij gelijk gestuurd, hij zei tegen mij 'die andere wil van Panama sturen, [bedrijfsnaam] ', ja, kijk, die heb ik gelijk voor hem geregeld.(…)
[verdachte] : Oke, dus Panama, heb je [bedrijfsnaam] ?
[medeverdachte 1] : Ja in Panama heb je [bedrijfsnaam] (…)
[verdachte] : En Ecuador, en Ecuador, weet je wat van?
[medeverdachte 1] : Ook vriend, (…) maar ik moet precies weten waar, van waar hen willen(…)
[medeverdachte 1] : (…) die mensen willen sowieso allemaal van pas 15 januari werken, eerder niet
Op 12 december 2016 om 22:27 uur belt [medeverdachte 1] ( [medeverdachte 1] naar [verdachte] ( [verdachte] ):
[medeverdachte 1] : Hij zei 'luister elke week komen 1000 bakken van Brazilië', 1000
(…)
[medeverdachte 1] : Hij zei van Ecuador komen maar 100, en daar is fifty-fifty kans dat 'ie op rood
staat. En als 'ie op rood staat, kan nog gedaan worden, dat moet je tegen hen zeggen
(…)
[medeverdachte 1] : En plus, er zijn weinig bakken die droog zijn, van Ecuador
(…)
[medeverdachte 1] : (…) je moet zeggen 'welke landen'? Of hebben ze alleen maar Ecuador, verder niets?
[verdachte] : Volgens mij alleen maar sterk in Ecuador
[medeverdachte 1] : In Brazilië kunnen ze niet sterk zijn?
[verdachte] : Nee, denk het niet
[medeverdachte 1] : In ieder geval, je moet tegen mij zeggen welke haven hen daar precies hebben in handen hebben (…)
Op 13 december 2016 om 01:18 uur belt [verdachte] ( [verdachte] ) naar [medeverdachte 1] ( [medeverdachte 1] ):
[medeverdachte 1] : Bal-boa, Bal-boa, Bal-boa
[verdachte] : Ja, oke. Dat is toch een plek, en Krist-Bal’?
(…)
[medeverdachte 1] : En crist-bol, crist-bal, crist-bal
Op 13 december 2016 om 03:51 uur belt [verdachte] ( [verdachte] ) naar [medeverdachte 1] ( [medeverdachte 1] ):
[verdachte] : Hij zei tegen mij deze gaat met je mee, gaat alles daar bekijken. (…) Hij zei als hij terugkomt en als het wat wordt als god het wil, hij zei dat er vanaf de 15e begonnen kan worden
Op 13 december 2016 om 13:16 uur belt [verdachte] ( [verdachte] ) naar [medeverdachte 1] ( [medeverdachte 1] ):
[medeverdachte 1] : In ieder geval, je daar in Brazilië, daar komen elke week 1000 containers
vandaan. En uit Ecuador komen maar 100, meer niet. Dat is een beetje ehhhh begrijp je of niet?
Op 13 december 2016 om 14:47 uur belt [verdachte] ( [verdachte] ) naar [medeverdachte 1] ( [medeverdachte 1] ):
[medeverdachte 1] : Luister, zeg tegen hen waar zetten jullie op? (…)Jij komt terug, ik laat jou alles zien. Ik heb die papieren. Ik kan uit laten draaien en alles. Dan kan je ze aan die Surinamer geven en dan kan ie zo meenemen.
Op 13 december 2016 om 15:15 uur belt [medeverdachte 1] ( [medeverdachte 1] ) naar [verdachte] ( [verdachte] ):
[verdachte] : He luister eens eh die dinges eh die man zoekt net op wat ie moet sturen enzo, hij krijgt fruit, hij krijgt die blikken. (…)
[medeverdachte 1] : Eh fruit niet fruit. (…)
[medeverdachte 1] : Ja maar je moet zeggen droge container een droge.
[verdachte] : Dat begrijpt ie niet joh, dat begrijpen ze niet.
[medeverdachte 1] : Hun begrijpen dat niet. Dat klopt der komen heel veel containers daar bij de
haven wordt verdeeld. Droge bakken gaan naar links, fruitbakken gaan naar rechts. Begrijp je zo moet je dat uitleggen. Het moeten gewoon droge bakken zijn.
Op 13 december 2016 om 01:18 uur belt [verdachte] ( [verdachte] ) naar * [telefoonnummer 15] ( [A 1] ):
[A 1] : Nou ehh, ik ken die mensen die in de haven werken.
(…)
[A 1] : Hollanders, Hollanders.
[verdachte] : Kunnen zij het eruit halen?
Verbalisant [verbalisant 2] heeft verklaard, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Op dinsdag 21 februari 2017 waren wij belast met het doorzoeken van de woning, die is gelegen aan de [adres] te [plaatsnaam] (de rechtbank begrijpt uit het dossier: de woning van [B 1],
de vriendin van [verdachte] ). In deze woning troffen wij in de slaapkamer aan de voorzijde van de woning, dit betreft de ouderlijk slaapkamer die is genummerd als ruimte [.] , een aantal goederen aan die inbeslaggenomen zijn.
In de eerste inpandige kledingkast troffen wij in een beige kleurige jas een stapeltje in elkaar gevouwen bankbiljetten aan.
Op de grond aan het voeteneinde van het bed lag een herenjas. In deze jas zijn een rijbewijs op naam van [achternaam van verdachte] , [verdachte] , geboren [geboortedatum] -1985 en een autosleutel behorende bij een Volkswagen Polo voorzien van het kenteken [kenteken] aangetroffen.
In deze plastic tas troffen wij een pakketje nog niet gebruikte (nieuwe) Pony packs aan. Tevens troffen wij twee weegschalen en een aardappelschilmesje aan. Tevens troffen wij een aantal grotere bollen, mogelijk verdovende middelen, aan, die vacuüm verpakt waren.
De inhoud van de bollen is gewogen en indicatief getest. Het betrof een totale inhoud van 340 gram en de indicatieve test was positief voor cocaïne.
De auto Volkswagen Polo met kenteken [kenteken] is doorzocht. Middels een endoscoopcamera is waargenomen dat er tussen de plafondbedekking van het interieur aan de voorzijde ter hoogte van beide zonnekleppen twee plastic zakjes verborgen zaten waarin kleine envelopjes met het opschrift “Pony pack” zaten.
4.3.2.3.2. Bewijsoverwegingen
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak van het onder 4 tenlastegelegde bepleit en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Primair is betoogd dat er geen bewijs is voor de ten laste gelegde voorbereidingshandelingen, voor zover die handelingen al als zodanig gekwalificeerd kunnen worden. Subsidiair is aangevoerd dat er geen bewijs is voor het bestanddeel ‘binnen het Nederlands grondgebied brengen’.
Juridisch kader
Aan verdachte wordt verweten dat hij zich met anderen heeft schuldig gemaakt aan de strafbare voorbereiding of bevordering van de invoer van cocaïne. Dit is strafbaar gesteld in artikel 10a van de Opiumwet, waarin, voor zover belang, strafbaar is gesteld het voorbereiden of bevorderen van een feit bedoel in artikel 10 lid 4 of 5 van de Opiumwet, door een ander trachten te bewegen om dat feit te medeplegen of daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen (artikel 10a lid 1 sub 1 Opiumwet) dan wel zich of een ander gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat feit te trachten te verschaffen (artikel 10a lid 1 sub 2 Opiumwet).
