4.3.1.Bewijsmiddelen en bewijsoverwegingen
4.3.1.1 Inleiding
Naar aanleiding van een anonieme brief en informatie van het Team Criminele Inlichtingen over criminele activiteiten van [medeverdachte 1] (
hierna: [medeverdachte 1] )heeft de politie eenheid Midden-Nederland in september 2016 een onderzoek naar [medeverdachte 1] en zijn medeverdachten ingesteld.De politie heeft meerdere telefoonnummers van [medeverdachte 1] afgetapt en daarna ook de nummers van zijn broers [medeverdachte 2]
(hierna: [medeverdachte 2] ), [medeverdachte 3]
(hierna: [medeverdachte 3] )en [medeverdachte 4]
(hierna: [medeverdachte 4] )en zijn ouders [verdachte] en [medeverdachte 5] afgetapt. Op basis van via de tap verkregen informatie is er op 4 januari 2017 en 12-14 januari 2017 door de politie een actiedag georganiseerd. Vervolgens zijn op 21 februari 2017 in Nederland 10 locaties doorzocht en hebben er in België drie doorzoekingen plaatsgevonden.
4.3.1.2 Inleidende overwegingen
Bewijsoverweging telefoonnummers verdachten
Er is geen verweer gevoerd ten aanzien van de hieronder opgenomen telefoonnummers die door de rechtbank worden toegeschreven aan de verdachten. De rechtbank stelt op grond van de bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, en de processen-verbaal waarin de identiteit van de gebruiker van de voornoemde telefoonnummers telkens wordt geïdentificeerd, vast dat in de ten laste gelegde periode [medeverdachte 1] gebruik heeft gemaakt van de telefoonnummers [medeverdachte 1], [telefoonnummer]en [telefoonnummer], [medeverdachte 2] gebruik heeft gemaakt van de telefoonnummers [telefoonnummer], [medeverdachte 2], [medeverdachte 2], [telefoonnummer]en [telefoonnummer], [medeverdachte 4] gebruik heeft gemaakt van de telefoonnummers [telefoonnummer]en [medeverdachte 4], [medeverdachte 3] gebruik heeft gemaakt van de telefoonnummers [telefoonnummer]en [telefoonnummer], [verdachte] gebruik heeft gemaakt van het telefoonnummer [telefoonnummer]en [medeverdachte 5] gebruik heeft gemaakt van het telefoonnummer [telefoonnummer] .
Ten behoeve van de leesbaarheid van het vonnis, zal de rechtbank bij het weergeven van tapgesprekken in plaats van voormelde telefoonnummers de namen van de verdachten weergeven.
4.3.1.3. Bewijsmiddelen ten aanzien van witwassen (feit 1)
Verbalisant [verbalisant 1] heeft verklaard – voor zover van belang en zakelijk weergegeven – inhoudende:
Op dinsdag 21 februari 2017 vond er (…) een doorzoeking (…) plaats in de woning aan het [adres] in [woonplaats] . (…)
Hieronder volgt een overzicht van de genummerde ruimtes.
01: woonkamer
02: keuken
03: buitenkeuken
04: wc
05:gang
06:schuur
07: slaapkamer rechts
08: slaapkamer midden
09: slaapkamer links
10: overloop
11: badkamer
12: inloopkast tweede verdieping
13: overloop tweede verdieping
14: slaapkamer tweede verdieping
15: kruipruimte
16: tussenberging inclusief houten afscheidingswand tussen de berging en buitenkeuken
Ruimte 02:
1907445 Contant geld 940 euro
Ruimte 6:
1907358 Contant geld. 8100 euro. Aangetroffen in doos met koffiepotje. Geldbedrag was in stapeltjes van o.a 500 euro en 400 euro opgedeeld. Om elk stapeltje zat een opnamebewijs van de ABN- AMRO gewikkeld. Op dit bewijs stond met de pen geschreven de namen [A] .
1907359 Contant geld. 10.000 euro. Zat in een pan in blauwe verpakking
1907361 Contant geld. 15.100 euro. Zat in een pan, die in een doos zat
1907363 Contant geld. 35.000 euro Zat in een plastic tas
1907365 Contant geld. 15.000 euro Zat in een plastic tas
1907391 Contant geld. Muntgeld 2676,47. Verdeeld over 5 (plastic) tassen
(…)
1908393 Contant geld. 20.700 euro. Zat in een plastic tas
Ruimte 09:
1907448 Contant geld. 9295 euro. Zat in een zak van een kledingstuk
1907948 Contant geld. 450 euro
Ruimte 15:
1907453 Geld. 34.900 euro
(…)
Ruimte 16:
1907458 Contant geld. 117.900 euro
Verbalisant [verbalisant 2] heeft verklaard – voor zover van belang en zakelijk weergegeven – inhoudende:
Op dinsdag 21 februari 2017 (…) bevond ik me, (…) in perceel [adres] te [woonplaats] (…). Mij was gevraagd (…) de bij de woning behorende schuur te doorzoeken.
Foto 2: Diverse bankbiljetten in een plastic tas. Deze tas zat vervolgens in een zwarte pan.
Foto 3 t/m 6: Pakje bankbiljetten, geseald, in doos met coffee/theemaker
Fot 7 t/m 9: Pakje bankbiljetten in blauw plastic in snelkookpan
Foto 10 t/m 15: Diverse tassen met muntgeld
Op 30 oktober 2016 om 18:43 uur belt [medeverdachte 1] ( [medeverdachte 1] ) naar [medeverdachte 5] ( [medeverdachte 5] ):
[medeverdachte 5] Heb je wat nodig?
[medeverdachte 1] Ja ik heb geld nodig.
[medeverdachte 5] Als je geld nodig hebt moet je wachten tot je vader er is.
Op 11 november 2016 om 21:12 uur belt [medeverdachte 1] ( [medeverdachte 1] ) naar [telefoonnummer] :
[medeverdachte 1] : ‘En mijn bewaargoed is dat er nog niet’
(…)
[medeverdachte 1] : Ga het afmaken en ga dat geld halen.
Op 18 oktober 2016 om 23:47 uur belt [medeverdachte 2] ( [medeverdachte 2] ) naar [verdachte] ( [verdachte] ):
[medeverdachte 2] : Ik ben onderweg, vraag mijn moeder 600 euro daar voor mij neer te leggen.
Op 10 december 2016 om 14:33 belt [medeverdachte 2] ( [telefoonnummer] ) naar [medeverdachte 5] ( [medeverdachte 5] ):
[medeverdachte 5] : vraagt hem waarom wilt hij komen.
[telefoonnummer] : zegt: "Ik wil een klein beetje van dat bewaargoed opnemen".
Op 10 december 2016 om 14:33 belt [medeverdachte 2] ( [telefoonnummer] ) naar [medeverdachte 5] ( [medeverdachte 5] ):
[medeverdachte 5] : neemt op en zegt dat zij [medeverdachte 1] gaat bellen.
[telefoonnummer] : vraagt haar aan [medeverdachte 1] te vragen 1500 neer te leggen.
Op 24 december 2016 om 14:02 uur belt [medeverdachte 2] ( [medeverdachte 2] , ‘ [medeverdachte 2] ’) naar [medeverdachte 5] :
[medeverdachte 2] : Zou jij alstublieft dat geld allemaal gereed houden.
Op 27 december 2016 om 13:05 uur belt ( [L] , ‘N’) naar [medeverdachte 5] :
N: Waar heb je dat geld in de tuin verstopt?
[medeverdachte 5] : Dat van jou is in de tuin!!!
Op 18 december 2016 om 18:05 uur belt [medeverdachte 4] (NNman) naar [medeverdachte 5] :
NNman: Is goed, als ik jou bel, dan moet je naar huis komen, is dag goed.
[medeverdachte 5] : Waarom?
NNman: Je moet niet vragen waarom? Klaar.
[medeverdachte 5] : Ik kan nu niet naar huis komen nu...euhhhh....
NNman: Oke, is mijn vader daar?
