In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 23 januari 2019 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen ASR Basis Ziektekostenverzekeringen N.V. en ASR Aanvullende Ziektekostenverzekeringen N.V. (hierna gezamenlijk ASR) als eisende partij en een gedaagde die in persoon procedeerde. De eisende partij vorderde betaling van een achterstand in premiebetalingen voor een zorgverzekering, die volgens ASR niet tijdig was voldaan. De gedaagde had een betalingsregeling getroffen, maar ASR stelde dat deze niet correct was nagekomen. De kantonrechter heeft de procedure beoordeeld aan de hand van de ingediende stukken, waaronder WhatsApp-gesprekken tussen de gedaagde en een medewerker van ASR, waaruit bleek dat de gedaagde regelmatig contact had opgenomen over zijn betalingsproblemen en afspraken had gemaakt over de betaling van de premies.
De kantonrechter oordeelde dat ASR onvoldoende geduld had gehad met de gedaagde, die blijk gaf van goede wil om zijn betalingsverplichtingen na te komen. De rechter concludeerde dat de dagvaarding niet correct was geformuleerd en dat de gedaagde zijn best deed om aan zijn verplichtingen te voldoen, ondanks enige vertraging. De kantonrechter wees de vordering van ASR af en veroordeelde ASR in de kosten van de procedure, die aan de kant van de gedaagde op nihil werden begroot. Dit vonnis benadrukt het belang van geduld en communicatie in betalingskwesties, vooral wanneer de debiteur blijk geeft van goede intenties.