Voor de beoordeling van de bewijsbaarheid van het ten laste gelegde feit is van belang welke bewijswaarde moet worden toegekend aan de inhoud van de afgeluisterde telefoongesprekken. De rechtbank kan niet zonder meer aannemen dat afgeluisterde gesprekken over bepaalde strafbare gedragingen gaan, als de verdachte dat ontkent en anderen daarover niet rechtstreeks belastend verklaren. Als gelet op daarin gebruikte woorden de betekenis van die gesprekken niet zonder meer duidelijk is, moet de rechter voorzichtig zijn bij het interpreteren daarvan. Die voorzichtigheid brengt mee dat moet worden onderzocht of die gesprekken in een met het oog op de bewijslevering betekenisvolle samenhang kunnen worden geplaatst. Dat houdt in dat moet worden gekeken naar de inhoud en chronologie van die gesprekken en naar de kring van deelnemers daaraan. Ook wordt bezien hoe het overige bewijsmateriaal in het dossier zich tot die gesprekken verhoudt. Beoordeeld moet worden of de conclusie kan worden getrokken dat schijnbaar onschuldige gesprekken in werkelijkheid gaan over strafbare feiten. Bij die beoordeling kan ook van belang zijn wat er over de deelnemers aan de gesprekken, of over anderen die in die gesprekken worden genoemd, bekend is. Ten slotte kan de rechtbank onder omstandigheden ten nadele van verdachte conclusies trekken uit zijn zwijgen naar aanleiding van aan hem gestelde vragen over de inhoud van de door hem gevoerde telefoongesprekken. Tot de conclusie dat de gesprekken gaan over strafbare gedragingen en dat de verdachte daaraan een betekenisvolle bijdrage heeft geleverd, kan pas worden gekomen als op grond van het samenstel van alle relevante feiten en omstandigheden redelijkerwijs geen andere conclusie mogelijk is (zie Gerechtshof Amsterdam 14 februari 2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:480). Feiten en omstandigheden
Zoals uit de hiervoor genoemde bewijsmiddelen blijkt, bestaat het bewijs voor een belangrijk deel uit getapte telefoongesprekken. De rechtbank stelt op grond van deze telefoongesprekken en de andere hierboven opgenomen bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, ten aanzien van verdachte het volgende vast.
[verdachte] is van 6 december tot en met 14 december naar Suriname afgereisd. Terwijl hij in Suriname was heeft hij meerdere gesprekken met [medeverdachte 1] gevoerd en een of meerdere ontmoetingen met een of meerdere NNman(nen) gehad. In de gesprekken bespreken [medeverdachte 1] en [verdachte] het plan van aanpak voor invoer naar Nederland. Er worden meerdere aspecten van het plan besproken zoals de mogelijke aanvoerplaatsen in Zuid-Amerika, zoals Panama, Ecuador en Brazilië. Daarnaast wordt de wijze van aanvoer besproken, te weten door middel van containers op schepen van specifieke rederijen, waarbij de naam ‘ [bedrijfsnaam] ’ wordt genoemd. De specifieke havenplaatsen in Panama worden bevestigd door [medeverdachte 1] , te weten Cristbal (
de rechtbank begrijpt: Cristóbal) en Balboa, beiden grote havensteden gelegen in Panama. Er wordt gesproken over het ‘Mexicaans kartel’, die sterk zouden zijn in Ecuador en Panama. [verdachte] vult dat aan door te zeggen: ‘zij sturen het hier naartoe en wij sturen [het] naar beneden en delen het uit’. Daarnaast wordt gesproken over de manier van verhullen van het te vervoeren product afgesproken, namelijk in containers met ‘droog spul’. Verder wordt gesproken over ‘rood staan’ en ‘4 uur speling’ en hoe in de havens met containers wordt omgegaan. Dit wordt later door verbalisanten verklaard als vakjargon voor het containertransport: een container met droog spul bevat goederen bevat goederen die niet bederven en waar geen accijns op zit, zoals meubels of iets ‘wat niet gecontroleerd kan worden’. Andere goederen dan droog spul worden sneller gecontroleerd of gaan ‘rechtstreeks naar de douane’. Als een container op rood staat dan wordt deze gegarandeerd in de haven gecontroleerd en dit gebeurt gewoonlijk binnen 4 uur. Dan moet 24 uur van tevoren de code worden verstrekt en moet er voor worden gezorgd dat er een ‘mannetje’ bij is. In een gesprek legt [medeverdachte 1] uit dat zij daar mensen hebben, ‘de Jood’, ‘de Christelijke man’ en ‘de Belg’ die de ‘containers open knallen, [het] eruit halen en in een andere container instoppen’. Dit duidt erop dat voorkomen moet worden dat de container met die goederen gecontroleerd wordt, en dat deze zo snel mogelijk eruit moeten worden gehaald. [medeverdachte 1] zegt vervolgens toe aan [verdachte] dat hij de bootnamen en data gaat regelen. Hij stelt hem gerust door te zeggen dat ze het twee weken geleden hebben gedaan en dat het toen gelukt is. [medeverdachte 1] geeft aan dat ‘die mensen willen pas 15 januari werken, eerder niet’ en daarna geeft [verdachte] de terugkoppeling dat er pas vanaf de 15de begonnen kan worden.
Aan het eind van zijn bezoek belt [verdachte] naar een NNvrouw ( [A 1] ). Zij bevestigt dat zij mensen, Hollanders, kent die in de haven werken. [verdachte] vraagt of zij het eruit kunnen halen.
Conclusie
De rechtbank overweegt dat in de tapgesprekken tussen [medeverdachte 1] en [verdachte] sprake is van zogeheten versluierend taalgebruik, waarbij onder meer getallen, hoeveelheden, vervoermiddelen en namen worden genoemd zonder dat uitdrukkelijk wordt aangegeven waarover het gaat. De rechtbank interpreteert deze tapgesprekken, in onderling verband en samenhang bezien met de andere bewijsmiddelen, zo dat daaruit naar het oordeel van de rechtbank volgt dat sprake was van het voorbereiden van activiteiten van illegale aard, te weten de export naar Nederland van cocaïne. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Dat geen sprake is van onschuldige gesprekken maar van gesprekken die in werkelijkheid gaan over het invoeren van een illegaal product, blijkt uit de inhoud van die gesprekken. Indien het zou gaan om het invoeren van een legaal product, zou het versluierende taalgebruik immers niet nodig zijn. Ook zou het dan niet nodig zijn geweest om met elkaar te spreken over het treffen van maatregelen die gericht zijn op het tegengaan van ontdekking van de producten door de douane.
Met betrekking tot de vraag waaruit dan blijkt dat het bij het invoeren van het illegale product gaat om verdovende middelen en meer specifiek nog cocaïne, acht de rechtbank het volgende van belang. De rechtbank stelt vast dat er in de tapgesprekken niet concreet over cocaïne is gesproken, maar naar het oordeel van de rechtbank kan wel bewezen worden dat het hierover gaat. Indien het namelijk gaat om de invoer van verdovende middelen uit Zuid-Amerika en in het bijzonder uit bovengenoemde landen, met name bij gebruik van de term ‘Mexicaans kartel’, duidt dit met een hoge mate van waarschijnlijkheid op cocaïne(handel). Het is daarnaast ook een feit van algemene bekendheid dat de cocaïne in Europa veelal uit landen in Zuid-Amerika afkomstig is. Daarbij komt dat bij de interpretatie van de tapgesprekken en ontmoetingen mede in aanmerking wordt genomen dat op basis van het dossier een sterke indicatie bestaat dat [verdachte] zich in Nederland bezig houdt met de handel in cocaïne, en dat hij in ieder geval in bezit is geweest van een (grote) hoeveelheid cocaïne. Ook weegt de rechtbank mee dat geen van de verdachten van het onderhavige feit een aannemelijke uitleg heeft gegeven over de inhoud van de gevoerde telefoongesprekken, de reis van [verdachte] naar Suriname en de ontmoetingen die daar hebben plaatsgevonden. De verdachten hebben daarover zelfs geen enkele verklaring afgelegd, maar zij hebben telkens een beroep gedaan op hun zwijgrecht.
Op grond van het voorgaande komt de rechtbank tot de conclusie dat de gesprekken gaan over het voorbereiden van een internationaal transport van een hoeveelheid cocaïne vanuit Zuid-Amerika naar Nederland en dat de verdachte daaraan een betekenisvolle bijdrage heeft geleverd. Op grond van het samenstel van alle relevante feiten en omstandigheden is volgens de rechtbank redelijkerwijs geen andere conclusie mogelijk.
Voorts verwerpt de rechtbank het verweer van de verdediging dat de gedragingen die zijn ten laste gelegd onvoldoende concreet zijn. De handelingen die zijn ten laste gelegd zijn nu echter juist bij uitstek voorbeelden van handelingen die zien op het trachten een ander te bewegen het feit mede te plegen of om daaraan medeplichtig te zijn (artikel 10a lid 1 sub 1 Opiumwet) en op het zich of een andere gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van het feit te trachten te verschaffen (artikel 10a lid 1 sub 2 Opiumwet).
