In deze zaak, die voor de Rechtbank Midden-Nederland is behandeld, staat de werkgeversaansprakelijkheid centraal naar aanleiding van een arbeidsongeval dat op 4 september 2008 heeft plaatsgevonden. De eiseres, die letsel heeft opgelopen, heeft de stichting [gedaagde] aangeklaagd. De kantonrechter heeft in eerdere tussenvonnissen vastgesteld dat de gedaagde aansprakelijk is voor de gevolgen van het incident. De zaak heeft zich verder ontwikkeld door deskundigenrapporten van een neuroloog, neuropsycholoog en psychiater, die de gezondheidsklachten van de eiseres hebben beoordeeld. Tijdens een comparitie heeft de psychiater zijn diagnose gewijzigd van aggravatie naar een conversiestoornis, wat leidde tot nieuwe inzichten over de klachten van de eiseres. De kantonrechter heeft de nieuwe diagnose van de psychiater als uitgangspunt genomen voor de verdere beoordeling van de zaak.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de klachten van de eiseres consistent en samenhangend zijn gepresenteerd en dat er een voldoende oorzakelijk verband bestaat tussen de klachten en het arbeidsongeval. De kantonrechter heeft de vorderingen van de eiseres, waaronder inkomensverlies en immateriële schade, toegewezen. De totale schadevergoeding is vastgesteld op € 203.182,48, met inbegrip van wettelijke rente. De gedaagde is veroordeeld in de proceskosten, en het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.