Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Verloop van de procedure
2.Vaststaande feiten
[naam minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2016 in [geboorteplaats] .
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 17 juni 2019 een beschikking gegeven met betrekking tot de zorgregeling en informatieregeling voor een minderjarige, wiens vader momenteel in een penitentiaire inrichting verblijft. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. L.E. Toet, heeft verzocht om een zorgregeling waarbij hij contact kan hebben met zijn kind, [voornaam van minderjarige], die bij de moeder woont. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. E.M. Zeeuw van der Laan, heeft bezwaar gemaakt tegen de zorgregeling, onder verwijzing naar de strafbare feiten waarvoor de vader is veroordeeld, waaronder ontucht en verkrachting van een minderjarige. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat contact tussen de vader en het kind noodzakelijk is voor de ontwikkeling van het kind en dat dit op een veilige manier kan plaatsvinden tijdens de ouder- en kinddagen in de gevangenis.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de vader iedere zaterdag tussen 16.00 en 16.30 uur telefonisch contact kan hebben met [voornaam van minderjarige] en dat het kind de vader kan bezoeken tijdens de ouder- en kinddagen in de gevangenis, te beginnen na 1 juni 2019. Daarnaast heeft de rechtbank een informatieregeling vastgesteld waarbij de moeder de vader eenmaal per maand schriftelijk informeert over de ontwikkeling, gezondheid en schoolprestaties van [voornaam van minderjarige], en hem een recente foto van het kind stuurt. Het verzoek van de moeder om het gezag van de vader over [voornaam van minderjarige] te beëindigen, is afgewezen, omdat de rechtbank van mening is dat de vader zijn medewerking aan gezagsbeslissingen heeft verleend en dit ook in de toekomst zal blijven doen.
De beschikking is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.