Op grond van het voorgaande wordt bewezen geacht dat beide verdachten, [verdachte] en [medeverdachte 1] , zich samen met anderen bezig hebben gehouden met de voorbereiding van invoer van cocaïne naar Nederlands grondgebied. De rechtbank overweegt met betrekking tot het bestanddeel van de tenlastelegging ‘binnen het grondgebied van Nederland brengen’ nog dat er aanwijzingen zijn dat de cocaïne mogelijk in een ander Europees land dan Nederland zou aankomen, maar dat op grond van de inhoud van het tapgesprek tussen [verdachte] en [A 1] bewezen wordt geacht dat de cocaïne in dat geval vervolgens zou worden overgebracht naar Nederland.
Het ten laste gelegde kan dan ook op de na te melden wijze wettig en overtuigend worden bewezen.
4.3.2.4. Bewijsmiddelen en bewijsoverwegingen criminele organisatie (feit 2).
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het onder feit 2 ten laste gelegde, wegens onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voor het bestaan van enige criminele organisatie, dan wel voor de betrokkenheid van verdachte bij de criminele organisatie. De raadsman heeft daartoe aangevoerd dat de tussen de verdachte en zijn medeverdachten aanwezige familieband automatisch een bepaalde structuur en een zekere duurzaamheid met zich meebrengt, die op bepaalde punten overeenkomsten vertonen met aspecten van een criminele organisatie. Dit moet echter niet tot de conclusie leiden dat reeds sprake is van een criminele organisatie als meerdere leden van een familie samen misdrijven plegen.
4.3.2.4.1. Inleiding
Van een criminele organisatie als bedoeld in artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht is sprake als blijkt van een gestructureerd en duurzaam samenwerkingsverband van twee of meer personen met een bepaalde organisatiegraad. Dit kan blijken uit een onderlinge verdeling van werkzaamheden of onderlinge afstemming van activiteiten van deelnemers binnen de organisatie met het oog op het bereiken van het gemeenschappelijke doel van de organisatie. Vast moet komen te staan dat de organisatie het plegen van misdrijven tot oogmerk had. Daarnaast moet verdachte een aandeel hebben in het samenwerkingsverband dan wel moet verdachte de gedragingen, die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie, ondersteunen. Voor de bewezenverklaring van ‘een organisatie’ als bedoeld in artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht is niet vereist dat de verdachte heeft samengewerkt of bekend was met alle andere personen die deel uitmaken van de organisatie of dat de samenstelling van het samenwerkingsverband steeds dezelfde is. Tot slot moet bewezen kunnen worden dat verdachte opzet had op het deelnemen van de organisatie. Voldoende daarvoor is dat verdachte in zijn algemeenheid weet dat de organisatie het plegen van misdrijven tot oogmerk heeft.
Gelet op de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen en de hierna nog te noemen aanvullende bewijsmiddelen blijkt van een onderling afstemmen van activiteiten tussen (onder meer) [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [verdachte] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] . Ook blijkt van een onderlinge verdeling van de werkzaamheden.
4.3.2.4.2. Aanvullende bewijsmiddelen
Voor de in dit hoofdstuk gebruikte bewijsmiddelen wordt verwezen naar de hieronder opgenomen bewijsmiddelen en hierboven opgenomen bewijsoverwegingen. Nu de bewijsmiddelen, ten behoeve van de volledigheid van het vonnis, voor alle leden van de criminele organisatie op eenzelfde manier zijn opgenomen, is er op sommige punten sprake van herhaling van de bewijsmiddelen.
Witwassen
Appartementen [plaatsnaam]
Op 3 mei 2016 is bij het Financial Intelligence Unit (FIU) een verzoek verstrekking gedaan betreft ongebruikelijke transacties.Op 26 augustus 2016 zijn door het FIU gegevens verstrekt, waaruit blijkt dat [medeverdachte 5] op 29 september 2014 twee appartementen heeft aangekocht in [plaatsnaam] met de nummers [nummer] en [nummer] .Het gaat daarbij om appartementen aan de straat [straatnaam] , [..13] , op de zevende verdieping.Dit wordt bevestigd door het Kadaster te Marokko, waarbij op de eigendomsverklaringen de onroerende goederen respectievelijk [adres]en [adres]worden genoemd onder vermelding van de hiervoor genoemde nummers.
Uit de (aankoop)akte van de appartementen volgt dat [medeverdachte 5] aan [medeverdachte 1] een volmacht heeft gegeven voor de aankoop van beide appartementen.
Op 26 oktober 2016 om 00:38 uur belt [medeverdachte 5] naar [U] (
samengevat weergegeven):
NNvrouw vraagt haar of het huis in [plaatsnaam] groot is.
[medeverdachte 5] zegt: "Ja en we hebben daar twee woningen zelfs".
(…)
[medeverdachte 5] zegt dat [medeverdachte 1] daar zijn geld heeft gestald.
Op 15 oktober 2016 om 00:05 uur belt [medeverdachte 1] ( [medeverdachte 1] ) naar [H] ( [H] ):
[medeverdachte 1] vraagt of [H] in [plaatsnaam] is.
[H] is in [plaatsnaam] .
(…)
[H] ik sta nu voor jouw deur.
(…)
[H] ik ben voor jou naar die hoe heet het geweest, naar die water en licht
(…)
[H] water zit nog geld maar op licht zit geen geld op die ander ook je weet toch die ander huis die je niet gebruikt,
(…)
[telefoonnummer 1] man ik heb daar geld liggen [..6] ga naar huis
(…)
[telefoonnummer 1] ik heb liggen in een kussen van die bank
Zonnebanken
Uit het Uittreksel van de Kamer van Koophandel, gedateerd op 13 juni 2016, blijkt dat de zonnestudio ‘ [naam 3] ’ is gevestigd op het adres [adres] te [plaatsnaam] . De (enige) eigenaar van de zonnestudio is [medeverdachte 1] .Uit het uittreksel blijkt verder dat de onderneming in de periode van 4 mei 2015 tot en met 5 december 2015 de handelsnaam [naam 2] heeft gevoerd.
Verbalisant [verbalisant 3] heeft verklaard – voor zover van belang en zakelijk weergegeven – inhoudende:
Tijdens de doorzoeking op 21 februari 2017 is er op het [adres] een factuur met factuurnummer 14092 aangetroffen van [naam 1] . Op de factuur is te zien dat er 3 zonnebanken zijn aangekocht. (…) De factuur staat op naam van [naam 2] , [adres] te [plaatsnaam] . Uit de gegevens van de Kamer van Koophandel blijkt dat [naam 3] , waarvan [medeverdachte 1] eigenaar is in de periode 04-05-2015 tot en met 05-12-2015 de naam [naam 2] heeft gevoerd. Het totaalbedrag van de factuur bedraagt € 83.273,75. Op de factuur is met pen genoteerd dat er € 63.273,75 contant is betaald en de overige € 20.000,00 via de bank is betaald. Op de uitgeleverde mutatieoverzichten van ABN AMRO Bank van rekeningnummer [rekeningnummer] ten name van [medeverdachte 1] is te zien dat de overboeking van € 20.000,00 op 26 november 2015 wordt overgeboekt naar de rekening van [naam 1] met in de omschrijving factuurnummer 14092. Het bedrag van € 63.273,75 is op deze rekening niet zichtbaar in de bevraagde periode.
Getuige [getuige 1] heeft verklaard – voor zover van belang en zakelijk weergegeven – inhoudende:
V: Wat verdiende je per uur bij [naam 3] ?
A: Ik twijfel tussen 5 euro of 6,50 euro per uur. Ik kreeg per maand tussen de 600 en 700 uitbetaald.
V: Hoe kreeg je je salaris uitbetaald?
A: Ik kreeg dat altijd in een envelop contant.
V: Hoe kregen de collega’s uitbetaald?
A: Ook contant uitbetaald.
(…)
V: Hoeveel klanten kwamen er gemiddeld op een dag bij [naam 3] ?
A: Dat verschilde. Ja doordeweeks op dinsdag bijvoorbeeld 10/15 per dag. De donderdagavond ongeveer 10. Zondag was het heel stil, nou ongeveer maximaal 7 klanten over de hele dag.
V: Verkochten jullie ook nog spullen?
A: Ja, cremes en zo
V: Waren er ook nog klanten die alleen binnen kwamen om creme te kopen?