(…)
NNman: Ik wil namelijk daar euhhh neerzetten, je weet zelf wel, papier....toiletpapier.
[medeverdachte 5] : Euhhh...dan moet je tegen [medeverdachte 1] het zeggen, je moet het tegen [medeverdachte 1] zeggen en die kan jou het vertellen dan. Die kan je dat ene vertellen dan.
NNman: Hij gaat vertrekken vriend, hij zei tegen mij, alleen [H] is daar.
[medeverdachte 5] : Alleen als je mij komt ophalen en dat ik dan terug kom.
Op 18 november 2016 om 00:00 uur belt [medeverdachte 5] naar [medeverdachte 2] (NNman):
[medeverdachte 5] : Ja, ze zijn hier langs gereden ik heb ze gezien.
(…)
NNman: Verstop dat geld goed.
(…)
NNman: Verstop al dat geld.
Op 29 december 2016 om 11:44 uur belt [medeverdachte 5] ( [medeverdachte 5] ) naar [verdachte] ( [verdachte] ):
[medeverdachte 5] : Waar heb je dat plastic zakje gedaan? Die je hier vandaan meegenomen hebt van die grote (oudste). Achter de magnetron of achter de borden.
[verdachte] : Van wie? Van [medeverdachte 2] of niet?
[medeverdachte 5] : Nee, van die grote, die oudste!!!
[verdachte] : Ligt in de Kookpot (voor couscous)!!!
[medeverdachte 5] : En die anderen???
[verdachte] : Die van [medeverdachte 2] , achter magnetron. Klaar.
(…)
[verdachte] : Dat van [medeverdachte 2] is niet veel, daar zit niet veel, klaar.
Op 13 januari 2017 om 19:52 uur belt [telefoonnummer] naar [medeverdachte 5] :
[medeverdachte 5] zegt dat [verdachte] en [B] naar die familie is om afscheid te nemen, maar dat zij niet gaat tot zij weer terug komen. [medeverdachte 5] zegt dat zij de woning niet onbeheerd wilt laten.
Op 13 januari 2017 om 19:55 uur belt [verdachte] naar [medeverdachte 5] :
[verdachte] zegt, moet ik dan zelf komen.
(…)
[medeverdachte 5] zegt: "Kijk maar wat je doet, maar ik zal de woning niet onbeheerd achterlaten".
[verdachte] zegt dat het goed is en dat hij komt.
Familieleden [C] en [D] hebben op 22 februari 2017 een tapgesprek met elkaar gevoerd:
[C] zegt dat de politie heel veel geld gevonden heeft in de tuin van [medeverdachte 5] . Zij weet
niet of er hasj gevonden is.
[D] : “Hoe kan [medeverdachte 5] al die spullen in haar huis laten dan en dat toezien?”
[C] : “Ja, dat hebben [E] en [F] ook gezegd, zij hebben gezegd we hebben
haar altijd gewaarschuwd en tegen haar gezegd, je moet hiermee stoppen. Maar
kennelijk hield zij te veel van geld (…)”.
[D] zegt dat het niet kan, dat deze ouders dit allemaal toelaten en toestaan. [C]
zegt dan dat [verdachte] het altijd allemaal heeft afgekeurd. [verdachte] heeft ze
gewaarschuwd en gezegd dat het niet goed is waar ze mee bezig zijn. Maar hij heeft
niets te vertellen en er wordt niet naar hem geluisterd. [medeverdachte 5] was de baas en hij moest
zijn mond houden.
4.3.1.4. Bewijsoverweging witwassen
Door de officieren van justitie is onder feit 1 een bedrag van € 271.705,72 tenlastegelegd als witwasbedrag.
De rechtbank stelt vast dat in de woning van [medeverdachte 5] en [verdachte] bij de doorzoeking in totaal een geldbedrag van € 270.061,47 is aangetroffen en inbeslaggenomen.
Op grond van de tapgesprekken is duidelijk dat een groot deel van het daar aangetroffen geld aan [medeverdachte 1] toebehoort. Er lag, blijkens de tapgesprekken, ook geld van [medeverdachte 2] in die woning, maar daarbij ging het om kleinere bedragen. Ook [medeverdachte 4] bewaarde geld in de woning van zijn ouders.
Uit de vonnissen die de rechtbank gelijktijdig met dit vonnis wijst in de zaken tegen medeverdachten [medeverdachte 1] (16-707096-16), [medeverdachte 4] (16-707097-16) en [medeverdachte 2] (16-707101-16), welke zijn gepubliceerd, volgt dat de rechtbank bewezen acht dat deze drie zoons van verdachte zich schuldig hebben gemaakt aan handel in verdovende middelen. Ook volgt uit die vonnissen dat de rechtbank bewezen acht dat zij de opbrengsten van die drugshandel hebben witgewassen door de opbrengsten bij hun ouders in huis te verstoppen. De rechtbank beschouwt de inhoud van die vonnissen als hier herhaald en ingelast.
Op basis daarvan staat vast dat het in de woning van verdachte aangetroffen geld van misdrijf afkomstig is.
De verdediging heeft ter terechtzitting aangevoerd dat [verdachte] niet wist dat dit geld zich in zijn huis bevond, dan wel dat hij niet wist dat dit geld van misdrijf afkomstig was. De rechtbank overweegt met betrekking tot dit verweer het volgende. Uit de hierboven opgenomen tapgesprekken komt een geheel ander beeld naar voren. De bewijsmiddelen laten zien dat [medeverdachte 5] tezamen met [verdachte] het aanspreekpunt was voor het in de woning aanwezige geld en dat de opnames dan wel het afgeven van het geld door [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] of [medeverdachte 4] aan [medeverdachte 5] werden gecommuniceerd. Er vond overleg plaats tussen [medeverdachte 5] en [verdachte] , onder meer over de verbergplaatsen van het geld dan wel over het klaarleggen van het geld voor voornoemde zoons. Tot slot werd de woning niet onbeheerd achtergelaten.
Met betrekking tot de wetenschap van [verdachte] dat het geld van misdrijf afkomstig was overweegt de rechtbank dat uit het bij de bewijsmiddelen opgenomen tapgesprek van familieleden [C] en [D] volgt dat [verdachte] op de hoogte was van de criminele activiteiten van de rest van zijn gezin.
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen, op de na te melden wijze, dat [medeverdachte 5] en [verdachte] in nauwe en bewuste samenwerking met [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] , contante geldbedragen hebben witgewassen, waarbij sprake is van een totaalbedrag van € 270.061,47. De rechtbank overweegt verder dat de zoons gedurende een (langere) periode via deze constructie hun met criminele activiteiten verdiende geld bij [medeverdachte 5] en [verdachte] hebben verhuld. Gelet op de ruime periode en de omvang van het bedrag, acht de rechtbank wettig en overtuigen bewezen dat [verdachte] van dit witwassen een gewoonte heeft gemaakt.
Partiële vrijspraak
Op grond van de bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat sprake is geweest van witwassen in de periode van 29 september 2014 tot en met 21 februari 2017. De rechtbank spreekt verdachte partieel vrij van de eerdere periode die ten laste is gelegd wegens onvoldoende wettig en overtuigend bewijs dat verdachte voorafgaande aan de bewijsbare periode zich al schuldig heeft gemaakt aan witwassen.
4.3.1.5. Bewijsmiddelen en bewijsoverwegingen criminele organisatie (feit 2).
4.3.1.5.1. Inleiding
Van een criminele organisatie als bedoeld in artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht is sprake als blijkt van een gestructureerd en duurzaam samenwerkingsverband van twee of meer personen met een bepaalde organisatiegraad. Dit kan blijken uit een onderlinge verdeling van werkzaamheden of onderlinge afstemming van activiteiten van deelnemers binnen de organisatie met het oog op het bereiken van het gemeenschappelijke doel van de organisatie. Vast moet komen te staan dat de organisatie het plegen van misdrijven tot oogmerk had. Daarnaast moet verdachte een aandeel hebben in het samenwerkingsverband dan wel moet verdachte de gedragingen, die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie, ondersteunen. Voor de bewezenverklaring van ‘een organisatie’ als bedoeld in artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht is niet vereist dat de verdachte heeft samengewerkt of bekend was met alle andere personen die deel uitmaken van de organisatie of dat de samenstelling van het samenwerkingsverband steeds dezelfde is. Tot slot moet bewezen kunnen worden dat verdachte opzet had op het deelnemen van de organisatie. Voldoende daarvoor is dat verdachte in zijn algemeenheid weet dat de organisatie het plegen van misdrijven tot oogmerk heeft.
