Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
Op deze vordering heeft de rechtbank de volgende beslissing gegeven.
1.De stukken
2.De procesgang
3.Het standpunt van de inrichting
4.Het standpunt van de officier van justitie
5.Het standpunt van de verdediging
6.Beoordeling
De rechtbank stelt vast dat niet te verwachten is dat binnen een jaar gronden aanwezig zullen zijn die een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging rechtvaardigen. De deskundige heeft ter zitting aangegeven dat, als het komend jaar goed verloopt, het aanvragen van proefverlof een volgende stap kan zijn. Van voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging kan volgens de deskundige voorlopig nog geen sprake zijn. De rechtbank overweegt dat verlenging van de maatregel met twee jaar niet in de weg staat aan het (eventueel) aanvragen en verkrijgen van proefverlof. De rechtbank ziet, gelet op hetgeen hiervoor is weergegeven, in het advies van de inrichting dan ook geen aanleiding om van het hiervoor geschetste uitgangspunt af te wijken. Nu geen sprake is van bijzondere omstandigheden zal de rechtbank de maatregel met twee jaar verlengen. Om die reden ziet de rechtbank dan ook geen aanleiding voor het primair door de raadsman bepleite onderzoek naar een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging.
7.De toepasselijke wetsartikelen
8.De beslissing
[betrokkene]met twee jaar;