A: Ja die kwamen dan alleen voor. Dat gebeurde niet zoveel. (…)
V: Hoeveel Euro kostte het om onder de zonnebank te gaan?
A: Dat kost € 7,50 voor maximaal 20 minuten. Als je langer ging dan kwam er 0,50 cent per 5
minuten bij.
V; Werd dat contant afgerekend of gepind?
A: Allebei,
V: Dus er was contant geld aanwezig, hoeveel zal er aan aan het eind van de dag in de kassa.
A: Aan het begin van de dag zat er meestal 45 euro in de kassa. Aan het eind van de dag had je meestal 150 tot 200 euro.
Je zag ook dat de zonnestudio niet lekker liep, qua klanten. Er liepen echt niet zoveel klanten binnen. Als je daar dan de hele dag bent en je krijgt maar maximaal 10 a 15 klanten per dag. Dit was echt wel over de hele periode dat ik daar gewerkt heb.
Contant geldbedrag
Verbalisant [verbalisant 4] heeft verklaard – voor zover van belang en zakelijk weergegeven – inhoudende:
Op dinsdag 21 februari 2017 vond er (…) een doorzoeking (…) plaats in de woning aan het [adres] in [plaatsnaam] . (…)
Hieronder volgt een overzicht van de genummerde ruimtes.
01: woonkamer
02: keuken
03: buitenkeuken
04: wc
05:gang
06:schuur
07: slaapkamer rechts
08: slaapkamer midden
09: slaapkamer links
10: overloop
11: badkamer
12: inloopkast tweede verdieping
13: overloop tweede verdieping
14: slaapkamer tweede verdieping
15: kruipruimte
16: tussenberging inclusief houten afscheidingswand tussen de berging en buitenkeuken
Ruimte 02:
1907445 Contant geld 940 euro
Ruimte 6:
1907358 Contant geld. 8100 euro. Aangetroffen in doos met koffiepotje. Geldbedrag was in stapeltjes van o.a 500 euro en 400 euro opgedeeld. Om elk stapeltje zat een opnamebewijs van de ABN- AMRO gewikkeld. Op dit bewijs stond met de pen geschreven de namen [V] .
1907359 Contant geld. 10.000 euro. Zat in een pan in blauwe verpakking
1907361 Contant geld. 15.100 euro. Zat in een pan, die in een doos zat
1907363 Contant geld. 35.000 euro Zat in een plastic tas
1907365 Contant geld. 15.000 euro Zat in een plastic tas
1907391 Contant geld. Muntgeld 2676,47. Verdeeld over 5 (plastic) tassen
(…)
1908393 Contant geld. 20.700 euro. Zat in een plastic tas
Ruimte 09:
1907448 Contant geld. 9295 euro. Zat in een zak van een kledingstuk
1907948 Contant geld. 450 euro
Ruimte 15:
1907453 Geld. 34.900 euro
(…)
Ruimte 16:
1907458 Contant geld. 117.900 euro
Verbalisant [verbalisant 5] heeft verklaard – voor zover van belang en zakelijk weergegeven – inhoudende:
Op dinsdag 21 februari 2017 (…) bevond ik me, (…) in perceel [adres] te [plaatsnaam] (…). Mij was gevraagd (…) de bij de woning behorende schuur te doorzoeken.
Foto 2: Diverse bankbiljetten in een plastic tas. Deze tas zat vervolgens in een zwarte pan.
Foto 3 t/m 6: Pakje bankbiljetten, geseald, in doos met coffee/theemaker
Fot 7 t/m 9: Pakje bankbiljetten in blauw plastic in snelkookpan
Foto 10 t/m 15: Diverse tassen met muntgeld
Op 18 oktober 2016 om 23:47 uur belt [medeverdachte 2] ( [medeverdachte 2] ) naar [medeverdachte 4] ( [medeverdachte 4] ):
[medeverdachte 2] : Ik ben onderweg, vraag mijn moeder 600 euro daar voor mij neer te leggen.
Op 30 oktober 2016 om 18:43 uur belt [medeverdachte 1] ( [telefoonnummer 1] ) naar [medeverdachte 5] ( [telefoonnummer 14] ):
[telefoonnummer 14] Heb je wat nodig?
[telefoonnummer 1] Ja ik heb geld nodig.
[telefoonnummer 14] Als je geld nodig hebt moet je wachten tot je vader er is.
Op 11 november 2016 om 21:12 uur belt [medeverdachte 1] ( [telefoonnummer 3] ) naar [T] :
[telefoonnummer 3] : ‘En mijn bewaargoed is dat er nog niet’
(…)
[telefoonnummer 3] : Ga het afmaken en ga dat geld halen.
Op 18 november 2016 om 00:00 uur belt [medeverdachte 5] naar [medeverdachte 2] (NNman):
[medeverdachte 5] : Pas op, ze zijn net langs gereden. (…)
Ja, ze zijn hier langs gereden ik heb ze gezien.
(…)
NNman: Verstop dat geld goed.
(…)
NNman: Verstop al dat geld.
[medeverdachte 5] : Gooi DAT weg en ga naar je broer. (…)
Op 10 december 2016 om 14:33 belt [medeverdachte 2] ( [telefoonnummer 8] ) naar [medeverdachte 5] ( [telefoonnummer 14] ):
[telefoonnummer 14] : vraagt hem waarom wilt hij komen.
[telefoonnummer 8] : Ik wil een klein beetje van dat bewaargoed opnemen.
Op 10 december 2016 om 14:33 belt [medeverdachte 2] ( [telefoonnummer 8] ) naar [medeverdachte 5] ( [telefoonnummer 14] ):
[telefoonnummer 14] : neemt op en zegt dat zij [medeverdachte 1] gaat bellen.
[telefoonnummer 8] : vraagt haar aan [medeverdachte 1] te vragen 1500 neer te leggen.
Op 18 december 2016 om 18:05 uur belt [medeverdachte 3] (NNman) naar [medeverdachte 5] :
NNman: Is goed, als ik jou bel, dan moet je naar huis komen, is dag goed.
[medeverdachte 5] : Waarom?
NNman: Je moet niet vragen waarom? Klaar.
[medeverdachte 5] : Ik kan nu niet naar huis komen nu...euhhhh....
NNman: Oke, is mijn vader daar?
(…)
NNman: Ik wil namelijk daar euhhh neerzetten, je weet zelf wel, papier....toiletpapier.
[medeverdachte 5] : Euhhh...dan moet je tegen [medeverdachte 1] het zeggen, je moet het tegen [medeverdachte 1] zeggen en die kan jou het vertellen dan. Die kan je dat ene vertellen dan.
NNman: Hij gaat vertrekken vriend, hij zei tegen mij, alleen [G] is daar.
[medeverdachte 5] : Alleen als je mij komt ophalen en dat ik dan terug kom.
Op 24 december 2016 om 14:02 uur belt [medeverdachte 2] ( [telefoonnummer 5] , ‘ [.] ’) naar [medeverdachte 5] :
[.] : Zou jij alstublieft dat geld allemaal gereed houden.
Op 27 december 2016 om 13:05 uur belt ( [I] , ‘ [.] ’) naar [medeverdachte 5] :
[.] : Waar heb je dat geld in de tuin verstopt?
[medeverdachte 5] : Dat van jou is in de tuin!!!
Op 29 december 2016 om 11:44 uur belt [medeverdachte 5] ( [medeverdachte 5] ) naar [medeverdachte 4] ( [medeverdachte 4] ):
[medeverdachte 5] : Waar heb je dat plastic zakje gedaan? Die je hier vandaan meegenomen hebt van die grote (oudste). Achter de magnetron of achter de borden.
[medeverdachte 4] : Van wie? Van [medeverdachte 2] of niet?
[medeverdachte 5] : Nee, van die grote, die oudste!!!
[medeverdachte 4] : Ligt in de Kookpot (voor couscous)!!!
[medeverdachte 5] : En die anderen???
[medeverdachte 4] : Die van [medeverdachte 2] , achter magnetron. Klaar.
(…)
[medeverdachte 4] : Dat van [medeverdachte 2] is niet veel, daar zit niet veel, klaar.
Op 13 januari 2017 om 19:52 uur belt [W] naar [medeverdachte 5] :
[medeverdachte 5] zegt dat [medeverdachte 4] en [P] naar die familie is om afscheid te nemen, maar dat zij niet gaat tot zij weer terug komen. [medeverdachte 5] zegt dat zij de woning niet onbeheerd wilt laten.
