Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie
- de conclusie van repliek in conventie en van antwoord in reconventie
- de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie
- de conclusie van dupliek in reconventie
- het proces-verbaal van de zitting die op 12 februari 2019 is gehouden voor de pleidooien en de producties die ter gelegenheid van deze zitting zijn overgelegd
2.Feiten
.Deze gebeurtenissen hebben ertoe geleid dat begin 2013 sprake was van een vertrouwensbreuk tussen [gedaagde sub 2] enerzijds en [A] , [B] en [C] anderzijds.
3.Het geschil
in conventie
verbod(zie 2.29 onder a), vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum van het verschuldigd worden van deze dwangsommen;
gebod(zie 2.29 onder b), vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum van het verschuldigd worden van deze dwangsommen;
4.De beoordeling
in conventie
7. [bedrijfsnaam 5] B.v. en [gedaagde sub 1] B.V. zullen altijd de meerderheid van de aandelen (c.q. de beslissende stem) hebben in [eiseres sub 1] Ltd.’ In de notulen van 22 december 2009 staat: ‘
11. Rollenspel: [bedrijfsnaam 4] zal alleen adviseren en zal nooit iets gaan eisen sine qua non. [bedrijfsnaam 5] en [gedaagde sub 1] blijven als enigen de beslissingen nemen.’ En artikel 9.1 van de participatieovereenkomst luidt: ‘
Al hetgeen niet of niet anderszins is vermeld in deze akte, doch wel is vermeld in de notulen van de vergadering d.d. 22 december 2009, zal onverkort van kracht blijven en zijn deze notulen bindend.’
beslissende stem’ en de ‘
beslissingen’ hebben die naar het oordeel van de rechtbank betrekking op de invloed die [gedaagde sub 2] / [gedaagde sub 1] en [A] / [bedrijfsnaam 5] (zouden) hebben als aandeelhouders van [eiseres sub 1] Ltd. Dit betekent dat de tussen [gedaagde sub 2] , [A] en [B] eind 2009 gemaakte afspraak redelijkerwijs zo moet worden uitgelegd dat [gedaagde sub 2] en [A] (via hun vennootschappen [gedaagde sub 1] respectievelijk [bedrijfsnaam 5] ) altijd de grootste aandeelhouders in [eiseres sub 1] Ltd. zouden blijven. Die afspraak is niet geschonden door het ontslag van [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 1] als bestuurders van [eiseres sub 1] Ltd. De aandelenverhouding in [eiseres sub 1] Ltd. is namelijk na dat ontslag niet gewijzigd. Voor zover die afspraak ook inhield dat het octrooi in de toekomst niet in een andere vennootschap dan [eiseres sub 1] Ltd. zou worden geëxploiteerd, is van dat deel van die afspraak expliciet afgeweken met goedkeuring van [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 1] . Op 30 mei 2012 is de exploitatie van het octrooi verplaatst van [eiseres sub 1] Ltd. naar [bedrijfsnaam 1 (B.V.)] Dat is zo afgesproken in artikel 3 van de samenwerkingsovereenkomst die op 1 maart 2012 is gesloten tussen [eiseres sub 2] en [eiseres sub 1] Ltd. (zie 2.8). [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 1] (en [bedrijfsnaam 5] ) hebben die overeenkomst namens [eiseres sub 1] Ltd. ondertekend en hebben daarmee dus ingestemd. En wat betreft de overheveling van de exploitatie van het octrooi van [bedrijfsnaam 1 (B.V.)] naar [bedrijfsnaam 12] is het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar dat [gedaagde sub 1] c.s. een beroep doet op de zojuist genoemde afspraak. Die overheveling heeft namelijk pas plaatsgevonden nadat [gedaagde sub 2] in zee was gegaan met [bedrijfsnaam 9] .
Aangezien deze datum na 18 februari ligt weet ik niet zeker of het goed is deze afspraak nu de plannen.’ Op 21 februari 2013 heeft [gedaagde sub 2] (toch) een bespreking gevoerd met de hiervoor genoemde Nigeriaanse delegatie.
heeft natuurlijk een heleboel, heel veel feitelijke kennis over ons product […]. Wij hebben hem nodig voor de dingen die hij bijna uitsluitend beheerst en dat is zijn biochemische achtergrond. Want die heeft [voornaam van E][rechtbank: [E] ]
niet, ik niet en de andere mensen in ons samenwerkingsverbandje hebben ook geen biochemische achtergrond. Dus we moeten hem gewoon vervangen op enig moment en daar zijn we mee bezig. […] We zullen iemand anders voor hem moeten zoeken die hij wel degelijk zal willen inwerken en zal moeten inwerken. Daar staat een bepaalde periode voor. […]’
- zij [bedrijfsnaam 10] in Indonesië als distributeur vertegenwoordigen ter bevordering van de verkoop van gestabiliseerd siliciumzuur onder de naam [..2]
‘Copy akte [..4] [M] gaan ze mij sturen. […] Ben nog wachten wanneer ik het krijg, en [voornaam van gedaagde sub 2] ik hoef geen exclusive recht voor heel Indonesie. Gaan jouw mensen toch niet mee akkoord. […]’
‘ [voornaam van H] , het zal intern worden besproken. […]’
‘Hi [voornaam van H] . Woensdag zijn [voornaam van G][rechtbank: [G] ]
en [voornaam van E][rechtbank: [E] ]
bij mij in [woonplaats] . Kun jij vanaf 16:00 uur stand-by staan bij [naam hotel] in [plaatsnaam] . Als wij klaar zijn dan bel ik je en kun je komen. Je bent er dan in 10 minuten. Zorg dat je akte van [voornaam van M] bij je hebt.’