Gelet op de hiervoor opgenomen en hierna nog te noemen aanvullende bewijsmiddelen blijkt van een onderling afstemmen van activiteiten tussen (onder meer) [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] , [verdachte] en [medeverdachte 5] . Ook blijkt van een onderlinge verdeling van de werkzaamheden.
4.3.1.5.2. Aanvullende bewijsmiddelen
Voor de in dit hoofdstuk gebruikte bewijsmiddelen wordt verwezen naar de hieronder opgenomen bewijsmiddelen en hierboven opgenomen bewijsoverwegingen. Nu de bewijsmiddelen, ten behoeve van de volledigheid van het vonnis, voor alle leden van de criminele organisatie op eenzelfde manier zijn opgenomen, is er op sommige punten sprake van herhaling van de bewijsmiddelen.
Witwassen
Appartementen [woonplaats]
Op 3 mei 2016 is bij het Financial Intelligence Unit (FIU) een verzoek verstrekking gedaan betreft ongebruikelijke transacties.Op 26 augustus 2016 zijn door het FIU gegevens verstrekt, waaruit blijkt dat [medeverdachte 5] op 29 september 2014 twee appartementen heeft aangekocht in [woonplaats] met de nummers [nummer] en [nummer] .Het gaat daarbij om appartementen aan de straat [adres] , [adres] , op de zevende verdieping.Dit wordt bevestigd door het Kadaster te Marokko, waarbij op de eigendomsverklaringen de onroerende goederen respectievelijk [adres]en [adres]worden genoemd onder vermelding van de hiervoor genoemde nummers.
Uit de (aankoop)akte van de appartementen volgt dat [medeverdachte 5] aan [medeverdachte 1] een volmacht heeft gegeven voor de aankoop van beide appartementen.
Op 26 oktober 2016 om 00:38 uur belt [medeverdachte 5] naar [telefoonnummer] (
samengevat weergegeven):
NNvrouw vraagt haar of het huis in [woonplaats] groot is.
[medeverdachte 5] zegt: "Ja en we hebben daar twee woningen zelfs".
(…)
[medeverdachte 5] zegt dat [medeverdachte 1] daar zijn geld heeft gestald.
Op 15 oktober 2016 om 00:05 uur belt [medeverdachte 1] ( [medeverdachte 1] ) naar [telefoonnummer] ((NNman) [telefoonnummer] ):
[medeverdachte 1] vraagt of [telefoonnummer] in [woonplaats] is.
[telefoonnummer] is in [woonplaats] .
(…)
[telefoonnummer] ik sta nu voor jouw deur.
(…)
[telefoonnummer] ik ben voor jou naar die hoe heet het geweest, naar die water en licht
(…)
[telefoonnummer] water zit nog geld maar op licht zit geen geld op die ander ook je weet toch die ander huis die je niet gebruikt,
(…)
[medeverdachte 1] man ik heb daar geld liggen [G] ga naar huis
(…)
[medeverdachte 1] ik heb liggen in een kussen van die bank
Zonnebanken
Uit het Uittreksel van de Kamer van Koophandel, gedateerd op 13 juni 2016, blijkt dat de zonnestudio ‘ [naam] ’ is gevestigd op het adres [adres] te [woonplaats] . De (enige) eigenaar van de zonnestudio is [medeverdachte 1] .Uit het uittreksel blijkt verder dat de onderneming in de periode van 4 mei 2015 tot en met 5 december 2015 de handelsnaam [naam] heeft gevoerd.
Verbalisant [verbalisant 3] heeft verklaard – voor zover van belang en zakelijk weergegeven – inhoudende:
Tijdens de doorzoeking op 21 februari 2017 is er op het [adres] een factuur met factuurnummer 14092 aangetroffen van [bedrijf] . Op de factuur is te zien dat er 3 zonnebanken zijn aangekocht. (…) De factuur staat op naam van [naam] , [adres] te [woonplaats] . Uit de gegevens van de Kamer van Koophandel blijkt dat [naam] , waarvan [medeverdachte 1] eigenaar is in de periode 04-05-2015 tot en met 05-12-2015 de naam [naam] heeft gevoerd. Het totaalbedrag van de factuur bedraagt € 83.273,75. Op de factuur is met pen genoteerd dat er € 63.273,75 contant is betaald en de overige € 20.000,00 via de bank is betaald. Op de uitgeleverde mutatieoverzichten van ABN AMRO Bank van rekeningnummer [rekeningnummer] ten name van [medeverdachte 1] is te zien dat de overboeking van € 20.000,00 op 26 november 2015 wordt overgeboekt naar de rekening van [bedrijf] met in de omschrijving factuurnummer 14092. Het bedrag van € 63.273,75 is op deze rekening niet zichtbaar in de bevraagde periode.
Getuige [getuige 1] heeft verklaard – voor zover van belang en zakelijk weergegeven – inhoudende:
V: Wat verdiende je per uur bij [naam] ?
A: Ik twijfel tussen 5 euro of 6,50 euro per uur. Ik kreeg per maand tussen de 600 en 700 uitbetaald.
V: Hoe kreeg je je salaris uitbetaald?
A: Ik kreeg dat altijd in een envelop contant.
V: Hoe kregen de collega’s uitbetaald?
A: Ook contant uitbetaald.
(…)
V: Hoeveel klanten kwamen er gemiddeld op een dag bij [naam] ?
A: Dat verschilde. Ja doordeweeks op dinsdag bijvoorbeeld 10/15 per dag. De donderdagavond ongeveer 10. Zondag was het heel stil, nou ongeveer maximaal 7 klanten over de hele dag.
V: Verkochten jullie ook nog spullen?
A: Ja, cremes en zo
V: Waren er ook nog klanten die alleen binnen kwamen om creme te kopen?
A: Ja die kwamen dan alleen voor. Dat gebeurde niet zoveel. (…)
V: Hoeveel Euro kostte het om onder de zonnebank te gaan?
A: Dat kost € 7,50 voor maximaal 20 minuten. Als je langer ging dan kwam er 0,50 cent per 5
minuten bij.
V; Werd dat contant afgerekend of gepind?
A: Allebei,
V: Dus er was contant geld aanwezig, hoeveel zal er aan aan het eind van de dag in de kassa.
A: Aan het begin van de dag zat er meestal 45 euro in de kassa. Aan het eind van de dag had je meestal 150 tot 200 euro.
Je zag ook dat de zonnestudio niet lekker liep, qua klanten. Er liepen echt niet zoveel klanten binnen. Als je daar dan de hele dag bent en je krijgt maar maximaal 10 a 15 klanten per dag. Dit was echt wel over de hele periode dat ik daar gewerkt heb.
Contant geldbedrag
Verbalisant [verbalisant 1] heeft verklaard – voor zover van belang en zakelijk weergegeven – inhoudende:
Op dinsdag 21 februari 2017 vond er (…) een doorzoeking (…) plaats in de woning aan het [adres] in [woonplaats] . (…)
Hieronder volgt een overzicht van de genummerde ruimtes.
01: woonkamer
02: keuken
03: buitenkeuken
04: wc
05:gang
06:schuur
07: slaapkamer rechts
08: slaapkamer midden
09: slaapkamer links
10: overloop
11: badkamer
12: inloopkast tweede verdieping
13: overloop tweede verdieping
14: slaapkamer tweede verdieping
15: kruipruimte
16: tussenberging inclusief houten afscheidingswand tussen de berging en buitenkeuken
Ruimte 02:
1907445 Contant geld 940 euro
Ruimte 6:
1907358 Contant geld. 8100 euro. Aangetroffen in doos met koffiepotje. Geldbedrag was in stapeltjes van o.a 500 euro en 400 euro opgedeeld. Om elk stapeltje zat een opnamebewijs van de ABN- AMRO gewikkeld. Op dit bewijs stond met de pen geschreven de namen [A] .