Op 13 januari 2017 om 19:55 uur belt [medeverdachte 4] naar [medeverdachte 5] :
[medeverdachte 4] zegt, moet ik dan zelf komen.
(…)
[medeverdachte 5] zegt: "Kijk maar wat je doet, maar ik zal de woning niet onbeheerd achterlaten".
[medeverdachte 4] zegt dat het goed is en dat hij komt.
Familieleden [O] en [N] hebben op 22 februari 2017 een tapgesprek met elkaar gevoerd:
[O] zegt dat de politie heel veel geld gevonden heeft in de tuin van [medeverdachte 5] . Zij weet
niet of er hasj gevonden is. [N] : “Hoe kan [medeverdachte 5] al die spullen in haar huis laten dan en dat toezien?”
[O] : “Ja, dat hebben [L] en [M] ook gezegd, zij hebben gezegd we hebben
haar altijd gewaarschuwd en tegen haar gezegd, je moet hiermee stoppen. Maar
kennelijk hield zij te veel van geld (…)”.
[N] zegt dat het niet kan, dat deze ouders dit allemaal toelaten en toestaan. [O]
zegt dan dat [medeverdachte 4] het altijd allemaal heeft afgekeurd. [medeverdachte 4] heeft ze
gewaarschuwd en gezegd dat het niet goed is waar ze mee bezig zijn. Maar hij heeft
niets te vertellen en er wordt niet naar hem geluisterd. [medeverdachte 5] was de baas en hij moest
zijn mond houden.
Handel en teelt van hennep
Zaaksdossier Chinezen
Op 25 oktober 2016 om 00.30 uur belt [medeverdachte 1] uit naar [Q] :
[medeverdachte 1] : Amsterdam, wanneer [.] , papieren moet betalen he mijn broertje
[Q] : Broertje?
[medeverdachte 1] : Geld money money betalen, betalen huur.
Enkele weken eerder, op 7 oktober 2016, belt een NNman vanaf telefoonnummer [telefoonnummer 17] , het huisnummer van de familie [achternaam van verdachte] , met het bedrijf Energie Direct.Deze persoon zegt dat hij binnenkort weer alleen gaat wonen en geeft op te zijn: [verdachte] , nieuwe postcode [postcode] [plaatsnaam] , huisnummer [huisnummer] . De postcode en het huisnummer komen overeen met het adres [straatnaam] [huisnummer] te [plaatsnaam] .
Uit een hypotheekdossier van de SNS bank blijkt dat [verdachte] op 9 oktober 2012 een koopovereenkomst heeft getekend en een hypotheek heeft afgesloten voor het appartement [straatnaam] [huisnummer] te [plaatsnaam] .
Op 2 november 2016 om 14:53 uur belt [medeverdachte 1] naar [Q] :
[Q] : Hoe laat komen?
[medeverdachte 1] : Half uurtje. 1 persoon gezien grote werk. Grote werk
Door het observatieteam (OT) wordt waargenomen dat op 3 november 2016 een man gelijkend op [medeverdachte 1] uit het portiek van een flatgebouw aan de [straatnaam] , o.a. nummer [huisnummer] , te [plaatsnaam] komt met twee onbekende personen.
Op 29 november 2016 om 18:19 uur belt [R] naar [medeverdachte 1] :
[medeverdachte 1] : Ja rustig. Jij Amsterdam België?
[R] : Ja ja.
[medeverdachte 1] : Amsterdam.
[R] : Ja Amsterdam
(…)
[medeverdachte 1] : Ah Oke, uh. Ik morgen komen ja?
(…)
[medeverdachte 1] : Praten voor werk ja.
[R] Oke is goed.
Uit gesprekken van 2 december 2016 blijkt dat [R] en een broertje van [medeverdachte 1] elkaar ontmoet hebben.
Op 3 december 2016 belt [medeverdachte 1] naar [R] :
[medeverdachte 1] : Groot he?
[R] : 1 kamer nog niet klaar.
(…)
[medeverdachte 1] : (…) hoeveel zakkie hoeveel zakkie?
[R] : Ehmmm, drie, vier, heel veel, (onverstaanbaar) misschien 1 kamer misschien
bijna 40 stuks.
Later die dag belt [medeverdachte 1] uit naar [R] :
[medeverdachte 1]:
En je kamer klaar?
[R] : Ja het is klaar, slapen nu (lacht).
[medeverdachte 1] : Ok nee. Geen probleem. Beter beter slapen. Ok is goed. Ik eh… kom straks,
dan meenemen helft pakken alvast ja.
Op 4 december 2016 om 15:56 uur belt [medeverdachte 1] het Belgische nummer eindigend op * [telefoonnummer 18] ( [telefoonnummer 18] ):
[telefoonnummer 18] : Hallo ze hebben niet veel meer te gaan en zijn bijna klaar.
[medeverdachte 1] : Zijn ze bijna klaar ook met die afval?
[telefoonnummer 18] : Alles is klaar ze zijn bezig met dat andere en zijn bijna klaar.
(…)
[medeverdachte 1] : Zeg tegen hem dat hij je die nieuwe toppen moet geven.
Op 4 december 2016 om 17:00 uur belt [medeverdachte 1] naar [telefoonnummer 18] :
[medeverdachte 1] : Stuur mij het adres niet van die Europeaan maar een straat daar achter, dan komt mijn broertje, die vult de auto met die spullen en jij rijdt achter hem aan richting [..3] en dan gaat hij naar binnen om het te maken en jij moet met die mensen terug komen.
[telefoonnummer 18] : Moet ik terug komen naar jou?
[medeverdachte 1] : Ja gaat het niet?
[telefoonnummer 18] : Dat wel alleen ik heb die kinderen bij me.
Uit het tapgesprek van 11 december 2016 blijkt dat [telefoonnummer 18] met ‘die kinderen’ de Chinezen bedoelt.
Op 4 december 2016 om 17:22 uur belt [medeverdachte 1] naar [R] :
[medeverdachte 1] : Klaar?
[R] : Ja klaar, klaar.
[medeverdachte 1] : Hoeveel zakje dan?
[R] : Nog 6 zakjes.
(…)
[medeverdachte 1] : Oke. Uhh mijn vriend jou brengen ja Amsterdam he.
Op 4 december 2016 om 22:24 uur belt [medeverdachte 1] naar [telefoonnummer 18] :
[medeverdachte 1] : Oke stuur morgen iemand, maar het moet geen kleine auto zijn. Er gaan er 80
in een doos en ik heb 450 besteld dus reken om 7 dozen.
Op 9 december 2016 om 14.33 uur belt [medeverdachte 1] naar [telefoonnummer 18] :
[telefoonnummer 18] : Ik ben klaar, ik vertrek nu. (…) Ik heb 18 gedaan en er zijn nog maar 4 over.
(….) Maar wat ik je wilde zeggen, die ene is wel goed. (…) Dat spul is wel goed, alleen te
veel warmte gekregen, hij is erg droog geworden.
[medeverdachte 1] : Hij is dus droog en droog, erg droog.
[telefoonnummer 18] : Ja, hij heeft te veel warmte gekregen. Volgende keer moet je die 21 graden
doen.
[medeverdachte 1] : Ik ben al drie a vier dagen niet geweest.
Op 9 december 2016 om 18.58 uur belt [medeverdachte 1] naar [telefoonnummer 18] ( [X] ):
[medeverdachte 1] : Wat ik je wilde vragen, is volume goed?
[X] : (…) Is normaal. Is normaal (…) het is goed. (…) Net als altijd.
[medeverdachte 1] : Is de zak vol, is de zak helemaal vol?
[X] : Nee, hij is niet helemaal vol. Het is normaal , het is normaal, net als altijd.
[medeverdachte 1] : In ieder geval, ik had eerder deze [..7] hier gebeld en die vertelde mij dat hij
vol, dat hij vol is en vervolgens zei hij: “Oke, als jij dat brengt, dan ben ik bereid 46 te
betalen en als het echt goed is, als het om goed spul gaat. (…)
[X] : Nee, nee, nee, ik moet eerlijk zeggen, het is goed spul, heel goed, de fout die
ermee hebben gemaakt, is dat die heel erg droog is, we hebben hem veel warmte gegeven.
