ECLI:NL:RBMNE:2019:2271
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bewijslast en risico bij terugsturen van online gekochte goederen
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 22 mei 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen Zalando SE, een webwinkel gevestigd in Berlijn, en een gedaagde die kleding had besteld. De gedaagde had op 21 december 2017 een jurk en twee paar laarsjes besteld, waarvan zij één paar laarsjes heeft gehouden en de jurk heeft teruggestuurd. De kwestie draait om het tweede paar laarsjes, waarvoor Zalando betaling vordert van € 131,29, inclusief buitengerechtelijke incassokosten en rente. De gedaagde stelt dat zij de laarsjes ook heeft teruggestuurd, maar kan dit niet met een verzendbewijs onderbouwen.
De kantonrechter oordeelt dat de gedaagde de bewijslast draagt voor het terugsturen van de laarsjes. Hoewel Zalando stelt dat de gedaagde het verzendbewijs had moeten bewaren, oordeelt de rechter dat een dergelijke eis in strijd is met de wet, omdat het de gedaagde onredelijk zou belasten in haar bewijsvoering. De gedaagde heeft wel een verklaring overgelegd van haar leidinggevende, die bevestigt dat zij de doos met de laarsjes heeft verzonden. De kantonrechter concludeert dat Zalando niet voldoende bewijs heeft geleverd om de stelling van de gedaagde te weerleggen.
Uiteindelijk wijst de kantonrechter de vordering van Zalando af en veroordeelt Zalando tot betaling van de proceskosten aan de zijde van de gedaagde, die op nul worden begroot. Dit vonnis benadrukt de verantwoordelijkheden van zowel de consument als de webwinkel bij het terugsturen van goederen en de bewijslast die daarbij komt kijken.