Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
480,00
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 24 mei 2019 uitspraak gedaan in een ontbindingsverzoek van een arbeidsovereenkomst. De verzoekster, een besloten vennootschap, heeft op 16 april 2019 een verzoekschrift ingediend om de arbeidsovereenkomst met de verweerder, die sinds 17 oktober 2016 als Regiomanager in dienst was, te ontbinden. De verzoekster heeft aangevoerd dat de verweerder zijn re-integratieverplichtingen niet is nagekomen en dat hij onbereikbaar was voor zowel de werkgever als de bedrijfsarts. Ondanks meerdere waarschuwingen en een loonstopzetting heeft de verweerder geen contact opgenomen met de verzoekster. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de verzoekster aan de voorwaarden voor ontbinding heeft voldaan, aangezien de verweerder zonder deugdelijke grond zijn verplichtingen niet is nagekomen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat het gedrag van de verweerder ernstig verwijtbaar is en dat er een redelijke grond voor ontbinding bestaat. De arbeidsovereenkomst is ontbonden met ingang van 1 juli 2019, en de verweerder is veroordeeld in de proceskosten van de verzoekster, die zijn begroot op € 601,00.