Op 12 december 2016 te 22:24 uur belt [medeverdachte 1] naar [telefoonnummer 18] ( [X] ):
[X] : Vraagt [medeverdachte 1] door te geven of men een dag extra er bij kan plannen om de afval weg te brengen/halen.
[medeverdachte 1] : Zegt dat hij zich daar geen zorgen over hoeft te maken. [medeverdachte 1] zegt dat zij 'ze' (werkers) 100 of 150 euro extra per man gaan geven en dat 'zij' alles zullen opruimen. [medeverdachte 1] zegt dat hij 'ze' vrijdag zal brengen.
Op 19 december 2016 om 15.43 uur belt [medeverdachte 1] naar [R] :
[medeverdachte 1] : Jij kan morgen werken totaal 4 personen. (…)
Op 20 december 2016 om 14.31 uur belt [medeverdachte 1] naar [R] :
[medeverdachte 1] : Mijn vriend 6 uur komen. (…)
[R] : Ok is goed (ntv) Hoeveel
[medeverdachte 1] : 4 personen beter
[R] : Nee hoeveel hoeveel
[medeverdachte 1] : Baby (…) maybe 250 misschien 300 (…)
Op 25 december 2016 om 15.16 uur belt [medeverdachte 1] naar [R] :
[medeverdachte 1] : [.] werken morgen werken. (…)
[medeverdachte 1] : Ja, voor mij werken morgen.
Op 27 december 2016 om 15:16 uur belt [medeverdachte 1] naar [R] :
[medeverdachte 1] : Huisbaas daar?
[R] : Jaja praten met hem ja?
[medeverdachte 1] : Huisbaas mijn broertje?
[R] : Nee! hier hier ....
[er komt een andere man aan de lijn]
(…)
[medeverdachte 1] : He [R] .
[R] : Waar ben je vriend, ik bel [medeverdachte 3] niks en jouw nummer heb ik niet.
(…)
[medeverdachte 1] : Luister jouw vrachtwagen is hij nou klaar of niet want we moeten die materialen daar weghalen.
[R] : Ja je hebt gelijk vriend. Dat moet. (…)
[medeverdachte 1] : Of je moet kijken of je dat autootje van die [..9] of zo regelen.
[R] : Ja dat ga ik doen. Een kleine busje is beter.
[medeverdachte 1] : Oke want mijn broertje komt eraan.
[R] : Oke je broertje komt eraan. Hoe laat is hij hier zo?(…)
[R] : Oke dat is goed. Hij heeft wel hier wat gepakt of niet?
[medeverdachte 1] : Dat is toch normaal, dat moet toch gaan drogen, als je het in die zakken laat
dan gaat het verrot.
Op dezelfde datum om 15.33 uur belt [medeverdachte 1] naar [R] :
[R] : Baasie die huisbaas die die nemen die bloemen en tas. (…) Zwarte tas (…) Hij
zei jij zeggen hij mag pakken.
[medeverdachte 1] : Oké ik nu bellen ja, hoeveel is daar nog.
[R] : Denk ehm 5 kilo, 6 misschien.
[medeverdachte 1] : Jij mee nemen.
Op 27 december 2016 om 15:47 uur belt [medeverdachte 1] naar [R] :
[R] : Hallo.
[medeverdachte 1] : [.] ?
(…)
Vervolgens komt een NNman aan de lijn.
(…)
NNman geeft de telefoon over aan [R] .
[R] : Ehhh, luister [medeverdachte 1] , weet je wat je moet doen doen, we doen 50/50 geef
hem 2 duizend van mij en 2 duizend van jou.
[medeverdachte 1] : [R] , ben je gek geworden ga je mensen voor niks betalen. (…)
Op de achtergrond zegt NNman tegen [R] je wordt afgeperst. (…)
Zes minuten later is er weer een gesprek tussen [medeverdachte 1] en [R] :
[R] komt aan de lijn.
[medeverdachte 1] : Hai, vriend, hij moet jou niet afpersen, hoor je mij of niet (…)
[R] : (…) als jij alleen maar 2000 verliest, wat is dat nou voor iets. Geef hem die stront van
hem en laat ons met rust. (…) Ik wil geen gezeik. Ik wil niet dat hij mij lastig gaat vallen
(…).
[medeverdachte 1] : Maar wat doe jij nou eigenlijk (…) Nu lijkt het wel of je hem je reet aan het
geven bent. Hij gaat toch niet gratis neuken.
[R] : Ik geef niet mijn reet, daarom moet je daarbij zijn (…).
Op de achtergrond roept NNman: “Ik ben hier, ik ben hier vriend, dat hoef je niet te
zeggen”.
[medeverdachte 1] ; Daar is toch mijn broertje, daar is hij.
[R] : Nee, nee, jij moet zelf komen. (…) [medeverdachte 1] , ik smeek je in naam van mijn moeder,
kom zelf hier naartoe. (…)
[R] zegt op de achtergrond tegen NNman: “ [medeverdachte 3] , houd nou alsjeblieft je mond, jij bent erger dan je broer”.
(…)
[R] : Ik heb geen rijbewijs op dit moment. Ik kan het niet brengen (…).
[medeverdachte 1] : Kan jij die ene aan hem geven dan?
[R] : Nee, nee, hij kan toch jouw auto gebruiken.
[medeverdachte 3] zegt op achtergrond: Nee, nee kan niet. (…)
[medeverdachte 1] : Laat hem maar ze wegbrengen, is goed.
[R] : Wie moet ze wegbrengen?
[medeverdachte 3] : Jij vriend
[R] : nee, ik ga ze echt niet wegbrengen. (…)
[medeverdachte 1] ; Klaar, (…) hij moet ze zelf brengen
[R] : Hij zegt dat jij ze moet brengen (aan [medeverdachte 3] op de achtergrond)
[medeverdachte 3] : oke is goed, kom.
Op dinsdag 21 februari 2017 werd er binnengetreden in de woning [straatnaam] [huisnummer] te [plaatsnaam] . In de woning werden vier personen aangetroffen die de Chinese taal spraken. Ook werden er vier Chinese paspoorten aangetroffen.
Zaaksdossier België
Verbalisant [verbalisant 6] heeft verklaard – voor zover van belang en zakelijk weergegeven – inhoudende:
Op dinsdag 21 februari 2017 (…) was ik (…) aanwezig bij de (…) doorzoeking van de woning (verblijfplaats) van [medeverdachte 3] , gelegen aan de [adres] te [plaatsnaam] , [..3] . (…)
In de woning van [medeverdachte 3] werd een sleutel aangetroffen, die bleek te passen op een loods achter het appartementencomplex. In deze loods stonden diverse in plastic verpakte koolstoffilters (foto 1), jerrycans met vermoedelijk plantenvoeding (foto 2), tassen met zwarte stekbakken (foto 3) en een grote verzameling vuilniszakken met vermoedelijke hennepresten (foto 4). In de loods stond tevens een tweede, volledig inpandige loods van kunststof. Er hing een sterke henneplucht in de inpandige loods. De inpandige loods bestond zelf uit drie ruimtes. In twee ruimtes stonden vermoedelijke hennepplanten (foto 5 en 6). De derde ruimte was ingericht als drogerij (foto 7). Er hingen vijf rekken met ieder 10 tableau’s met vermoedelijk henneptoppen.
Verbalisant [verbalisant 7] heeft verklaard – voor zover van belang en zakelijk weergegeven – inhoudende:
Op dinsdag 21 februari 2017 was ik (…) in België. (…)
Doorzoeking woning [adres] , [plaatsnaam] :
In deze woning was 1 persoon aanwezig, zijnde de heer [getuige 3] . Op de zolder in deze woning werd een hennepkwekerij aangetroffen. Ik hoorde van de collega’s uit België dat hier ongeveer 600 kleine plantjes hennep stonden, klaar om in de kwekerij te zetten. De kwekerij was al volledig opgebouwd op de zolder verdieping.
[getuige 3] heeft bij de Belgische onderzoeksrechter het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
[medeverdachte 3] zou zich bezig houden met de hele installatie en het verzorgen van de plantjes. Hij zou zorg dragen voor het oogsten van de hennep.
[medeverdachte 3] heeft regelmatig contact met [R] , die gebruik maakt van telefoonnummer [telefoonnummer 19] . Het zou hierbij gaan om [R] , die in de Belgische politiesystemen te boek staat met het specialisme ‘drugs-producent’.