1907359 Contant geld. 10.000 euro. Zat in een pan in blauwe verpakking
1907361 Contant geld. 15.100 euro. Zat in een pan, die in een doos zat
1907363 Contant geld. 35.000 euro Zat in een plastic tas
1907365 Contant geld. 15.000 euro Zat in een plastic tas
1907391 Contant geld. Muntgeld 2676,47. Verdeeld over 5 (plastic) tassen
(…)
1908393 Contant geld. 20.700 euro. Zat in een plastic tas
Ruimte 09:
1907448 Contant geld. 9295 euro. Zat in een zak van een kledingstuk
1907948 Contant geld. 450 euro
Ruimte 15:
1907453 Geld. 34.900 euro
(…)
Ruimte 16:
1907458 Contant geld. 117.900 euro
Verbalisant [verbalisant 2] heeft verklaard – voor zover van belang en zakelijk weergegeven – inhoudende:
Op dinsdag 21 februari 2017 (…) bevond ik me, (…) in perceel [adres] te [woonplaats] (…). Mij was gevraagd (…) de bij de woning behorende schuur te doorzoeken.
Foto 2: Diverse bankbiljetten in een plastic tas. Deze tas zat vervolgens in een zwarte pan.
Foto 3 t/m 6: Pakje bankbiljetten, geseald, in doos met coffee/theemaker
Fot 7 t/m 9: Pakje bankbiljetten in blauw plastic in snelkookpan
Foto 10 t/m 15: Diverse tassen met muntgeld
Op 18 oktober 2016 om 23:47 uur belt [medeverdachte 2] ( [medeverdachte 2] ) naar [verdachte] ( [verdachte] ):
[medeverdachte 2] : Ik ben onderweg, vraag mijn moeder 600 euro daar voor mij neer te leggen.
Op 30 oktober 2016 om 18:43 uur belt [medeverdachte 1] ( [medeverdachte 1] ) naar [medeverdachte 5] ( [medeverdachte 5] ):
[medeverdachte 5] Heb je wat nodig?
[medeverdachte 1] Ja ik heb geld nodig.
[medeverdachte 5] Als je geld nodig hebt moet je wachten tot je vader er is.
Op 11 november 2016 om 21:12 uur belt [medeverdachte 1] ( [medeverdachte 1] ) naar [telefoonnummer] :
[medeverdachte 1] : ‘En mijn bewaargoed is dat er nog niet’
(…)
[medeverdachte 1] : Ga het afmaken en ga dat geld halen.
Op 18 november 2016 om 00:00 uur belt [medeverdachte 5] naar [medeverdachte 2] ( [medeverdachte 2] ):
[medeverdachte 5] : Pas op, ze zijn net langs gereden. (…)
Ja, ze zijn hier langs gereden ik heb ze gezien.
(…)
[medeverdachte 2] : Verstop dat geld goed.
(…)
[medeverdachte 2] : Verstop al dat geld.
[medeverdachte 5] : Gooi DAT weg en ga naar je broer. (…)
Op 10 december 2016 om 14:33 belt [medeverdachte 2] ( [telefoonnummer] ) naar [medeverdachte 5] ( [medeverdachte 5] ):
[medeverdachte 5] : vraagt hem waarom wilt hij komen.
[telefoonnummer] : Ik wil een klein beetje van dat bewaargoed opnemen.
Op 10 december 2016 om 14:33 belt [medeverdachte 2] ( [telefoonnummer] ) naar [medeverdachte 5] ( [medeverdachte 5] ):
[medeverdachte 5] : neemt op en zegt dat zij [medeverdachte 1] gaat bellen.
[telefoonnummer] : vraagt haar aan [medeverdachte 1] te vragen 1500 neer te leggen.
Op 18 december 2016 om 18:05 uur belt [medeverdachte 4] ( [medeverdachte 4] ) naar [medeverdachte 5] :
[medeverdachte 4] : Is goed, als ik jou bel, dan moet je naar huis komen, is dag goed.
[medeverdachte 5] : Waarom?
[medeverdachte 4] : Je moet niet vragen waarom? Klaar.
[medeverdachte 5] : Ik kan nu niet naar huis komen nu...euhhhh....
[medeverdachte 4] : Oke, is mijn vader daar?
(…)
[medeverdachte 4] : Ik wil namelijk daar euhhh neerzetten, je weet zelf wel, papier....toiletpapier.
[medeverdachte 5] : Euhhh...dan moet je tegen [medeverdachte 1] het zeggen, je moet het tegen [medeverdachte 1] zeggen en die kan jou het vertellen dan. Die kan je dat ene vertellen dan.
[medeverdachte 4] : Hij gaat vertrekken vriend, hij zei tegen mij, alleen [H] is daar.
[medeverdachte 5] : Alleen als je mij komt ophalen en dat ik dan terug kom.
Op 24 december 2016 om 14:02 uur belt [medeverdachte 2] ( [medeverdachte 2] , ‘ [medeverdachte 2] ’) naar [medeverdachte 5] :
[medeverdachte 2] : Zou jij alstublieft dat geld allemaal gereed houden.
Op 27 december 2016 om 13:05 uur belt ( [L] , ‘ [L] ’) naar [medeverdachte 5] :
[L] : Waar heb je dat geld in de tuin verstopt?
[medeverdachte 5] : Dat van jou is in de tuin!!!
Op 29 december 2016 om 11:44 uur belt [medeverdachte 5] ( [medeverdachte 5] ) naar [verdachte] ( [verdachte] ):
[medeverdachte 5] : Waar heb je dat plastic zakje gedaan? Die je hier vandaan meegenomen hebt van die grote (oudste). Achter de magnetron of achter de borden.
[verdachte] : Van wie? Van [medeverdachte 2] of niet?
[medeverdachte 5] : Nee, van die grote, die oudste!!!
[verdachte] : Ligt in de Kookpot (voor couscous)!!!
[medeverdachte 5] : En die anderen???
[verdachte] : Die van [medeverdachte 2] , achter magnetron. Klaar.
(…)
[verdachte] : Dat van [medeverdachte 2] is niet veel, daar zit niet veel, klaar.
Op 13 januari 2017 om 19:52 uur belt [telefoonnummer] naar [medeverdachte 5] :
[medeverdachte 5] zegt dat [verdachte] en [B] naar die familie is om afscheid te nemen, maar dat zij niet gaat tot zij weer terug komen. [medeverdachte 5] zegt dat zij de woning niet onbeheerd wilt laten.
Op 13 januari 2017 om 19:55 uur belt [verdachte] naar [medeverdachte 5] :
[verdachte] zegt, moet ik dan zelf komen.
(…)
[medeverdachte 5] zegt: "Kijk maar wat je doet, maar ik zal de woning niet onbeheerd achterlaten".
[verdachte] zegt dat het goed is en dat hij komt.
Familieleden [C] en [D] hebben op 22 februari 2017 een tapgesprek met elkaar gevoerd:
[C] zegt dat de politie heel veel geld gevonden heeft in de tuin van [medeverdachte 5] . Zij weet
niet of er hasj gevonden is. [D] : “Hoe kan [medeverdachte 5] al die spullen in haar huis laten dan en dat toezien?”
[C] : “Ja, dat hebben [E] en [F] ook gezegd, zij hebben gezegd we hebben
haar altijd gewaarschuwd en tegen haar gezegd, je moet hiermee stoppen. Maar
kennelijk hield zij te veel van geld (…)”.