‘Hi [voornaam van H] , [onleesbaar] documenten met betrekking [voornaam van M] doorgestuurd naar [voornaam van E] en [voornaam van G] . Ik raad je aan met [voornaam van G] contact op te nemen. Zij moeten beslissen. […]’
‘Als jullie willen verkopen dan maak het dan rond met me? Blijkbaar is dat heel erg ingewikkeld voor jullie’
‘Het initiatief ligt bij jou! [voornaam van H] , ik kan niks beslissen in mijn eentje. [voornaam van G] is CEO en [voornaam van E] is CFO. Wel de juiste paden bewandelen s.v.p. […]’
‘Moet ik smeken om te kopen?’
‘Ik los zelf t probleem met Yoga op voor jullie, jullie mogen dat ook zelf proberen. Ik vraag je ook niet iets te beslissen maar je kan even op zijn minst die partners van je bellen en vragen dat ze beetje op kunnen schieten.’
‘Je hebt het over initiatief, ik bel namelijk al en sms naar [voornaam van G] elke keer zeggen ze ja zaterdag ja maandag enz enz’
‘Heb je het nummer van [voornaam van E] voor me’
‘Ik begrijp jouw frustraties. Ik zal wel weer ff gaan porren.’
- een ontmoeting geregeld tussen [H] , [G] en [E] bij [gedaagde sub 2] thuis
- [H] gevraagd om naar die ontmoeting een akte (van [voornaam van M] ) mee te nemen
- documenten met betrekking tot [voornaam van M] van [H] ontvangen en die doorgestuurd naar [E] en [G]
- toegezegd dat hij, naar moet worden aangenomen bij [G] en [E] , ging ‘porren’.
Attached is the draft work plan for the support of [bedrijfsnaam 10] .’ Op
Is dit een beetje wat je zoekt inz. de upscaling in India?’ Tijdens de pleidooien heeft [gedaagde sub 2] uitgelegd dat met ‘opschalen’ wordt bedoeld het ontwikkelen van een methode waarmee het mogelijk is om gestabiliseerd siliciumzuur te produceren in vaten die (veel) groter zijn dan 50 liter (waarin de productie tot heden plaatsvindt). Over de genoemde e-mail van 9 september 2017 heeft [gedaagde sub 1] c.s. verder gesteld dat deze alleen een mededeling bevat van [G] aan [gedaagde sub 2] en dat [gedaagde sub 2] verder geen bemoeienis heeft gehad met ‘upscaling’ in India. Naar het oordeel van de rechtbank bevat de e-mail niet slechts een mededeling, maar een concrete vraag die aan [gedaagde sub 2] wordt gesteld. Uit de aard van deze vraag (“is dit wat je zoekt?”) moet, zonder nadere toelichting van [gedaagde sub 1] c.s., worden afgeleid dat [gedaagde sub 2] ook nog op 9 september 2017 ondersteunende werkzaamheden aan [bedrijfsnaam 10] heeft verleend voor de exploitatie van het octrooi.
voortdurendheeft overtreden. Dat ook [gedaagde sub 1] het verbod heeft overtreden is niet gebleken.
- [gedaagde sub 2] namens [eiseres sub 4] de licentieovereenkomst met [bedrijfsnaam 1 (B.V.)] zal ontbinden
- [bedrijfsnaam 9] de nieuwe licentiehouder wordt
- [D] voor het door [bedrijfsnaam 9] te verkopen gestabiliseerde siliciumzuur de naam [..2] heeft bedacht in plaats van [..1]
- de samenwerking met [bedrijfsnaam 6] zal worden herzien en dat daarvoor in concept een contract is opgesteld
- niets de productie en verkoop in India in de weg staat.
‘Aan: [eiseres sub 1] - [voornaam van gedaagde sub 2] ’. Een verwijzing naar [gedaagde sub 1] ontbreekt hierin. En in een door [gedaagde sub 1] c.s. overlegde e-mail van [L] van 4 maart 2013 staat:
‘Aan: [voornaam van gedaagde sub 2] [gedaagde sub 2] ([voornaam van gedaagde sub 2] @ [eiseres sub 1] .nl) […].’[gedaagde sub 2] maakte dus gebruik van een e-mailaccount op naam van [eiseres sub 1] . Onder deze omstandigheden heeft [gedaagde sub 1] c.s. haar stelling, dat de e-mail van 6 maart 2013 is ontvangen op een e-mailadres van [gedaagde sub 1] , onvoldoende onderbouwd. Daarom gaat de rechtbank ervan uit dat [gedaagde sub 2] de e-mail van 6 maart 2013 op een ander e-mailadres dan dat van [gedaagde sub 1] heeft ontvangen, namelijk op
[voornaam van gedaagde sub 2] @ [eiseres sub 1] .nlof een soortgelijk e-mailadres. Niet gesteld of gebleken is dat [gedaagde sub 2] ook andere e-mailadressen dan dat van [gedaagde sub 1] heeft opgeheven. Daaruit volgt dat [gedaagde sub 1] c.s. in 2016 nog de beschikking moet hebben gehad over de e-mail van 6 maart 2013. En omdat [gedaagde sub 1] c.s. die e-mail heeft ontvangen als bestuurder van [eiseres sub 4] , en dat ook voor [gedaagde sub 2] duidelijk is, had zij deze e-mail in 2016 aan [eiseres sub 1] c.s. moeten geven.
15.424,00(4 punten × tarief € 3.856,00)