Op 19 oktober 2016 heeft [R] telefonisch contact met [medeverdachte 1] . Uit het gesprek blijkt dat [R] een vrachtauto zou regelen voor [medeverdachte 1] .
Op 2 december 2016 is er een telefoongesprek geweest tussen [R] en [medeverdachte 3] , waarbij [R] tegen [medeverdachte 3] zegt: “Ik moet dringend met jouw broer praten”.
Uit een overzicht van de reisbewegingen van [medeverdachte 1] blijkt dat de telefoon van [medeverdachte 1] met grote regelmaat paallocaties nabij de grens van België aanstraalt. Verder is zichtbaar dat hij meerdere malen per week de grens met België oversteekt.Ook hebben er meerdere pintransacties met de pinpas van [medeverdachte 1] in België plaatsgevonden.
[medeverdachte 3] heeft terechtzitting als getuige verklaard samen met anderen in België hennep te hebben geteeld.
Handel in cocaïne
Periode van 1 september 2016 tot en met 21 februari 2017
Op 13 oktober 2016 om 20:26uur belt [medeverdachte 3] ( [telefoonnummer 9] ) naar [medeverdachte 2] ( [telefoonnummer 4] ):
[telefoonnummer 9] : Ewa ben je aan het maken?
[telefoonnummer 4] : Ja
[telefoonnummer 9] : (…) ik kom naar boven met die jongens, ze willen kijken
(…)
[telefoonnummer 9] : Ze willen zien hoe jij maakt. Begrijp je?
Op 22 oktober 2016 om 21:56 uur belt [Y] ( [Y] ) naar [medeverdachte 2] ( [telefoonnummer 4] ):
[Y] : Luister even, heb je niet die spullen die je altijd van mij krijgt maar dan andere.
[telefoonnummer 4] : Koffie?
[Y] : Nee, die andere melk.
(…)
Ik wil dat naar 1 iemand brengen, als tie goed is, ik hou van jou
(…)
[telefoonnummer 4] : Ik moet geld..bij mijn moeder pakken, haal ik eerst 20, 30 bij jou..ik zeg eerlijk tegen jou, Bolle, ik heb spullen
hier net gehaald, je weet toch, ik doe jou gunst, dan haal ik van jou ook drugs (?) Dan blijf ik alleen maar van jou halen..Als tie beter dan die van mij is..
(…)
[telefoonnummer 4] : Ewa, pak voor mij eentje, ik ga gelijk laten checken..als ze tegen mij zeggen goed, haal ik van jou altijd, ik
zweer het maar je moet wel een goeie prijs maken voor mij.
Op 22 oktober 2016 om 23:16 uur belt [medeverdachte 2] ( [telefoonnummer 4] ) naar [Z] ( [Z] ):
[telefoonnummer 4] : He luister maak alvast 5 voor de neus voor mij klaar.
[Z] : Oke is goed.
Op 1 december 2016 om 15:17 uur belt [Z] ( [telefoonnummer 20] ) naar [medeverdachte 2] ( [telefoonnummer 8] ):
[telefoonnummer 8] weet toch. Als je bij [naam hotel] beetje zwart.
(Op de achtergrond is een gesprek. Als je er ammoniak bij gooit krijg je zwarte spikkeltjes)
Op 10 december 2016 om 20:47 belt [medeverdachte 2] ( [telefoonnummer 8] ) naar [telefoonnummer 9] :
NNman [telefoonnummer 8] : Moet ik een 20 meebrengen voor je of niet?
NNman [telefoonnummer 9] : Wat?? Witte !!!
NNman [telefoonnummer 8] : Ja, (…)
NNman [telefoonnummer 9] : (…) Je moet mij niks brengen [medeverdachte 2] .
NNman [telefoonnummer 8] : Ik heb hier nog eentje, maar je weet hij is niet echt nog, niet schoon, maar ik neem die wel mee.
NNman [telefoonnummer 9] : Heb je die al gekookt??
NNman [telefoonnummer 8] : Nee, gewoon rouw.
(…)
NNman [telefoonnummer 9] : Zie je een beetje Christaltje...maar is die Flexe...
NNman [telefoonnummer 8] : Ja.
NNman [telefoonnummer 9] : Oke, breng die maar, breng die maar en ik betaal je rechtstreeks. (…)
(…)
NNman [telefoonnummer 8] :25!!! 25!!!
NNman [telefoonnummer 9] : Nee, je moet alleen 20 gr...meenemen. (praat met iemand op de achtergrond: "Ben jij in staat om 25 gram te verkopen???".
(…)
NNman [telefoonnummer 9] : Die kleine gaat 25 brengen, ben jij in staat om die 25 voor hem te verkopen. Niet direct, ik kan die hier bij mij bewaren
NNman [telefoonnummer 9] : Niet direct, ik kan die bij mij bewaren, 2 a 3 dagen, 1 week of langer, geen probleem. Nee, het is niet "podra" (poeder) het is een steen.
NNman3 zegt op de achtergrond: "Ja, heeft hij die gekookt".
NNman [telefoonnummer 9] : Nee, hij heeft die niet verkocht. Het komt direct uit...
NNman3 zegt op de achtergrond: "Oke, oke, breng die maar, breng die maar”.
NNman [telefoonnummer 8] : Oke, is goed.
NNman [telefoonnummer 9] : Oke, [medeverdachte 2] , breng die maar mee.
Op 4 januari 2017 om 03:30 uur belt [medeverdachte 2] naar [medeverdachte 3] :
[medeverdachte 2] zegt dat het gras goed verkocht wordt.
[medeverdachte 3] vraagt hem of het echt waar is.
[medeverdachte 2] zegt, (…) ik heb vandaag ongeveer 100 a 150 euro verkocht.
(…)
[medeverdachte 2] zegt dat het echt goed verkocht wordt en dat hij eerder tegen heeft gezegd, je moet nu wat brengen, je moet een hele brengen.
[medeverdachte 3] zegt dat hij hem alles kan brengen, wat hij nodig heeft.
(…)
[medeverdachte 3] zegt dat hij goed moet verkopen, dan kan hij binnen 4 maanden naar Marokko.
[medeverdachte 2] zegt dat hij dat ander (…) moet hebben, dat Z . Melk.
(…)
[medeverdachte 3] zegt dat hij voor hem gaat kijken en [medeverdachte 2] zegt dat zij anders 100 of 200 moeten halen.
Op 4 januari 2017 om 03:30 uur belt [S] naar [verdachte] ( [telefoonnummer 11] ):
[S] vraagt hem of hij 100 gram Wiet voor hem kan regelen.
[telefoonnummer 11] zegt dat hij het nummer van [medeverdachte 3] moet bellen.
Op 23 januari 2017 om 16:14 uur belt [A 2] ( [.] ) naar [medeverdachte 2] ( [medeverdachte 2] ):
[.] : Kan je dat voor de neus regelen.
[medeverdachte 2] : Ja.
(…)
[medeverdachte 2] : Hoeveel?
[.] : Die ene zei tegen mij, een half.
(…)
[medeverdachte 2] : Nou, ja, ik verkoop geen half alleen één hele.
Op 29 januari 2017 om 05:32 uur belt [B 2] ( [telefoonnummer 21] ) naar [medeverdachte 2] ( [telefoonnummer 6] ) :
[telefoonnummer 21] Hey kleintje, ik heb een vraagie Ik heb 22 euro in briefgeld [telefoonnummer 6] Nee man, ik ga jou geen 2 wit 1 bruin geven [telefoonnummer 21] Ik hoor je niet
[telefoonnummer 6] Ik ga jou geen 2 wit 1 bruin geven voor 22 euro
[telefoonnummer 21] Is goed, kom maar langs, geef maar een wit en een bruin is goed
Op 6 februari 2017 om 12:51 uur belt [medeverdachte 2] ( [telefoonnummer 7] ) naar [C 2] ( [telefoonnummer 22] ):
[telefoonnummer 22] Je weet toch wie je klanten zijn of niet.
[telefoonnummer 7] Is goed luister. Ik heb zoveel duizende klanten (…)
(…)
[telefoonnummer 22] ja weet ik.
[telefoonnummer 7] (…) Die [..5] belt me altijd ik wil 20 en ik kom daaraan en ze wil 10. Ik verkoop haar niet.