[D] zegt dat het niet kan, dat deze ouders dit allemaal toelaten en toestaan. [C]
zegt dan dat [verdachte] het altijd allemaal heeft afgekeurd. [verdachte] heeft ze
gewaarschuwd en gezegd dat het niet goed is waar ze mee bezig zijn. Maar hij heeft
niets te vertellen en er wordt niet naar hem geluisterd. [medeverdachte 5] was de baas en hij moest
zijn mond houden.
Handel en teelt van hennep
Zaaksdossier Chinezen
Op 25 oktober 2016 om 00.30 uur belt [medeverdachte 1] uit naar [telefoonnummer] :
[medeverdachte 1] : Amsterdam, wanneer China, papieren moet betalen he mijn broertje
[telefoonnummer] : Broertje?
[medeverdachte 1] : Geld money money betalen, betalen huur.
Enkele weken eerder, op 7 oktober 2016, belt een NNman vanaf telefoonnummer [telefoonnummer] , het huisnummer van de familie [familie] , met het bedrijf Energie Direct.Deze persoon zegt dat hij binnenkort weer alleen gaat wonen en geeft op te zijn: [medeverdachte 3] , nieuwe postcode [postcode] [woonplaats] , huisnummer [nummer] . De postcode en het huisnummer komen overeen met het adres [adres] te [woonplaats] .
Uit een hypotheekdossier van de SNS bank blijkt dat [medeverdachte 3] op 9 oktober 2012 een koopovereenkomst heeft getekend en een hypotheek heeft afgesloten voor het appartement [adres] te [woonplaats] .
Op 2 november 2016 om 14:53 uur belt [medeverdachte 1] naar [telefoonnummer] :
[telefoonnummer] : Hoe laat komen?
[medeverdachte 1] : Half uurtje. 1 persoon gezien grote werk. Grote werk
Door het observatieteam (OT) wordt waargenomen dat op 3 november 2016 een man gelijkend op [medeverdachte 1] uit het portiek van een flatgebouw aan de [adres] , o.a. nummer [nummer] , te [woonplaats] komt met twee onbekende personen.
Op 29 november 2016 om 18:19 uur belt [telefoonnummer] naar [medeverdachte 1] :
[medeverdachte 1] : Ja rustig. Jij Amsterdam België?
[telefoonnummer] : Ja ja.
[medeverdachte 1] : Amsterdam.
[telefoonnummer] : Ja Amsterdam
(…)
[medeverdachte 1] : Ah Oke, uh. Ik morgen komen ja?
(…)
[medeverdachte 1] : Praten voor werk ja.
[telefoonnummer] Oke is goed.
Uit gesprekken van 2 december 2016 blijkt dat [telefoonnummer] en een broertje van [medeverdachte 1] elkaar ontmoet hebben.
Op 3 december 2016 belt [medeverdachte 1] naar [telefoonnummer] :
[medeverdachte 1] : Groot he?
[telefoonnummer] : 1 kamer nog niet klaar.
(…)
[medeverdachte 1] : (…) hoeveel zakkie hoeveel zakkie?
[telefoonnummer] : Ehmmm, drie, vier, heel veel, (onverstaanbaar) misschien 1 kamer misschien
bijna 40 stuks.
Later die dag belt [medeverdachte 1] uit naar [telefoonnummer] :
[medeverdachte 1]:
En je kamer klaar?
[telefoonnummer] : Ja het is klaar, slapen nu (lacht).
[medeverdachte 1] : Ok nee. Geen probleem. Beter beter slapen. Ok is goed. Ik eh… kom straks,
dan meenemen helft pakken alvast ja.
Op 4 december 2016 om 15:56 uur belt [medeverdachte 1] het Belgische nummer eindigend op * [telefoonnummer] ( [I] ):
[I] : Hallo ze hebben niet veel meer te gaan en zijn bijna klaar.
[medeverdachte 1] : Zijn ze bijna klaar ook met die afval?
[I] : Alles is klaar ze zijn bezig met dat andere en zijn bijna klaar.
(…)
[medeverdachte 1] : Zeg tegen hem dat hij je die nieuwe toppen moet geven.
Op 4 december 2016 om 17:00 uur belt [medeverdachte 1] naar [I] :
[medeverdachte 1] : Stuur mij het adres niet van die Europeaan maar een straat daar achter, dan komt mijn broertje, die vult de auto met die spullen en jij rijdt achter hem aan richting [gemeente] en dan gaat hij naar binnen om het te maken en jij moet met die mensen terug komen.
[I] : Moet ik terug komen naar jou?
[medeverdachte 1] : Ja gaat het niet?
[I] : Dat wel alleen ik heb die kinderen bij me.
Uit het tapgesprek van 11 december 2016 blijkt dat [I] met ‘die kinderen’ de Chinezen bedoelt.
Op 4 december 2016 om 17:22 uur belt [medeverdachte 1] naar [telefoonnummer] :
[medeverdachte 1] : Klaar?
[telefoonnummer] : Ja klaar, klaar.
[medeverdachte 1] : Hoeveel zakje dan?
[telefoonnummer] : Nog 6 zakjes.
(…)
[medeverdachte 1] : Oke. Uhh mijn vriend jou brengen ja Amsterdam he.
Op 4 december 2016 om 22:24 uur belt [medeverdachte 1] naar [I] :
[medeverdachte 1] : Oke stuur morgen iemand, maar het moet geen kleine auto zijn. Er gaan er 80
in een doos en ik heb 450 besteld dus reken om 7 dozen.
Op 9 december 2016 om 14.33 uur belt [medeverdachte 1] naar [I] :
[I] : Ik ben klaar, ik vertrek nu. (…) Ik heb 18 gedaan en er zijn nog maar 4 over.
(….) Maar wat ik je wilde zeggen, die ene is wel goed. (…) Dat spul is wel goed, alleen te
veel warmte gekregen, hij is erg droog geworden.
[medeverdachte 1] : Hij is dus droog en droog, erg droog.
[I] : Ja, hij heeft te veel warmte gekregen. Volgende keer moet je die 21 graden
doen.
[medeverdachte 1] : Ik ben al drie a vier dagen niet geweest.
Op 9 december 2016 om 18.58 uur belt [medeverdachte 1] naar [I] ( [I] ):
[medeverdachte 1] : Wat ik je wilde vragen, is volume goed?
[I] : (…) Is normaal. Is normaal (…) het is goed. (…) Net als altijd.
[medeverdachte 1] : Is de zak vol, is de zak helemaal vol?
[I] : Nee, hij is niet helemaal vol. Het is normaal , het is normaal, net als altijd.
[medeverdachte 1] : In ieder geval, ik had eerder deze Appie hier gebeld en die vertelde mij dat hij
vol, dat hij vol is en vervolgens zei hij: “Oke, als jij dat brengt, dan ben ik bereid 46 te
betalen en als het echt goed is, als het om goed spul gaat. (…)
[I] : Nee, nee, nee, ik moet eerlijk zeggen, het is goed spul, heel goed, de fout die
ermee hebben gemaakt, is dat die heel erg droog is, we hebben hem veel warmte gegeven.
Op 12 december 2016 te 22:24 uur belt [medeverdachte 1] naar [I] ( [I] ):
[I] : Vraagt [medeverdachte 1] door te geven of men een dag extra er bij kan plannen om de afval weg te brengen/halen.
[medeverdachte 1] : Zegt dat hij zich daar geen zorgen over hoeft te maken. [medeverdachte 1] zegt dat zij 'ze' (werkers) 100 of 150 euro extra per man gaan geven en dat 'zij' alles zullen opruimen. [medeverdachte 1] zegt dat hij 'ze' vrijdag zal brengen.
Op 19 december 2016 om 15.43 uur belt [medeverdachte 1] naar [telefoonnummer] :
[medeverdachte 1] : Jij kan morgen werken totaal 4 personen. (…)
Op 20 december 2016 om 14.31 uur belt [medeverdachte 1] naar [telefoonnummer] :
[medeverdachte 1] : Mijn vriend 6 uur komen. (…)
[telefoonnummer] : Ok is goed (ntv) Hoeveel
[medeverdachte 1] : 4 personen beter
[telefoonnummer] : Nee hoeveel hoeveel
[medeverdachte 1] : Baby (…) maybe 250 misschien 300 (…)
Op 25 december 2016 om 15.16 uur belt [medeverdachte 1] naar [telefoonnummer] :
[medeverdachte 1] : China werken morgen werken. (…)
[medeverdachte 1] : Ja, voor mij werken morgen.
