Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.drs. [gedaagde sub 1] ,
1.De procedure
- het tussenvonnis van 26 juli 2017,
- het vonnis van 5 juli 2017, in aanvulling op het vonnis in het incident van 24 mei 2017,
- de brief met bijlagen (10) van 7 november 2017 van [eiseres] ,
- het proces-verbaal van comparitie van 30 november 2017, waaruit blijkt dat de zaak is aangehouden om partijen de gelegenheid te geven om in onderling overleg tot een oplossing te komen,
- de pleitnotities van [eiseres] , [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] en [aanduiding voor gedaagden sub 3 en 4] ,
- de naar aanleiding van het proces-verbaal van comparitie gemaakte opmerkingen bij brieven van 27 en 29 december 2017 van respectievelijk [eiseres] en [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] ,
- de akte na comparitie van [eiseres] van 31 januari 2018,
- de antwoordakte van [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] van 14 februari 2018,
- de akte na comparitie met bijgevoegde productie van [aanduiding voor gedaagden sub 3 en 4] van 14 februari 2018,
- de akte uitlating productie van [eiseres] van 14 maart 2018.
2.De beoordeling
Inleiding
exposurevan het mesh genoemd). De vaginawand is toen gehecht onder lokale verdoving. [eiseres] hield veel pijnklachten en in augustus 2010 is opnieuw een stukje gehecht. Omdat het nog steeds niet goed ging, is [eiseres] in 2011 weer geopereerd, in het [ziekenhuis 1] in [vestigingsplaats] door een andere gynaecoloog. Het centrale deel van het in 2010 geplaatste implantaat is toen verwijderd en er is een ander mesh implantaat, van een andere producent, ingebracht.
1.1 Aanleiding en belang
informed consentdie de patiënt moet geven.
informed consenten de gestelde klachten ontbreekt. Daarbij komt dat de vordering van [eiseres] ook strandt omdat het causaal verband tussen haar klachten – en daarmee de schade – en niet is aangetoond. Dat wordt hieronder verder uitgewerkt.
exposure) en dat er geen aanleiding was om direct het gehele implantaat weg te halen. Dat een redelijk handelend arts kort na de operatie van maart 2010 niettemin gekozen had voor een operatie om het implantaat geheel te verwijderen – en dat [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] dus een fout hebben gemaakt door dat niet te doen – is door [eiseres] niet verder onderbouwd.
“Het optreden van pijnklachten direct postoperatief past het meest bij een beschadiging van een deel van de zenuwvoorziening die in de nabije omgeving van het geopereerde gebied verloopt. Langdurige en chronische pijnklachten door een erosie van het implantaat is niet een bekende complicatie.”[eiseres] heeft betwist dat haar klachten een andere oorzaak hebben dan het implantaat, maar uit wat zij heeft aangevoerd volgt niet dat (al) haar klachten rechtstreeks verband houden met het inbrengen van het implantaat van [aanduiding voor gedaagden sub 3 en 4] , dat overigens in 2011 en 2013 vrijwel geheel is verwijderd.
1.357,50(2,5 punten × tarief € 543,00)
1.357,50(2,5 punten × tarief € 543,00)