ECLI:NL:RBMNE:2019:2507

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
31 mei 2019
Publicatiedatum
5 juni 2019
Zaaknummer
16/659841-18
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake bezit van kinder- en dierenporno met toepassing van artikel 9a Sr

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 31 mei 2019 uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het in bezit hebben van kinder- en dierenpornografisch materiaal. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 8 maart 2011 tot en met 14 september 2015 in Emmeloord een laptop en harde schijven in zijn bezit had met afbeeldingen van zowel kinderporno als dierenporno. Tijdens de zitting op 17 mei 2019 heeft de officier van justitie, mr. R. Leuven, de vordering ingediend, terwijl de verdediging, vertegenwoordigd door mr. B.P.M. Canoy, vrijspraak heeft bepleit. De rechtbank heeft de tenlastelegging beoordeeld en kwam tot de conclusie dat de verdachte opzet had op het in bezit hebben van de aangetroffen afbeeldingen. De rechtbank heeft echter ook geoordeeld dat de verdachte niet schuldig was aan het in bezit hebben van bepaalde afbeeldingen van besnijdenissen, omdat deze niet als kinderpornografisch materiaal konden worden gekwalificeerd. De rechtbank heeft de verdachte schuldig verklaard, maar heeft besloten geen straf of maatregel op te leggen op basis van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht, rekening houdend met de geringe hoeveelheid materiaal en de omstandigheden van de zaak. De rechtbank heeft daarbij ook de eerdere veroordeling van de verdachte in België voor verkrachting van een minderjarige in overweging genomen, maar concludeerde dat het opleggen van een straf of maatregel in dit geval niet meer doelmatig was.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16/659841-18
Vonnis van de meervoudige kamer van 31 mei 2019
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1983] te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] te [woonplaats] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 17 mei 2019.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. R. Leuven en van hetgeen verdachte en zijn raadsman mr. B.P.M. Canoy, advocaat te Leeuwarden, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1
in de periode van 8 maart 2011 tot en met 14 september 2015 te Emmeloord een laptop en/of een of meer harde schijven met afbeeldingen van kinderporno in zijn bezit heeft gehad;
feit 2
in de periode van 11 januari 2011 tot en met 14 september 2015 te Emmeloord een laptop en/of een of meer harde schijven met afbeeldingen van dierenporno in zijn bezit heeft gehad.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het tenlastegelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder feit 1 en feit 2 tenlastegelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het onder feit 1 en feit 2 tenlastegelegde. Ten aanzien van het tenlastegelegde onder feit 1 heeft de raadsman aangevoerd dat de foto’s met nummer 5, 6 en 7 niet kunnen worden beschouwd als kinderporno. Daarnaast heeft hij aangevoerd dat niet kan worden bewezen dat verdachte opzet heeft gehad op het aanwezig hebben van de aangetroffen afbeeldingen met kinder- en dierenporno.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsoverwegingen
Op grond van de inhoud van de bewijsmiddelen acht de rechtbank het onder 1 en 2 tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen. Indien hoger beroep wordt ingesteld, zullen de bewijsmiddelen worden uitgewerkt en opgenomen in een bijlage die aan dit vonnis zal worden gehecht. De rechtbank overweegt verder als volgt.
Partiële vrijspraak van het in bezit hebben van afbeeldingen van besnijdenissenOp de computer (laptop) van verdachte zijn drie afbeeldingen aangetroffen van besnijdenissen van jonge jongetjes (afbeelding 5, 6 en 7 in de toonmap, pagina 71 in het proces-verbaal). Ter terechtzitting heeft de rechtbank deze foto’s bekeken. In het kader van de bescherming van minderjarigen is het zeer onwenselijk dat verdachte deze afbeeldingen op zijn computer had staan. Naar het oordeel van de rechtbank is echter niet vast komen te staan dat deze afbeeldingen strekken tot seksuele prikkeling of een onmiskenbaar seksuele strekking hebben. De afbeeldingen kunnen dan ook niet worden gekwalificeerd als kinderpornografisch beeldmateriaal en vallen dus niet onder het bereik van artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht. Verdachte zal daarom in zoverre van het tenlastegelegde worden vrijgesproken.