Op 27 december 2016 om 15:16 uur belt [medeverdachte 1] naar [telefoonnummer] :
[medeverdachte 1] : Huisbaas daar?
[telefoonnummer] : Jaja praten met hem ja?
[medeverdachte 1] : Huisbaas mijn broertje?
[telefoonnummer] : Nee! hier hier ....
[er komt een andere man aan de lijn]
(…)
[medeverdachte 1] : He [J] .
[telefoonnummer] : Waar ben je vriend, ik bel [medeverdachte 4] niks en jouw nummer heb ik niet.
(…)
[medeverdachte 1] : Luister jouw vrachtwagen is hij nou klaar of niet want we moeten die materialen daar weghalen.
[telefoonnummer] : Ja je hebt gelijk vriend. Dat moet. (…)
[medeverdachte 1] : Of je moet kijken of je dat autootje van die [medeverdachte 1] Hangar of zo regelen.
[telefoonnummer] : Ja dat ga ik doen. Een kleine busje is beter.
[medeverdachte 1] : Oke want mijn broertje komt eraan.
[telefoonnummer] : Oke je broertje komt eraan. Hoe laat is hij hier zo?(…)
[telefoonnummer] : Oke dat is goed. Hij heeft wel hier wat gepakt of niet?
[medeverdachte 1] : Dat is toch normaal, dat moet toch gaan drogen, als je het in die zakken laat
dan gaat het verrot.
Op dezelfde datum om 15.33 uur belt [medeverdachte 1] naar [telefoonnummer] :
[telefoonnummer] : Baasie die huisbaas die die nemen die bloemen en tas. (…) Zwarte tas (…) Hij
zei jij zeggen hij mag pakken.
[medeverdachte 1] : Oké ik nu bellen ja, hoeveel is daar nog.
[telefoonnummer] : Denk ehm 5 kilo, 6 misschien.
[medeverdachte 1] : Jij mee nemen.
Op 27 december 2016 om 15:47 uur belt [medeverdachte 1] naar [telefoonnummer] :
[telefoonnummer] : Hallo.
[medeverdachte 1] : China?
(…)
Vervolgens komt een NNman aan de lijn.
(…)
NNman geeft de telefoon over aan [J] .
[J] : Ehhh, luister [medeverdachte 1] , weet je wat je moet doen doen, we doen 50/50 geef
hem 2 duizend van mij en 2 duizend van jou.
[medeverdachte 1] : [J] , ben je gek geworden ga je mensen voor niks betalen. (…)
Op de achtergrond zegt NNman tegen [J] je wordt afgeperst. (…)
Zes minuten later is er weer een gesprek tussen [medeverdachte 1] en [telefoonnummer] :
[J] komt aan de lijn.
[medeverdachte 1] : Hai, vriend, hij moet jou niet afpersen, hoor je mij of niet (…)
[J] : (…) als jij alleen maar 2000 verliest, wat is dat nou voor iets. Geef hem die stront van
hem en laat ons met rust. (…) Ik wil geen gezeik. Ik wil niet dat hij mij lastig gaat vallen
(…).
[medeverdachte 1] : Maar wat doe jij nou eigenlijk (…) Nu lijkt het wel of je hem je reet aan het
geven bent. Hij gaat toch niet gratis neuken.
[J] : Ik geef niet mijn reet, daarom moet je daarbij zijn (…).
Op de achtergrond roept NNman: “Ik ben hier, ik ben hier vriend, dat hoef je niet te
zeggen”.
[medeverdachte 1] ; Daar is toch mijn broertje, daar is hij.
[J] : Nee, nee, jij moet zelf komen. (…) [medeverdachte 1] , ik smeek je in naam van mijn moeder,
kom zelf hier naartoe. (…)
[J] zegt op de achtergrond tegen NNman: “ [medeverdachte 4] , houd nou alsjeblieft je mond, jij bent erger dan je broer”.
(…)
[J] : Ik heb geen rijbewijs op dit moment. Ik kan het niet brengen (…).
[medeverdachte 1] : Kan jij die ene aan hem geven dan?
[J] : Nee, nee, hij kan toch jouw auto gebruiken.
[medeverdachte 4] zegt op achtergrond: Nee, nee kan niet. (…)
[medeverdachte 1] : Laat hem maar ze wegbrengen, is goed.
[J] : Wie moet ze wegbrengen?
[medeverdachte 4] : Jij vriend
[J] : nee, ik ga ze echt niet wegbrengen. (…)
[medeverdachte 1] ; Klaar, (…) hij moet ze zelf brengen
[J] : Hij zegt dat jij ze moet brengen (aan [medeverdachte 4] op de achtergrond)
[medeverdachte 4] : oke is goed, kom.
Op dinsdag 21 februari 2017 werd er binnengetreden in de woning [adres] te [woonplaats] . In de woning werden vier personen aangetroffen die de Chinese taal spraken. Ook werden er vier Chinese paspoorten aangetroffen.
Zaaksdossier België
Verbalisant [verbalisant 4] heeft verklaard – voor zover van belang en zakelijk weergegeven – inhoudende:
Op dinsdag 21 februari 2017 (…) was ik (…) aanwezig bij de (…) doorzoeking van de woning (verblijfplaats) van [medeverdachte 4] , gelegen aan de [adres] te [woonplaats] , [gemeente] . (…)
In de woning van [medeverdachte 4] werd een sleutel aangetroffen, die bleek te passen op een loods achter het appartementencomplex. In deze loods stonden diverse in plastic verpakte koolstoffilters (foto 1), jerrycans met vermoedelijk plantenvoeding (foto 2), tassen met zwarte stekbakken (foto 3) en een grote verzameling vuilniszakken met vermoedelijke hennepresten (foto 4). In de loods stond tevens een tweede, volledig inpandige loods van kunststof. Er hing een sterke henneplucht in de inpandige loods. De inpandige loods bestond zelf uit drie ruimtes. In twee ruimtes stonden vermoedelijke hennepplanten (foto 5 en 6). De derde ruimte was ingericht als drogerij (foto 7). Er hingen vijf rekken met ieder 10 tableau’s met vermoedelijk henneptoppen.
Verbalisant [verbalisant 5] heeft verklaard – voor zover van belang en zakelijk weergegeven – inhoudende:
Op dinsdag 21 februari 2017 was ik (…) in België. (…)
Doorzoeking woning [adres] , [woonplaats] :
In deze woning was 1 persoon aanwezig, zijnde de heer [getuige 2] . Op de zolder in deze woning werd een hennepkwekerij aangetroffen. Ik hoorde van de collega’s uit België dat hier ongeveer 600 kleine plantjes hennep stonden, klaar om in de kwekerij te zetten. De kwekerij was al volledig opgebouwd op de zolder verdieping.
[getuige 2] heeft bij de Belgische onderzoeksrechter het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
[medeverdachte 4] zou zich bezig houden met de hele installatie en het verzorgen van de plantjes. Hij zou zorg dragen voor het oogsten van de hennep.
[medeverdachte 4] heeft regelmatig contact met [J] , die gebruik maakt van telefoonnummer [telefoonnummer] . Het zou hierbij gaan om [J] , die in de Belgische politiesystemen te boek staat met het specialisme ‘drugs-producent’.
Op 19 oktober 2016 heeft [J] telefonisch contact met [medeverdachte 1] . Uit het gesprek blijkt dat [J] een vrachtauto zou regelen voor [medeverdachte 1] .
Op 2 december 2016 is er een telefoongesprek geweest tussen [J] en [medeverdachte 4] , waarbij [J] tegen [medeverdachte 4] zegt: “Ik moet dringend met jouw broer praten”.