[telefoonnummer 7] Ja maar je weet toch ik ben helemaal in stress nog niet geslapen. (…)
[telefoonnummer 22] Ja ik weet het. Ik ben zelf ook een fucking grote dealer geweest
Getuige [getuige 2] heeft verklaard – voor zover van belang en zakelijk weergegeven – inhoudende:
A: (…) Die jongen met wie ik heel close was die was volgens mij ook in [.] jarig. [geboortedatum] net zoals ik... volgens mij 1995. Het ding wat hij deed is hij voor aangehouden. Als hij wegging naar iemand zette hij mij af. Hij vertelde mij wel alles.
V: Je zegt net dat hij alles vertelde. Wat vertelde hij dan zowel?
A: Wat hij deed.
V: Wat deed hij ?
A: Dealen.
V: Waar dealde hij in?
A: Heel Utrecht, [..10] .
V: Wat dealde hij?
A: Coke.
(…)
M: In de gesprekken zeg je dat je geld geteld hebt voor [medeverdachte 2] .
V: Klopt dit?
A: Ja.
V: Hoe is dit precies gegaan en waar gebeurde dat geld tellen?
A: Bij het huis van een vriend van hem.
V: Wie is hij?
A: Die jongen maar ik weet niet hoe hij heet.
(…)
M: Verbalisant laat foto zien van verdachte [medeverdachte 3]
V: Herken je deze persoon? En wie is dit dan?
A: Dit is de oudste van de twee. Ik ken zijn naam niet.
M: Verbalisant laat foto zien van verdachte [medeverdachte 2]
A: Dit is de jongste. Die bedoelde ik. (…) De jongen waar ik veel mee was.
(…)
Opmerking verbalisant: Verdachte geeft aan dat zij op google maps kan aanwijzen waar zij het geld geteld heeft. Zij laat zien middels streetview hoe zij via de [straatnaam] , de [straatnaam] uitkwam op de [straatnaam] . Hier wijst zij een flatgebouw aan de rechterzijde aan. Zij zou dan in de woning op de vierde verdieping op de hoek het geld geteld hebben.
V: Hoeveel geld heb je ongeveer geteld?
A: 4 of 5 duizend euro.
V: Waar heb je nog meer afgesproken met de jongen die jij de jongste noemde?
A: In de woning waar hij het maakte.
V: Wat bedoel je met "het"?
A: Zijn drugs.
V: Waar was die woning?
A: In Overvecht.
V: Wat deed hij als hij het aan het maken was?
A: Uitkoken.
V: Weet je van wie het geld was?
A: Van hem. Van [medeverdachte 2] .
V: Voor wie was het geld wat hij verdiende?
A: Hij werkte voor zijn broer zei hij. Zijn broer heeft het een lange tijd gedaan en hij heeft het overgenomen van hem. Zijn broer zit nu in het buitenland en dat hij het heeft overgenomen. Zodat het in Utrecht gewoon blijft draaien.
(…)
V: Vertelde hij wat die broers deden?
A: Ook in dat wereldje.
V: Wat bedoel je met dat wereldje?
A: Drugs enz. Die zonnebank is ook een grote witwas zaak.
V: Rond welke tijd was dit?
A: Oktober 2016. Hierna heb ik hem nooit meer gezien.
(…)
V: Wat heeft hij over zijn broer verteld?
A: Dat zijn broer het daar deed, maar dan grotere pakketten. Grotere bedragen, kilo's.
V: Gaat het over drugs?
A: Ja.
V: Wat voor drugs?
A: Cocaïne.
Actiedag 3-4 januari 2017
Op 3 januari 2017 om 23:43 belt [medeverdachte 3] ( [telefoonnummer 10] ) naar NNvrouw(en NNman) ( [telefoonnummer 16] ):
[telefoonnummer 16] die 5 is goed kunnen we monster komen halen
(…)
[telefoonnummer 16] wat zei je net, 5 je zei 5 toch voor 23
[telefoonnummer 10] ik zei tegen jou hij mag van mij 5 stuks ik heb voor hem ook zelf ik heb Rolex 5 stuks voor 100.000 mag die 5 meenemen
[telefoonnummer 16] (NNvrouw geeft de telefoon door aan NNman) (…)
(…)
[telefoonnummer 10] ok, ik heb voor jou blok Rolex, als je wilt mag je ophalen, 5 stuks voor 100
[telefoonnummer 16] ja ja ja, maar heb je wel eerst een hoe het voor me broer
[..11] om te kijken
[telefoonnummer 16] ja man graag als je 2, als je 2 Grannies kan missen zo
[telefoonnummer 10] nee je mag eentje helemaal komen halen als je wil, mag je komen kijken alles, (…)
(…)
[telefoonnummer 16] ik ga het ff bespreken met haar en dan geef ik je belletje ja broer
[..11] ok is goed
(…)
[telefoonnummer 16] iets kleins zo je weet toch, dat ik hem kan laten zien is geen shit je weet toch
[telefoonnummer 10] nee nee je mag komen kijken goed geen probleem goed je weet zelf
(…)
[telefoonnummer 16] (…) (NNman geeft tel terug aan NNvrouw) NNvrouw ja,
(…)
[telefoonnummer 10] ik moet dan ff iemand bellen die moet nu komen uit Gent om eentje brengen om te laten zien [..12] is goed, zeg tegen hem moet je hem zo ie zo 2 (ntv) klaar leggen
[telefoonnummer 10] nee ik laat eentje helemaal ik kan niet afbreken ik geef hem helemaal hij mag kijken helemaal (ntv) afbreken
[telefoonnummer 16] maar hij moet meenemen naar Amsterdam hè, (ntv) zijn neef
(…)
[telefoonnummer 10] maar hoeveel wil die hebben eentje, 2, honderd, 2 honderd wat wil hij hebben
[telefoonnummer 16] hij zegt 5, als er 5 is voor die prijs dan haal ik het
[telefoonnummer 10] 5 stuks voor 100.000 misschien datje niet weet, ik maak geen grapjes hè
Op 4 januari 2017 om 00:00 belt [medeverdachte 3] ( [telefoonnummer 10] ) naar NNvrouw(en NNman) ( [telefoonnummer 16] ):
[telefoonnummer 10] ja luister eens kan je morgen niet overdag komen
(…)
[telefoonnummer 16] helemaal niet man broer, kan het helemaal niet vandaag nog
(…)
[telefoonnummer 10] enigste wat ik misschien voor jou kan betekenen is dat je naar Utrecht gaat, bij mij hier is pas morgen, in Utrecht kan ik je gelijk sturen, naar mijn broertje
(…)
[telefoonnummer 16] voor 1 hele 20 toch
[telefoonnummer 10] ja maar 1 hele (ntv) kijk 5 stuks dezelfde prijs
[telefoonnummer 16] we nemen 5
[telefoonnummer 10] als je 5 stuks neem krijg je voor jou dezelfde prijs, ken je naar mijn broertje gaan
[telefoonnummer 16] ja graag bel hem als je blieft, laat me weten broer
Op 4 januari 2017 om 02:56 belt [medeverdachte 2] ( [telefoonnummer 5] ) naar [medeverdachte 3] ( [telefoonnummer 10] ):
[telefoonnummer 5] van die stinkwijf uit Amsterdam is hier
[telefoonnummer 10] ja weet ik weet ik vroeg haar net om jou
(…)
[telefoonnummer 10] ja ik zei tegen haar je moet naar mijn broertje gaan maar morgen. Moetje voor hun spullen kijken (…)
[telefoonnummer 10] Voor spullen. Hij wil spullen kopen. 5 kilo
(…)
[telefoonnummer 5] je moet tegen hem zeggen, je moet tegen hem zeggen je kan regelen 2 ntv
Op 4 januari 2017 om 11:29 belt [J] ( [J] / [.] ) naar [medeverdachte 2] ( [medeverdachte 2] ):
[.] : (…)In ieder geval, geef mij dat spul mee, die monster, dat ga ik naar die persoon brengen.
Verbalisanten E153, E175, E163, E151, E142, E139, E134, E131, E118 en E101 hebben verklaard – voor zover van belang en zakelijk weergegeven – inhoudende:
Wij hebben op woensdag 4 januari 2017 tussen 10.40 uur en 16.00 uur geobserveerd en daarbij hebben wij de volgende waarnemingen gedaan (…):
(…)