Opzet op het in bezit hebben van kinder- en dierenpornografische afbeeldingen
Verdachte heeft verklaard dat hij niet wist dat de kinder- en dierenpornografische afbeeldingen op zijn laptop stonden, maar dat het kan dat dit een bijvangst is geweest bij het downloaden van ander materiaal of dat het afkomstig is uit de back-ups die hij maakte van de computer van zijn toenmalige vrouw. Zijn raadsman heeft op grond hiervan gesteld dat verdachte geen opzet heeft gehad op het in bezit hebben van deze afbeeldingen. De rechtbank acht deze verklaring ongeloofwaardig en verwerpt dit verweer. Daartoe overweegt zij het volgende. Het aangetroffen kinder- en dierenpornografisch beeldmateriaal stond op de computer van verdachte. Verdachte heeft verklaard dat hij de eigenaar en enige gebruiker van deze computer was en dat hij de computer ooit nieuw heeft gekocht. Ten aanzien van het kinderpornografisch beeldmateriaal stelt de rechtbank vast dat deze afbeeldingen niet (meer) in de map ‘downloads’ stonden, maar zijn geplaatst in een door de gebruiker aangemaakte map met de naam ‘ [naam map] ’. De naam van deze map is te herleiden naar de voornaam van verdachte, namelijk [naam] . Bij deze stand van zaken moet het ervoor worden gehouden dat verdachte de betreffende afbeeldingen bij het plaatsen in deze map heeft gezien en dus wist dat deze op zijn computer stonden. De rechtbank is aldus van oordeel dat sprake is van opzet op het in bezit hebben van kinderpornografisch beeldmateriaal.
Ten aanzien van feit 2 heeft verdachte verklaard dat hij wel eens dierenporno op de computer van zijn toenmalige vrouw heeft gezien, maar dat hij dacht dat zij dat zou hebben verwijderd. Verdachte heeft dit echter niet gecontroleerd toen hij back-ups van haar computer maakte en deze vervolgens op zijn eigen computer zette. De rechtbank is dan ook van oordeel dat verdachte reeds daarmee de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat het dierenpornografisch beeldmateriaal op zijn computer terechtkwam. Daarbij komt nog het volgende. Op de computer van verdachte werden in twee verschillende directories dierenpornografische afbeeldingen aangetroffen. Deze directories hebben de namen ‘mijn ontvangen bestanden’ en ‘ [directorie] ’. Beide directories bevatten vijf bestanden met dierenpornografische afbeeldingen, waaronder de bestanden met de titels:
  • foto DP1: [foto] .mpg;
  • foto DP 2: [foto] .mpg;
  • foto DP 3: [foto] .mpg.
De rechtbank leidt hieruit af dat de inhoud van de ene directory een keer is gekopieerd naar de andere directory. Uit onderzoek aan de computer is gebleken dat de bestanden op 8 maart 2011 in de map ‘mijn ontvangen bestanden’ terecht zijn gekomen en dat op 14 mei 2011 nog een handeling met deze bestanden is verricht. Bij die stand van zaken moet het ervoor worden gehouden dat verdachte de titels heeft gezien en wist dat het om dierenpornografisch beeldmateriaal ging. De rechtbank is aldus van oordeel dat sprake is van opzet op het in bezit hebben van dierenpornografisch beeldmateriaal.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
feit 1:
in de periode van 8 maart 2011 tot en met 14 september 2015 te Emmeloord, een gegevensdrager, te weten een computer (laptop) bevattende afbeeldingen, te weten foto’s van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit heeft gehad,
welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven – bestonden uit:
het met de penis, vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(foto nr. 3 in toonmap, p. 86 in het pv)
en
het met de vinger(s)/hand betasten, aanraken van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(foto nr. 1 in de toonmap, p. 85 in het pv)
en
het geheel of gedeeltelijk naakt poseren door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij door het camerastandpunt nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden
waarbij de afbeelding aldus telkens een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling
(foto nr. 2 en 4 in de toonmap, p. 71 in het pv);
feit 2:
in de periode van 11 januari 2011 tot en met 14 september 2015 te Emmeloord een gegevensdrager bevattende een hoeveelheid afbeeldingen, te weten een laptop HP, in bezit heeft gehad, terwijl op die afbeeldingen ontuchtige handelingen zichtbaar zijn waarbij een mens en dieren zijn betrokken, welke ontuchtige handelingen bestonden uit:
-
het door een dier oraal en/of vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon
(foto nr. DP1 en DP3 in de toonmap en op p. 74 van het pv)
en
-
het door een persoon betasten en aanraken van het geslachtsdeel van een dier