Uit een overzicht van de reisbewegingen van [medeverdachte 1] blijkt dat de telefoon van [medeverdachte 1] met grote regelmaat paallocaties nabij de grens van België aanstraalt. Verder is zichtbaar dat hij meerdere malen per week de grens met België oversteekt.Ook hebben er meerdere pintransacties met de pinpas van [medeverdachte 1] in België plaatsgevonden.
[medeverdachte 4] heeft terechtzitting als getuige verklaard samen met anderen in België hennep te hebben geteeld.
Handel in cocaïne
Periode van 1 september 2016 tot en met 21 februari 2017
Op 13 oktober 2016 om 20:26uur belt [medeverdachte 4] ( [medeverdachte 4] ) naar [medeverdachte 2] ( [medeverdachte 2] ):
[medeverdachte 4] : Ewa ben je aan het maken?
[medeverdachte 2] : Ja
[medeverdachte 4] : (…) ik kom naar boven met die jongens, ze willen kijken
(…)
[medeverdachte 4] : Ze willen zien hoe jij maakt. Begrijp je?
Op 22 oktober 2016 om 21:56 uur belt [telefoonnummer] ( [telefoonnummer] ) naar [medeverdachte 2] ( [medeverdachte 2] ):
[telefoonnummer] : Luister even, heb je niet die spullen die je altijd van mij krijgt maar dan andere.
[medeverdachte 2] : Koffie?
[telefoonnummer] : Nee, die andere melk.
(…)
Ik wil dat naar 1 iemand brengen, als tie goed is, ik hou van jou
(…)
[medeverdachte 2] : Ik moet geld..bij mijn moeder pakken, haal ik eerst 20, 30 bij jou..ik zeg eerlijk tegen jou, Bolle, ik heb spullen
hier net gehaald, je weet toch, ik doe jou gunst, dan haal ik van jou ook drugs (?) Dan blijf ik alleen maar van jou halen..Als tie beter dan die van mij is..
(…)
[medeverdachte 2] : Ewa, pak voor mij eentje, ik ga gelijk laten checken..als ze tegen mij zeggen goed, haal ik van jou altijd, ik
zweer het maar je moet wel een goeie prijs maken voor mij.
Op 22 oktober 2016 om 23:16 uur belt [medeverdachte 2] ( [medeverdachte 2] ) naar [telefoonnummer] ( [telefoonnummer] ):
[medeverdachte 2] : He luister maak alvast 5 voor de neus voor mij klaar.
[telefoonnummer] : Oke is goed.
Op 1 december 2016 om 15:17 uur belt [telefoonnummer] ( [telefoonnummer] ) naar [medeverdachte 2] ( [telefoonnummer] ):
[telefoonnummer] weet toch. Als je bij ibis hotel beetje zwart.
(Op de achtergrond is een gesprek. Als je er ammoniak bij gooit krijg je zwarte spikkeltjes)
Op 10 december 2016 om 20:47 belt [medeverdachte 2] ( [medeverdachte 2] ) naar [medeverdachte 4] :
[medeverdachte 2] : Moet ik een 20 meebrengen voor je of niet?
[telefoonnummer] : Wat?? Witte !!!
[medeverdachte 2] : Ja, (…)
[telefoonnummer] : (…) Je moet mij niks brengen [medeverdachte 2] .
[medeverdachte 2] : Ik heb hier nog eentje, maar je weet hij is niet echt nog, niet schoon, maar ik neem die wel mee.
[telefoonnummer] : Heb je die al gekookt??
[medeverdachte 2] : Nee, gewoon rouw.
(…)
[telefoonnummer] : Zie je een beetje Christaltje...maar is die Flexe...
[medeverdachte 2] : Ja.
[telefoonnummer] : Oke, breng die maar, breng die maar en ik betaal je rechtstreeks. (…)
(…)
[medeverdachte 2] :25!!! 25!!!
[telefoonnummer] : Nee, je moet alleen 20 gr...meenemen. (praat met iemand op de achtergrond: "Ben jij in staat om 25 gram te verkopen???".
(…)
[telefoonnummer] : Die kleine gaat 25 brengen, ben jij in staat om die 25 voor hem te verkopen. Niet direct, ik kan die hier bij mij bewaren
[telefoonnummer] : Niet direct, ik kan die bij mij bewaren, 2 a 3 dagen, 1 week of langer, geen probleem. Nee, het is niet "podra" (poeder) het is een steen.
NNman3 zegt op de achtergrond: "Ja, heeft hij die gekookt".
[telefoonnummer] : Nee, hij heeft die niet verkocht. Het komt direct uit...
NNman3 zegt op de achtergrond: "Oke, oke, breng die maar, breng die maar”.
[medeverdachte 2] : Oke, is goed.
[telefoonnummer] : Oke, [medeverdachte 2] , breng die maar mee.
Op 4 januari 2017 om 03:30 uur belt [medeverdachte 2] naar [medeverdachte 4] :
[medeverdachte 2] zegt dat het gras goed verkocht wordt.
[medeverdachte 4] vraagt hem of het echt waar is.
[medeverdachte 2] zegt, (…) ik heb vandaag ongeveer 100 a 150 euro verkocht.
(…)
[medeverdachte 2] zegt dat het echt goed verkocht wordt en dat hij eerder tegen heeft gezegd, je moet nu wat brengen, je moet een hele brengen.
[medeverdachte 4] zegt dat hij hem alles kan brengen, wat hij nodig heeft.
(…)
[medeverdachte 4] zegt dat hij goed moet verkopen, dan kan hij binnen 4 maanden naar Marokko.
[medeverdachte 2] zegt dat hij dat ander (…) moet hebben, dat Z . Melk.
(…)
[medeverdachte 4] zegt dat hij voor hem gaat kijken en [medeverdachte 2] zegt dat zij anders 100 of 200 moeten halen.
Op 4 januari 2017 om 03:30 uur belt [telefoonnummer] naar [medeverdachte 3] ( [medeverdachte 3] ):
[telefoonnummer] vraagt hem of hij 100 gram Wiet voor hem kan regelen.
[medeverdachte 3] zegt dat hij het nummer van [medeverdachte 4] moet bellen.
Op 23 januari 2017 om 16:14 uur belt [telefoonnummer] ( [telefoonnummer] ) naar [medeverdachte 2] ( [medeverdachte 2] ):
[telefoonnummer] : Kan je dat voor de neus regelen.
[medeverdachte 2] : Ja.
(…)
[medeverdachte 2] : Hoeveel?
[telefoonnummer] : Die ene zei tegen mij, een half.
(…)
[medeverdachte 2] : Nou, ja, ik verkoop geen half alleen één hele.
Op 29 januari 2017 om 05:32 uur belt [telefoonnummer] ( [telefoonnummer] ) naar [medeverdachte 2] ( [medeverdachte 2] ) :
[telefoonnummer] Hey kleintje, ik heb een vraagie Ik heb 22 euro in briefgeld [medeverdachte 2] Nee man , ik ga jou geen 2 wit 1 bruin geven [telefoonnummer] Ik hoor je niet
[medeverdachte 2] Ik ga jou geen 2 wit 1 bruin geven voor 22 euro
[telefoonnummer] Is goed, kom maar langs, geef maar een wit en een bruin is goed
Op 6 februari 2017 om 12:51 uur belt [medeverdachte 2] ( [medeverdachte 2] ) naar [telefoonnummer] ( [telefoonnummer] ):
[telefoonnummer] Je weet toch wie je klanten zijn of niet.
[medeverdachte 2] Is goed luister. Ik heb zoveel duizende klanten (…)
(…)
[telefoonnummer] ja weet ik.
[medeverdachte 2] (…) Die [K] belt me altijd ik wil 20 en ik kom daaraan en ze wil 10. Ik verkoop haar niet.
