Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
[rechthebbende] ,
De procedure
- de email van [A] , ter griffie ingekomen op 14 augustus 2018;
- het verzoekschrift, ter griffie ingekomen op 13 september 2018;
- de brief van [A] , ter griffie ingekomen op 21 november 2018;
- de brief van [A] , ter griffie ingekomen op 1 februari 2019;
- het verweerschrift, ingediend door de advocaat van [A] , mr. J.M.H. Devis, ter griffie ingekomen op 8 februari 2019;
- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling op 13 februari 2019;
- de brief van [A] , ter griffie ingekomen op 21 februari 2019;
- de aantekeningen van de griffier tijdens de mondelinge behandeling op locatie van rechthebbende op 13 maart 2019 waar de kantonrechter rechthebbende heeft gehoord.
De beoordeling
taakverdelingop te leggen:
1 oktober 2019schriftelijk verslag te doen. Tot die tijd zal de beslissing op het verzoek tot ontslag van [A] worden aangehouden.