(foto nr. DP2 in de toonmap en op p. 74 in het pv).

Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen onder feit 1 en feit 2 meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1:
een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd;
feit 2:
een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een ontuchtige handeling, waarbij een mens en een dier zijn betrokken of schijnbaar zijn betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.SCHULDIGVERKLARING ZONDER OPLEGGING VAN STRAF OFMAATREGEL

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door hem bewezen geachte te veroordelen tot een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 weken, met een proeftijd van 2 jaren, met als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij Reclassering Nederland, een behandelverplichting en het meewerken aan het controleren van zijn gegevensdragers.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht toepassing te geven aan artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht en verdachte schuldig te verklaren zonder oplegging van straf of maatregel.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank heeft rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het in bezit hebben van kinderpornografisch beeldmateriaal. De strekking van artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht is het tegengaan van seksueel misbruik van jeugdigen en de exploitatie van dergelijk misbruik. Verdachte heeft met zijn handelen bijgedragen aan de instandhouding van het misbruik van kinderen ten behoeve van de productie van dit beeldmateriaal. Bij het vervaardingen van kinderporno wordt immers op grove wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit en persoonlijke levenssfeer van de betrokken kinderen. Vaak zeer jonge kinderen worden door volwassenen gedwongen om zeer vergaande seksuele handelingen uit te voeren of te ondergaan. Dergelijk seksueel misbruik zal in de regel leiden tot ernstige lichamelijke en psychische schade bij de betrokken kinderen.
Ook heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het in bezit hebben van dierenpornografisch beeldmateriaal. Voor de vervaardiging van dit beeldmateriaal zijn dieren misbruikt en geëxploiteerd ten behoeve van een onzedelijke behoeftebevrediging van personen. Ook hiervoor geldt dat door de vraag naar dergelijke afbeeldingen de productie ervan en het misbruik waarmee dit gepaard gaat in stand wordt gehouden.
Bij haar beslissing heeft de rechtbank ook rekening gehouden met:
- een uittreksel justitiële documentatie betreffende verdachte d.d. 5 april 2019;
- een reclasseringsadvies van 8 mei 2019, uitgebracht door mevrouw K. Jansen.
De rechtbank houdt er rekening mee dat verdachte op 20 april 2017, dus na het plegen van het bewezenverklaarde, in België is veroordeeld voor verkrachting van een minderjarige. Verdachte heeft een gevangenisstraf opgelegd gekregen voor de duur van 40 maanden, waarvan 1 jaar en 10 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 5 jaren en een verbod om een bepaald recht of een bepaalde functie uit te oefenen voor de duur van 5 jaren. In het kader van deze voorwaardelijke gevangenisstraf is aan verdachte de bijzondere voorwaarde opgelegd om een therapie te volgen gericht op seksualiteit met kinderen. Deze therapie heeft hij inmiddels afgerond.
Daarnaast overweegt de rechtbank dat het Openbaar Ministerie er voor heeft gekozen de vervolging in België voor te laten gaan. Dat maakt dat de rechtbank nu te maken heeft met gedateerde feiten, gepleegd in de periode van 2011 tot en met 2015. Bovendien is sprake van het in bezit hebben van een geringe hoeveelheid kinder- en dierenpornografisch beeldmateriaal, te weten in totaal 7 afbeeldingen.
De rechtbank is gelet op het voorgaande van oordeel dat het opleggen van een straf of maatregel geen redelijk doel meer dient en zal daarom – mede in verband met de persoonlijkheid van verdachte – op grond van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht aan hem geen straf op maatregel opleggen.

9.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het onder feit 1 en feit 2 tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het onder feit 1 en feit 2 meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het onder feit 1 en feit 2 bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Geen straf of maatregel
- bepaalt dat ten aanzien van het onder feit 1 en feit 2 bewezenverklaarde geen straf of maatregel wordt opgelegd.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.W.M. van Hoof, voorzitter, mrs. V.M.A. Sinnige en P.K. Oosterling – van der Maarel, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R. Carbo griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 31 mei 2019.
Mr. P.K. Oosterling – van der Maarel is buiten staat dit vonnis te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 8 maart 2011 tot en met 14 september 2015 te Emmeloord, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, telkens gegevensdragers, te weten een computer (laptop) en/of één of meer een harde schij(f) (ven) bevattende afbeeldingen, te weten één of meer foto’s, van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verworven, in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven – bestonden uit:
het met de penis, vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(foto nr. 3 in toonmap, p. 86 in het pv)
en/of
het met de vinger(s)/hand betasten, aanraken van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(foto nr. 1 in de toonmap, p. 85 in het pv)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt,
  • waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of
  • (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(foto nr. 2 en 4 in de toonmap, p. 71 in het pv);
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het besnijden van één of meer jonge(n) (tjes) waarbij deze vastgehouden/in bedwang gehouden worden door één of meer volwassene(n), (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling,
(foto nr. 5, 6 en 7 in de toonmap, p. 71 in het pv)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
Feit 2
hij in of omstreeks de periode van 11 januari 2011 tot en met 14 september 2015 te Emmeloord, althans in Nederland (een) gegevensdrager(s) bevattende (een) hoeveelheid afbeeldingen, te weten een laptop HP en/of één of meer harde schijven, in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, terwijl op die afbeelding(en) (een) ontuchtige handeling(en) zichtbaar is/zijn waarbij een mens en (een) dier(en) is/zijn betrokken, welke ontuchtige handelingen bestonden uit:
-
het door een of meerdere dier(en) oraal en/of vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon
(foto nr. DP1 en DP3 in de toonmap en op p. 74 van het pv)
en/of
-
het door een persoon betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een dier

(foto nr. DP2 in de toonmap en op p. 74 in het pv).