[medeverdachte 2] Ja maar je weet toch ik ben helemaal in stress nog niet geslapen. (…)
[telefoonnummer] Ja ik weet het. Ik ben zelf ook een fucking grote dealer geweest
Getuige [getuige 3] heeft verklaard – voor zover van belang en zakelijk weergegeven – inhoudende:
A: (…) Die jongen met wie ik heel close was die was volgens mij ook in maart jarig. [1995] net zoals ik... volgens mij [1995] . Het ding wat hij deed is hij voor aangehouden. Als hij wegging naar iemand zette hij mij af. Hij vertelde mij wel alles.
V: Je zegt net dat hij alles vertelde. Wat vertelde hij dan zowel?
A: Wat hij deed.
V: Wat deed hij ?
A: Dealen.
V: Waar dealde hij in?
A: Heel Utrecht, Leidsche Rijn.
V: Wat dealde hij?
A: Coke.
(…)
M: In de gesprekken zeg je dat je geld geteld hebt voor [medeverdachte 2] .
V: Klopt dit?
A: Ja.
V: Hoe is dit precies gegaan en waar gebeurde dat geld tellen?
A: Bij het huis van een vriend van hem.
V: Wie is hij?
A: Die jongen maar ik weet niet hoe hij heet.
(…)
M: Verbalisant laat foto zien van verdachte [medeverdachte 4]
V: Herken je deze persoon? En wie is dit dan?
A: Dit is de oudste van de twee. Ik ken zijn naam niet.
M: Verbalisant laat foto zien van verdachte [medeverdachte 2]
A: Dit is de jongste. Die bedoelde ik. (…) De jongen waar ik veel mee was.
(…)
Opmerking verbalisant: Verdachte geeft aan dat zij op google maps kan aanwijzen waar zij het geld geteld heeft. Zij laat zien middels streetview hoe zij via de Beneluxlaan, de van Heuven Goedhartlaan uitkwam op de [adres] . Hier wijst zij een flatgebouw aan de rechterzijde aan. Zij zou dan in de woning op de vierde verdieping op de hoek het geld geteld hebben.
V: Hoeveel geld heb je ongeveer geteld?
A: 4 of 5 duizend euro.
V: Waar heb je nog meer afgesproken met de jongen die jij de jongste noemde?
A: In de woning waar hij het maakte.
V: Wat bedoel je met "het"?
A: Zijn drugs.
V: Waar was die woning?
A: In Overvecht.
V: Wat deed hij als hij het aan het maken was?
A: Uitkoken.
V: Weet je van wie het geld was?
A: Van hem. Van [medeverdachte 2] .
V: Voor wie was het geld wat hij verdiende?
A: Hij werkte voor zijn broer zei hij. Zijn broer heeft het een lange tijd gedaan en hij heeft het overgenomen van hem. Zijn broer zit nu in het buitenland en dat hij het heeft overgenomen. Zodat het in Utrecht gewoon blijft draaien.
(…)
V: Vertelde hij wat die broers deden?
A: Ook in dat wereldje.
V: Wat bedoel je met dat wereldje?
A: Drugs enz. Die zonnebank is ook een grote witwas zaak.
V: Rond welke tijd was dit?
A: Oktober 2016. Hierna heb ik hem nooit meer gezien.
(…)
V: Wat heeft hij over zijn broer verteld?
A: Dat zijn broer het daar deed, maar dan grotere pakketten. Grotere bedragen, kilo's.
V: Gaat het over drugs?
A: Ja.
V: Wat voor drugs?
A: Cocaïne.
Actiedag 3-4 januari 2017
Op 3 januari 2017 om 23:43 belt [medeverdachte 4] ( [medeverdachte 4] ) naar NNvrouw(en NNman) ( [telefoonnummer] ):
[telefoonnummer] die 5 is goed kunnen we monster komen halen
(…)
[telefoonnummer] wat zei je net, 5 je zei 5 toch voor 23
[medeverdachte 4] ik zei tegen jou hij mag van mij 5 stuks ik heb voor hem ook zelf ik heb Rolex 5 stuks voor 100.000 mag die 5 meenemen
[telefoonnummer] (NNvrouw geeft de telefoon door aan NNman) (…)
(…)
[medeverdachte 4] ok, ik heb voor jou blok Rolex, als je wilt mag je ophalen, 5 stuks voor 100
[telefoonnummer] ja ja ja, maar heb je wel eerst een hoe het voor me broer
[telefoonnummer] om te kijken
[telefoonnummer] ja man graag als je 2, als je 2 Grannies kan missen zo
[medeverdachte 4] nee je mag eentje helemaal komen halen als je wil, mag je komen kijken alles, (…)
(…)
[telefoonnummer] ik ga het ff bespreken met haar en dan geef ik je belletje ja broer
[telefoonnummer] ok is goed
(…)
[telefoonnummer] iets kleins zo je weet toch, dat ik hem kan laten zien is geen shit je weet toch
[medeverdachte 4] nee nee je mag komen kijken goed geen probleem goed je weet zelf
(…)
[telefoonnummer] (…) (NNman geeft tel terug aan NNvrouw) NNvrouw ja,
(…)
[medeverdachte 4] ik moet dan ff iemand bellen die moet nu komen uit Gent om eentje brengen om te laten zien [telefoonnummer] [naam] is goed, zeg tegen hem moet je hem zo ie zo 2 (ntv) klaar leggen
[medeverdachte 4] nee ik laat eentje helemaal ik kan niet afbreken ik geef hem helemaal hij mag kijken helemaal (ntv) afbreken
[telefoonnummer] maar hij moet meenemen naar Amsterdam hè, (ntv) zijn neef
(…)
[medeverdachte 4] maar hoeveel wil die hebben eentje, 2, honderd, 2 honderd wat wil hij hebben
[telefoonnummer] hij zegt 5, als er 5 is voor die prijs dan haal ik het
[medeverdachte 4] 5 stuks voor 100.000 misschien datje niet weet, ik maak geen grapjes hè
Op 4 januari 2017 om 00:00 belt [medeverdachte 4] ( [medeverdachte 4] ) naar NNvrouw(en NNman) ( [telefoonnummer] ):
[medeverdachte 4] ja luister eens kan je morgen niet overdag komen
(…)
[telefoonnummer] helemaal niet man broer, kan het helemaal niet vandaag nog
(…)
[medeverdachte 4] enigste wat ik misschien voor jou kan betekenen is dat je naar Utrecht gaat, bij mij hier is pas morgen, in Utrecht kan ik je gelijk sturen, naar mijn broertje
(…)
[telefoonnummer] voor 1 hele 20 toch
[medeverdachte 4] ja maar 1 hele (ntv) kijk 5 stuks dezelfde prijs
[telefoonnummer] we nemen 5
[medeverdachte 4] als je 5 stuks neem krijg je voor jou dezelfde prijs, ken je naar mijn broertje gaan
[telefoonnummer] ja graag bel hem als je blieft, laat me weten broer
Op 4 januari 2017 om 02:56 belt [medeverdachte 2] ( [medeverdachte 2] ) naar [medeverdachte 4] ( [medeverdachte 4] ):
[medeverdachte 2] van die stinkwijf uit Amsterdam is hier
[medeverdachte 4] ja weet ik weet ik vroeg haar net om jou
(…)
[medeverdachte 4] ja ik zei tegen haar je moet naar mijn broertje gaan maar morgen. Moetje voor hun spullen kijken (…)
[medeverdachte 4] Voor spullen. Hij wil spullen kopen. 5 kilo
(…)
[medeverdachte 2] je moet tegen hem zeggen, je moet tegen hem zeggen je kan regelen 2 ntv
Op 4 januari 2017 om 11:29 belt [L] ( [L] ) naar [medeverdachte 2] ( [medeverdachte 2] ):
[L] : (…)In ieder geval, geef mij dat spul mee, die monster, dat ga ik naar die persoon brengen.
Verbalisanten E153, E175, E163, E151, E142, E139, E134, E131, E118 en E101 hebben verklaard – voor zover van belang en zakelijk weergegeven – inhoudende:
Wij hebben op woensdag 4 januari 2017 tussen 10.40 uur en 16.00 uur geobserveerd en daarbij hebben wij de volgende waarnemingen gedaan (…):
(…)